achtergrond

Geenstijl

login

word lid

nachtmodus

tip redactie

zoeken

@eren yilmaz

Fictie Feuilleton - Dagboek van een uitkeringstrekker, deel 13: Een brief

Onze roman in stukjes gaat verder! Vorige week las u deel 12, vandaag deel 13. Het complete verhaal leest u van onder naar boven in ons Fictie Feuilleton dossier*. *

Zaterdag 16 april 2016  

Weekend. Geen bezoekjes aan de gemeente, geen brieven, geen brochures, geen gedoe met sollicitaties, helemaal niks.  

Vanochtend heeft een aardige mevrouw van MekkaLux mij gebeld. Ze vroeg zich af of ik dit jaar de hadj nog wil volbrengen (“Het gaat nu echt heel snel, we hebben nog maar enkele plekken over”) en wees me erop dat hun nieuwe website live is gegaan. Op die site kan ik zelf heel gemakkelijk een pakket samenstellen voor mijn reis, beloofde ze. Als ik zeker wil zijn van een plekje voor dit jaar, moet ik wel dit weekend nog boeken. Anders is het waarschijnlijk te laat.

Met een verse kop thee neem ik plaats achter mijn bureau. Het is nog ochtend, maar de middag ligt op de loer. Langzamerhand begin ik in het ritme van een werkloze te komen.

Ik klik mijn laptop open en surf naar de website van het reisbureau. Het duurt even voordat de gehele site geladen is, ondanks het feit dat de eerste pagina vooral uit tekst bestaat. Op de bovenste helft van het scherm staat in grote gouden letters de tekst “BELEEF DE HADJ”. Daaronder, in dikke witte letters: veilig – authentiek – luxe. Helemaal onderaan het scherm staat een gouden button met daarin de tekst “Start de aanvraag”.  

Als ik via de website boek, krijg ik vijftien euro korting. Desondanks besluit ik de telefoon te pakken. Dit wordt mijn grootste uitgave ooit en dan heb ik liever een echt persoon aan de lijn.

“Mekkalux, met Fatima, hoe kan ik u helpen?” klinkt een aardige stem als de telefoon wordt opgenomen.  

“Goedemorgen,” zeg ik. “Ik wil graag een reis boeken.”

“Daar kunnen wij u zeker bij helpen. U weet dat wij vooralsnog alleen reizen ten behoeve van de hadj verzorgen?”

“Ja, dat weet ik,” bevestig ik. “Ik wil dit jaar nog gaan.”

“Dat kan nog net. Moment alstublieft, dan pak ik ons boekingssysteem erbij.” Er klinkt enig getyp waarna de vrouw verder spreekt: “Goed, u weet dat bij ons elke reis inclusief visumaanvraag, vliegtickets, hotels en vervoer tussen locaties is?”

“Ja, dat is mij bekend. Ik heb al eens eerder met jullie contact gehad en over de reis gesproken. Vanmorgen nog zelfs.”

“Ah, dan heeft u een collega van mij gesproken. Vanochtend hebben we iedereen gebeld die eerder interesse heeft getoond in de hadj maar nog niet heeft geboekt.”

“Slim.”

Fictie Feuilleton - Dagboek van een uitkeringstrekker, deel 12: Freek

Onze roman in stukjes gaat verder! Vorige week las u deel 11, vandaag deel 12. Het complete verhaal leest u van onder naar boven in ons Fictie Feuilleton dossier*. *

Donderdag 14 april 2016  

Vandaag ga ik kennis maken met mijn “maatje”. Een andere zogenaamde recente werkloze. Een werkloze die om bepaalde redenen aan mij is gekoppeld met het idee dat we elkaar kunnen helpen om sneller aan werk te komen. Als we allebei binnen zes maanden werk vinden, krijgen we ieder een bonus van EUR 250.

Als ik enkele minuten in de wachtruimte zit besluit ik de brief uit de binnenzak van mijn jasje te halen. Brieven die de gemeente stuurt moet je altijd meenemen naar afspraken. Het zijn bewijsstukken waarmee je als werkloze kunt aantonen dat je daadwerkelijk een afspraak hebt bij de gemeente. Ik vouw de brief open en lees de tekst.

Mijn maatje heet Freek van Vuure tot Beregein.  

Freek heeft vast dezelfde brief gehad als ik. Daarin heeft hij gelezen dat hij gekoppeld is aan ene Eren Yilmaz. Heb ik weer, moet Freek gedacht hebben, word ik gekoppeld aan een ongeletterde allochtoon die niet wil werken.  

Freek dus. Vandaag ga ik hem ontmoeten in het bijzijn van mijn klantmanager. Ik vraag me af wat voor soort persoon Freek is. De naam doet chique aan. Alsof hij van adel is. Hij heeft vast en zeker een universitaire studie afgerond. Rechten. Of misschien geneeskunde. Misschien is Freek wel een chirurg. Hoewel, die hebben bijna altijd een goed betaalde baan. Alleen chirurgen die verkeerd snijden worden werkloos en die wil je niet als maatje.

Terwijl ik in de wachtruimte zit, kijk ik om me heen. Zou Freek er al zijn? En wie zou hij dan zijn? Ik tel elf mannen in de ruimte. Behoorlijk aantal allochtonen. Die zullen vast geen Freek heten. Die vallen af. Blijven er vijf over.

Fictie Feuilleton - Dagboek van een uitkeringstrekker, deel 11: Mama

Onze roman in stukjes gaat verder! Vorige week las u deel 10, vandaag deel 11. Het complete verhaal leest u van onder naar boven in ons Fictie Feuilleton dossier*. *

Woensdag 13 april 2016, einde middag  

Als mijn moeder de deur opent, spreekt ze me aan op mijn slechte timing. Ik heb (voor de zoveelste keer) precies aangebeld op het moment dat er allerlei spannende zaken spelen in één van de Turkse soaps die ze volgt. Ik wil aangeven dat het nu eenmaal niet anders kan met een moeder die vierentwintig uur per dag naar televisie kijkt, maar houd me wijselijk in.

“Jij moet dat ook doen Eren,” zegt ze terwijl we samen de huiskamer binnen lopen. “Vaker naar Turkse televisie kijken. Dat is goed voor je taal, Eren. Jij moet de taal wel bijhouden. En dan kunnen wij er samen over discussiëren.”

Discussiëren. Niet over mijn levenskeuzes maar over de ontwikkelingen in een soap.

Soms vraag ik me af of mijn moeder trots op me is. In de familie ben ik de enige die een opleiding op universitair niveau heeft afgerond. Ze heeft er nooit veel over gezegd. Toen ik mijn plan bekend maakte om een heuse studie te gaan volgen, stelde ze vooral veel vragen. Of het niet beter was als ik gewoon aan het werk ging. Net als mijn broers. Ik hoefde niet per se in de patat te gaan, zoals mijn vader graag wilde, maar gewoon, iets met mijn handen doen. Daar zijn Turken goed in, zei mijn moeder. Je hoofd moet je niet teveel gebruiken. Dan ga je nadenken en domme dingen doen.

Fictie Feuilleton - Dagboek van een uitkeringstrekker, deel 10: Nationale Friettest

Onze roman in stukjes gaat verder! Vorige week las u deel 9, vandaag deel 10. Het complete verhaal leest u van onder naar boven in ons Fictie Feuilleton dossier*. *

Woensdag 13 april 2016, middag  

Rond het middaguur loop ik het Paleis binnen. Mijn vader staat met zijn rug naar me toe en laat net enkele frikadellen in het vet vallen. Als hij zich omkeert en mij ziet staan, verschijnt er langzaam maar zeker een brede glimlach op zijn gezicht. Hij spreidt zijn armen en loopt via een klein klapdeurtje naar me toe. We omhelzen elkaar alsof we elkaar twintig jaar lang niet gezien hebben. Dat is Turks. Zo doen we dat nu eenmaal. Ik hou hem stevig vast en druk hem drie keer tegen me aan. “Vader!” zeg ik. “Eren!” zegt hij. Hij legt zijn handen op mijn schouders en bekijkt me van top tot teen.

Een kleine drie maanden geleden was ik hier voor het laatst. Toen had ik nog werk.

Mijn vader klapt enkele keren met beide handen op mijn schouders en schudt zijn hoofd. “Eren,” zegt hij nogmaals. De weinige bezoekers in de zaak kijken verbaasd naar ons ritueel. “Jullie hebben elkaar zeker lang niet gezien,” merkt een vrouw op terwijl ze een patatje in de mayonaise doopt.

“Dit is Eren, mijn zoon,” zegt mijn vader. Ik knik naar de vrouw, alsof ik wil bevestigen dat de man die nu in mijn wang knijpt inderdaad mijn vader is.

Fictie Feuilleton - Dagboek van een uitkeringstrekker, deel 9: MegaSnackPaleis

Onze roman in stukjes gaat verder! Vorige week las u deel 8, vandaag deel 9. Het complete verhaal leest u van onder naar boven in ons Fictie Feuilleton dossier*. *

Donderdag 7 april 2016  

Hoewel ik al een paar weken zonder werk zit, word ik nog vaak vroeg wakker. Volgens Mehmet duurt het wel even voordat mijn lichaam zich volledig aanpast aan mijn nieuwe situatie. “Maar,” zei hij, “dat komt vanzelf goed. Uiteindelijk word je ’s ochtends om elf uur wakker en ga je pas ruim na middernacht weer naar bed. Dat is het ideale ritme voor een werkloze.”

Terwijl ik een bagel in stukken snijd, besluit ik dat ik vandaag mijn CV ga invoeren op werk.nl. Ik neem een hap, loop naar mijn bureau, en surf naar de site. Na enkele klikken beland ik op de pagina waar ik mijn gegevens kan invoeren. Dat is heel simpel, staat er. Maar twaalf stappen. Ik vul mijn personalia in (ik hoop dat mijn Turkse naam me meteen een streepje tegen geeft), vertel iets over mijn opleidingen en cursussen (en met name het gebrek daaraan), vul mijn werkervaring in (waarbij ik mijn prestaties en posities zoveel mogelijk bagatelliseer), geef zogenaamde zoekberoepen op (beroepen die ik graag zou willen uitvoeren, waarbij ik vooral posities noem die onhaalbaar zijn), noem een beperkt aantal competenties, geef mijn (gebrek aan) talenkennis op, en roep iets over het niet hebben van een rijbewijs.

Nadat ik alle gegevens nog een keer heb gelezen om er zeker van te zijn dat iedere recruiter meteen afhaakt bij het zien van mijn CV, druk ik op de knop “Activeer mijn CV”.

Fictie Feuilleton - Dagboek van een uitkeringstrekker, deel 8: Geloofsding

Onze roman in stukjes gaat verder! Vorige week las u deel 7, vandaag deel 8. Het complete verhaal leest u van onder naar boven in ons Fictie Feuilleton dossier*. *

Woensdag 6 april 2016, later op de ochtend

In de stad waar ik woon zitten alle uitzendbureaus in dezelfde straat. Netjes naast elkaar. Alsof ze weten dat werklozen verplicht zijn om zich bij minimaal vijf stuks aan te melden. Wel zo gemakkelijk.  

Vandaag kies ik voor Randstad en Start. Ik start met Randstad. Terwijl ik het kantoor benader realiseer ik me dat dit de eerste keer wordt dat ik een uitzendbureau van binnen ga zien.  

Voordat ik binnenstap, kijk ik door het raam van het kantoor naar een groot scherm waarop allerlei vacatures voorbijkomen. Er wordt met spoed gezocht naar mensen die voor DAF, Philips en Nuon willen werken. Verkoper, Assemblagemedewerker, Spuiter, Kwaliteitscontroleur, Systeem tester, Magazijnmedewerker.  

Als ik langs het scherm naar binnen kijk, zie ik dat het kantoor bestaat uit een grote ruimte waarin op het eerste gezicht lukraak twee bureaus zijn geplaatst. Achter het voorste bureau zit een blond meisje, achter het achterste bureau een Aziatisch typje. Beiden druk aan het typen op hun laptop.

Binnen is bijna alles blauw. Het tapijt, de muren, stoelen en zelfs de lampen. Het doet me ergens aan denken, maar ik weet niet meteen wat.

Terwijl ik binnen stap zie ik dat de twee meisjes tegelijkertijd opkijken en hun meest vrolijke gezicht opzetten. “Goedemorgen,” zegt de blonde met een vriendelijke glimlach. “Bent u op zoek naar werk?”  

“Nou,” zeg ik terwijl ik verder naar binnen loop, “ik kom eigenlijk voor een broodje döner.”

Fictie Feuilleton - Dagboek van een uitkeringstrekker, deel 7: Zes maanden werkloos

Onze roman in stukjes gaat verder! Vorige week las u deel 6, vandaag deel 7. Het complete verhaal leest u van onder naar boven in ons Fictie Feuilleton dossier*. *

Dinsdag 5 april 2016, middag  

“Dat is geen enkel probleem,” zegt de vrouw aan de telefoon. “Als u vandaag besluit om deel te nemen aan de hadj, dan maken wij alles voor u in orde en kunt u dit jaar nog afreizen.”

“Ook het visum?” vraag ik terwijl ik notities maak.

“Natuurlijk, wij bieden een volledige service. Dat betekent dat we ook uw visum regelen.”

Terwijl ik probeer het lopende gesprek tot me door te laten dringen, merk ik dat de twijfel toeslaat. De hadj hoort geen luxe vakantie te zijn, maar een tijd van bezinning.

“Blijft de hadj nog wel authentiek op deze wijze?” informeer ik.

“Authentiek? Natuurlijk. U doet overdag precies hetzelfde als alle andere deelnemers. Het feit dat u in een relatief goed hotel slaapt, doet daar niets aan af. Sterker nog, dat geeft u juist de mogelijkheid om tot rust te komen. U hoeft zich in ieder geval geen zorgen te maken over uw nachtrust en veiligheid.”

Fictie Feuilleton - Dagboek van een uitkeringstrekker, deel 6: Solliciteren kan iedereen

Onze roman in stukjes gaat verder! Vorige week las u deel 5, vandaag deel 6. Het complete verhaal leest u van onder naar boven in ons Fictie Feuilleton dossier*. *

Dinsdag 5 april, 2016  

Om kwart voor tien in de ochtend meld ik me bij de gemeente om de eerste sessie van de cursus “Solliciteren kan iedereen” te volgen. Zaal C14 is, afgezien van een nerveus ogende man die voorin de zaal druk met zijn laptop bezig is, helemaal leeg. Ik wil hem goedemorgen wensen, maar hij is te druk met het invoeren van allerlei combinaties op zijn toetsenbord teneinde de beamer aan de praat te krijgen. Zonder resultaat.

Ik haal mijn schouders op en neem plaats op de achterste rij. Er ligt een blocnote en een scherp geslepen potlood klaar. En een paar pepermuntjes op een klein schoteltje.  

Als ik zit, bekijk ik de man eens goed. Hij is kleiner dan ik, nauwelijks 1 meter 70. Lichtblond, dun wordend haar, al schat ik hem nog geen dertig. “Vreemd,” hoor ik hem mompelen. Hij haalt zijn smalle schouders op en loopt naar een telefoon die in de hoek van de ruimte aan de muur hangt. Als hij verbinding heeft, zegt hij: “Ja, ik zit in zaal C14. De beamer werkt niet… Ja… C14... Graag. Dank.”

Enkele minuten later, ik ben nog altijd de enige cursist in de ruimte, komt een IT mannetje van een jaar of vijftig de zaal binnengelopen. Hij begeeft zich naar de voorkant van de ruimte, wisselt enkele woorden met de jongen en bukt daarna richting de laptop. Hij checkt of alle kabeltjes goed zitten, duwt daarna enkele toetsen in, en ja hoor, achter hem komt het scherm tot leven.  

Terwijl het IT mannetje vertrekt stromen de eerste mede-cursisten langzaam de zaal binnen. De meesten kijken rustig om zich heen voordat ze plaatsnemen. Alsof ze willen weten met wie ze werkloos zijn geworden.  

De hadj blijft door mijn hoofd spoken. Hoeveel zou een reis naar Mekka kosten? Drieduizend euro? Meer? Als ik zou gaan, moet ik dan reisgenoten vinden? Een paar neven? Of ooms? Mijn broers? En hoe zit het met een visum? Heb ik die eigenlijk nodig? En kan ik die nog aanvragen of ben ik al te laat? Wil ik dit jaar eigenlijk wel gaan? Het kost me heel wat vakantiedagen. En bijna al mijn spaargeld.

De cursusleider kijkt op zijn horloge, loopt naar de deur van de zaal en sluit deze. “Goed,” zegt hij terwijl hij in zijn handen wrijft. “De groep is iets kleiner dan ik had verwacht, maar laten we van start gaan.” Hij loopt naar voren en neemt plaats achter een simpel spreekgestoelte. “Welkom allemaal bij de cursus solliciteren. Vandaag ga ik jullie laten zien hoe je passende vacatures op het internet kunt vinden en hoe je een CV kunt aanmaken op de website werk.nl.”

Een jonge vrouw op de rij voor me steekt haar vinger op. “Meneer,” zegt ze. “Wat is een CV?”

Fictie Feuilleton - Dagboek van een uitkeringstrekker, deel 5: De hadj

Onze roman in stukjes gaat verder! Vorige week las u deel 4, vandaag deel 5. Het complete verhaal leest u van onder naar boven in ons Fictie Feuilleton dossier*. *

Zondag 3 april 2016

Terwijl ik de post uit mijn brievenbus haal, denk ik terug aan mijn eigen carrière, voor zover er van “carrière” kan worden gesproken. Ik heb in totaal twee werkgevers gehad. Na mijn studie kon ik direct aan de slag bij het vertaalbureau waar ik een jaar eerder stage had gelopen. Van een sollicitatie was nauwelijks sprake. Ik mocht langskomen bij de directrice, zelf een Turkse, om een kort gesprek te voeren over hetgeen van mij werd verwacht. Nog tijdens de meeting kreeg ik een mooi salaris aangeboden en ging daar veel te snel mee akkoord. 

Hoewel ik bij het gesprek had aangegeven dat ik graag mijn kennis van de Engelse taal wilde benutten tijdens mijn werk, kwam daar in de praktijk weinig van terecht. Vlak voor mijn komst had het bedrijf een lucratief meerjarencontract getekend met de Rijksoverheid. Een hele reeks aan folders, documenten en websites moest naar het Turks worden vertaald teneinde de Turken in Nederland betere service te verlenen. Ik werd, op een enkele uitzondering na, volledig ingezet op werkzaamheden die volgden uit het contract dat het bureau had gesloten met de overheid. Dat ik de Turkse taal niet volledig beheerste, maakte volgens de directrice niet zoveel uit. “De mensen die het lezen, beheersen de taal vast niet beter dan jij,” zei ze. “Jij hebt gestudeerd Eren, jij bent een stuk verder dan de meeste Turken in dit land.” 

Ik vertaalde brochures over het bevolkingsonderzoek borstkanker voor het RIVM, websites over de procedure bij scheiden voor het Ministerie van Algemene zaken, allerlei stukken over gezinshereniging, een hele reeks flyers over de Zorgverzekeringswet, een brochure over het behalen van je rijbewijs en heel specifieke documenten met titels als “Je bent als verdachte aangehouden en meegenomen naar het (politie)bureau of naar een andere verhoorlocatie. Wat zijn je rechten?”.

Fictie Feuilleton - Dagboek van een uitkeringstrekker, deel 4: De inspanningsperiode

Onze roman in stukjes gaat verder! Vorige week las u deel 3, vandaag deel 4. Het complete verhaal leest u van onder naar boven in ons Fictie Feuilleton dossier*. *

Dinsdag 29 maart 2016

Geachte heer Yilmaz,

Recent is aan u een bijstandsuitkering toegekend. Als gemeente hebben wij tot doel om u zo snel mogelijk weer aan (betaald) werk te helpen.

Uit onderzoek is gebleken dat de kans op een snelle terugkeer op de arbeidsmarkt in grote mate wordt bepaald door de activiteiten die een uitkeringsgerechtigde gedurende de eerste vier weken na het toekennen van een uitkering uitvoert.

Teneinde u te helpen om een goede start te maken met uw terugkeer naar de arbeidsmarkt, geldt daarom een inspanningsperiode.

Op 4 april 2016 gaat uw inspanningsperiode in. Gedurende een periode van vier weken dient u een aantal activiteiten te volbrengen die de kans op het snel vinden van werk verhogen. Hierna worden deze activiteiten kort beschreven.

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.