Fictie Feuilleton - Dagboek van een uitkeringstrekker, deel 19: Blind date
Onze roman in stukjes gaat verder! Vorige week las u deel 18, vandaag deel 19. Het complete verhaal leest u van onder naar boven in ons Fictie Feuilleton dossier*. *
Vrijdag 29 april 2016, avond
Mijn date heet Simone en vanavond ontmoet ik haar in De Bistro, een klein tentje in het centrum van de stad. Als ze vraagt wat voor werk ik doe, ga ik haar de waarheid vertellen. Ik ben docent Engels, maar ik zit sinds kort zonder werk omdat de scholengemeenschap waar ik werkte een te duur gebouw heeft neergezet, waardoor op docenten bespaard moest worden. Simone is zelf docent en kent het verhaal waarschijnlijk al.
Mijn tennismaatje Simon heeft me vanochtend laten weten dat ze 31 is, niet eerder getrouwd is geweest, geen kinderen heeft, en te herkennen is aan een boek onder haar arm.
Als ik om zeven uur op mijn fiets stap, probeer ik me voor te stellen hoe Simone eruit ziet. In de vierde klas van de middelbare school zat ook een Simone. Simone Duivenstein, als ik me goed herinner. Ze had lang blond haar met een lichte slag erin. En felblauwe ogen. Een mooi meisje, achteraf bezien. Lang en dromerig. Na dat vierde jaar verdween ze van school. Niemand wist waarheen. Volgens sommigen zouden haar ouders naar het buitenland zijn verhuisd, maar anderen fluisterden dat ze een relatie had gekregen met een rijke sjeik en sindsdien in een paleis in Saudi Arabië woonde.
Ik val niet op blond haar en blauw ogen.
Na een ritje van nog geen tien minuten arriveer ik bij De Bistro. Eén vooroordeel heb ik bij voorbaat ontkracht: deze Turk is op tijd.
Nadat ik mijn jas heb afgegeven, brengt een jongen van het restaurant me bij het tafeltje dat Simon voor ons heeft gereserveerd. Mooi bij het raam.
Een paar jaar geleden heb ik gedurende een periode van enkele maanden doorlopend dates gehad. Via vrienden maar ook via datingsites. Nooit wat geworden. Er waren vervolgdates. En leuke tijden. Maar relaties zijn nooit tot stand gekomen.
Ik neem plaats op de stoel die me zicht op de ingang van het restaurant geeft. Om half acht is het raak. Een vrouw met lang donker haar loopt enigszins onwennig de zaak binnen. Ik kijk naar haar benen – en zie hier, een nieuw bewijs dat ik geen 100% Turk meer ben, ik kijk altijd eerst naar de benen van een vrouw – en stel vast dat ze lang en dun zijn. Zoals ik het graag zie. Maar het boek onder haar arm ontbreekt. Dit is Simone niet.
Ik besluit mijn blik weer op de straat te richten en zie twee mensen richting het restaurant lopen. Eén van hen is een vrouw met halflang blond haar. Een typische Simone. Maar niet mijn Simone. Het boek onder haar arm ontbreekt en, nog belangrijker, ze heeft haar arm om de schouders van een man geslagen.
Het zal nog wel even duren, besluit ik. Maar dan, net als ik met het puntje van mijn wijsvinger tegen de bovenkant van de brandende kaars op ons tafeltje duw, klinkt een vrolijke vrouwenstem:
“Hallo? Eren?”
Ik kijk opzij en zie haar op een meter of drie van mijn tafeltje staan. De vrouw met de mooie benen, met het donkere haar. “Ben jij Eren?” vraagt ze met een glimlach op haar gezicht.
Ik knik en terwijl ik gehaast probeer op te staan stoot ik mijn linkerknie tegen de onderkant van de tafel. “Ja,” zeg ik snel. “Ik ben Eren…”
“Gaat het?” Ze knikt in de richting van mijn knie.
“Ja hoor,” antwoord ik terwijl het voelt alsof mijn knieschijf is verbrijzeld. “Nee prima hoor. Niks aan de hand. Alleen een beetje gestoten. Jij bent Simone?”
Ze knikt. “Jazeker.”
Ik wijs naar haar arm. “Geen boek?” vraag ik.
“Vergeten!” zegt ze terwijl ze haar hand voor haar mond gooit. “Wat stom!”
Een kwartier en een heel gesprek later bekijken we de menukaart. Simone is leuk, weet ik inmiddels. Vrolijk, gezellig, en vol met humor. En ik vind haar aantrekkelijk. Een beetje Frans misschien, maar haar donkere haar en donkerbruine ogen spreken me aan.
“Jij eet zeker geen varkensvlees?” vraagt ze van achter haar kaart.
“Klopt. Dat is niks voor mij.”
“Ik ben vegetarisch, dus ik eet ook nooit varkensvlees.”
“Oh?” Ik kijk over de kaart naar Simone.
“Geen zorgen hoor, ik ben niet zo’n doorgeslagen veganist. Het valt mee.”
Dat zijn de ergste. De mensen die zeggen dat het bij hen wel “meevalt”. Ik moet slim zijn. Geen dik, bloederig stuk vlees bestellen. Dat gaat ze niet op prijs stellen.
Terwijl ik daar juist zo’n trek in heb.
“En, ben je eruit?” vraagt Simone.
“Bijna wel,” zeg ik zonder enig idee te hebben wat ik zal nemen. Misschien moet ik maar voor vis gaan. Dat is minder erg dan vlees. Of moet ik helemaal voor safe gaan? Een salade? Ik eet die dingen nooit. Sla is voor konijnen, niet voor mensen. Maar toch, ik wil een goede indruk maken op Simone. Misschien moet ik maar door de zure appel heen bijten. “Wat neem jij?” informeer ik tussen neus en lippen door. Ondertussen overweeg ik mijn opties. Salade witlof. Dat nooit. Dat spul heb ik nog nooit door mijn keel kunnen krijgen. Ooit een keer geprobeerd, in een vlaag van verstandsverbijstering, en toen moesten omstanders bijna 112 bellen. Nou goed, misschien was het niet zo erg, maar de witlof brandde een gat in mijn slokdarm.
“Ik…,” begint Simone. “Ik zit te denken aan die salade met witlof. Die heb ik hier eerder gehad en beviel toen goed.” Ze wijst met haar vinger naar de plek op de kaart waar de salade staat. “Hij is gevuld met rozijnen, broccoli, granaatappel, en zoete aardappels. Ja, laat ik die maar doen.”
“Klinkt… heerlijk,” lieg ik. Natuurlijk. Witlof is typisch zo’n goedje voor vegetariërs. Dat had ik kunnen weten. En nu kan ik helemaal niet meer terug. Nu moet ik wel een salade nemen. Asperges. Laat ik dat maar doen. Asperges met buffelmozzarella, pesto, ei en croutons. Dat eet ik bij thuiskomst nog wel een broodje döner.
“Ik neem de asperges,” zeg ik. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is. “De salade.”
Ze glimlacht. “Gezellig! Allebei een salade. Weet je zeker dat je de salade witlof niet neemt? Die kan ik je echt aanbevelen.”
“Heb ik overwogen,” zeg ik terwijl ik de kaart dicht sla. “Lijkt me ook heerlijk, maar vandaag ga ik voor de asperges.”
Als de ober even later bij ons staat, laat ik Simone eerst haar salade bestellen. Daarna zeg ik vastberaden: “Voor mij graag de salade asperges.” Terwijl ik bestel, dringt het beeld van een heerlijk, goed gevuld broodje döner zich aan me op. Straks Eren, straks. Als de date voorbij is.
“Excuus,” zegt de jongen dan. “We zijn helemaal door de asperges heen. Het gerecht is populair vanavond. Kan ik iets anders voor u noteren?”
“Nou,” zeg ik, “Dan zou ik…”
“Geen probleem,” onderbreekt Simone me. “Dan wordt het twee keer de salade witlof. Toch Eren?”
Voordat ik iets kan zeggen, herhaalt de jongen de bestelling. “Twee keer de witlof,” zegt hij gedecideerd. “Uitstekend.” Hij pakt de menukaarten van tafel en vertrekt.
***
Simone blijkt het oneindig lang herkauwen van witlof meer dan waard. Twee uur lang praten we over de idiote wereld van docenten. Over scholieren, collega’s, directeuren, besturen, cursussen en uit de hand gelopen verbouwingen. En met de minuut word ik vrolijker.
Tegen tien uur, na het wegwerken van een matig dessert dat desondanks heerlijk smaakte, biedt ze aan om de rekening te delen. “Ik heb tenslotte twee prosecco’s gedronken,” merkt ze op, “en jij hebt je beperkt tot bruisend water.”
“Geen sprake van,” zeg ik hoofdschuddend. “Ik ben dan misschien wel semi-geïntegreerd, deze Turk zal de rekening nooit door een vrouw laten betalen.”
Simone glimlacht: “Eren,” begint ze. “Ik zou het leuk vinden om dit nog een keer met je te herhalen.”
“En ik met jou,” zeg ik. “Maar dan, eh, zonder de witlof, als je het niet erg vindt.”
Ze lacht en zegt: “Dat dacht ik al, ik zag je zwoegen op elk stukje!”
Reaguursels
Dit wil je ook lezen
Dr. Sid Lukkassen loopt blauwtje bij Douwe Bob
Terwijl: die is niet echt kieskeurig
Fictie Feuilleton - Dagboek van een uitkeringstrekker, deel 53 (EINDE): Een baan
Onze roman in stukjes is ten einde! Vorige week las u deel 52, vandaag hel allerlaatste stuk, deel 53. Het complete verhaal leest u van onder naar boven in ons Fictie Feuilleton dossier*. *
Fictie Feuilleton - Dagboek van een uitkeringstrekker, deel 52: Tewerkstelling
Onze roman in stukjes gaat verder! Vorige week las u deel 51, vandaag deel 52. Het complete verhaal leest u van onder naar boven in ons Fictie Feuilleton dossier.
Fictie Feuilleton - Dagboek van een uitkeringstrekker, deel 51: De schrijfcursus
Onze roman in stukjes gaat verder! Vorige week las u deel 50, vandaag deel 51. Het complete verhaal leest u van onder naar boven in ons Fictie Feuilleton dossier.
Fictie Feuilleton - Dagboek van een uitkeringstrekker, deel 50: Niet elk baantje
Onze roman in stukjes gaat verder! Vorige week las u deel 49, vandaag deel 50. Het complete verhaal leest u van onder naar boven in ons Fictie Feuilleton dossier.
Fictie Feuilleton - Dagboek van een uitkeringstrekker, deel 49: De hadj
Onze roman in stukjes gaat verder! Vorige week las u deel 48, vandaag deel 49. Het complete verhaal leest u van onder naar boven in ons Fictie Feuilleton dossier.
Fictie Feuilleton - Dagboek van een uitkeringstrekker, deel 48: Owen
Onze roman in stukjes gaat verder! Vorige week las u deel 47, vandaag deel 48. Het complete verhaal leest u van onder naar boven in ons Fictie Feuilleton dossier.
Fictie Feuilleton - Dagboek van een uitkeringstrekker, deel 47: Naar Turkije
Onze roman in stukjes gaat verder! Vorige week las u deel 46, vandaag deel 47. Het complete verhaal leest u van onder naar boven in ons Fictie Feuilleton dossier.
Fictie Feuilleton - Dagboek van een uitkeringstrekker, deel 46: Knallen
Onze roman in stukjes gaat verder! Vorige week las u deel 45, vandaag deel 46. Het complete verhaal leest u van onder naar boven in ons Fictie Feuilleton dossier.
Fictie Feuilleton - Dagboek van een uitkeringstrekker, deel 45: Inkomsten
Onze roman in stukjes gaat verder! Vorige week las u deel 44, vandaag deel 45. Het complete verhaal leest u van onder naar boven in ons Fictie Feuilleton dossier.