Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (5)
Tuur achter de tap in het Stamcafé
Woensdag 1 februari
Zowaar een lichtpuntje in mijn droeve bestaan, wachtend op de verlossende zeisslag van mijn trouwe metgezel Magere Hein alias the Grim Reaper: mijn nieuwe bestseller De Boze Blanke Man is uit!
U kunt dit vrolijke boekje het best direct scoren bij mijn uitgever (gesigneerd en gepreegd) want als u het bij de boekhandel koopt, pakt die 42% van de verkoopprijs. En bij Ezo Wolf krijgt u mijn geschriften ook nog eens gepreegd en gesigneerd. Wat wil een mens nog meer? Ja, 'zuipen, hoeren neuken en nooit meer werken!', hoor ik de trouwe lezer denken.
Vorige week vertelde ik u hoe ik van luchthaven Charleroi naar professor Teun Voeten in Antwerpen treinde. Die had een pan troostende erwtensoep op het vuur staan en dat was maar goed ook, want ik was een beetje droefgeestig geworden van het grauwe weer en van de spuuglelijke mensen in de trein, die bovendien heel vies roken. Mijn geurenkabinet sloeg spontaan aan en ik was weer terug in het België van 1980. In dat geurenkabinet koester ik reukherinneringen, van de ochtendbolus van mijn vader in combinatie met sigarenrook tot zuur vagijnzweet op een Texelse camping in 1975 en gifgroene slingerpoep als gevolg van een bedorven broodje warm vlees in een sloppenwijk van Caïro, medio augustus.
Al in 1980 woonde ik in Antwerpen, aan de Italiëlei, en 't Stad was een punkparadijs, met kroegen als het oude Pannenhuis, de Groene Michel, de Vagant en de legendarische Cinderella aan de Stadswaag, kroegen die nooit sloten en waar je als een zot de pogo kon springen of kon stuiteren op geweldige Jamaicaanse dub. De Belgische punks waren hartstikke lief en ik had nog een poosje kennis aan Bie, die er gevaarlijk uitzag maar altijd op fluistertoon sprak, een euvel dat vaker voorkomt bij Vlaamse maskes. Ik heb Bie nooit boos gezien, terwijl ik me soms best wel misdroeg. Ik zag de sinjoren eigenlijk alleen maar boos worden als Nederlanders na een nacht stappen stomdronken tegen de kathedraal en de kerken rond de Vogeltjesmarkt stonden te pissen.
Na fijne man-tot-man-gesprekken met den Teun, bleef ik alleen achter in de keuken en ging ik Belgische plaatjes draaien, van TC Matic, Gorki, dEUS to Adamo en Bobbejaan Schoepen. Ik denk vaak dat ik een Slavische ziel heb. Melancholisch, op het pathetische af, en vooral wanneer ik drink. Gelukkig heb ik nooit een een kwade dronk. Hoogstens een kwade kater.
Donderdag 2 februari
Trein van Antwerpen naar Brussel. Een jeugdbende, met leden van tint en leden van kleur, wringt zich door de stampvolle trein heen, woest gebarend en dreigend kijkend. De passagiers zijn bang. Belgikistan op zijn engst. Binnen een paar dagen vond er een steekpartij plaats in metro Schuman, bij de ingang van het Europees Parlement, met drie gewonden waarvan een levensgevaarlijk, en kort daarvoor een steekpartij op het station Zuid in Brussel.
Brussel is een hellegat. Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat ik ook de mooie, romantische kanten van Brussel heb gezien, hartje zomer, tijdens mijn wittebroodsweken met Paula, kort voor we naar Zuid-Amerika vertrokken. Maar tijdens die honeymoon kreeg ik flink klop van een roedel Marokkanen in de Marollen, die Paula - die in een kort rokje liep - uitscholden voor hoer. Ik riep nik bebek! naar de kwapoetsen - dat betekent 'neuk je vader' - en toen was er uiteraard ambras.
De treurigheidheid van de stad is het best beschreven door Serge van Duijnhoven, in zijn essay Een existentieel gebrek aan amour propre.
Van Duijnhoven: “Volgens velen is Brussel een lelijke of ronduit monsterlijke stad, het waterhoofd van een Siamese tweeling. Of drieling wellicht, als men het Europese district wil meetellen als een soort DC. Maar in plaats van als onooglijk samenraapsel, kan men Brussel ook zien als een surrealistische collage van onwerkelijke combinaties die in het dagelijks leven op elkaar zijn geplakt. Wie zich kan vinden in Lautréamonts omschrijving van schoonheid als ‘de toevallige samenkomst van een parapluie en een naaimachine op een operatietafel’, heeft in deze stad niets te klagen. Brussel is even artificieel, hybride, gelaagd, contradictorisch, lelijk, schitterend, chaotisch, problematisch en boeiend als het land waar het de hoofdstad van is. Geen makkelijke stad, geen wezen dat zich gemakkelijk bloot geeft of haar bewoners met open armen ontvangt. Toch voel ik me hier meer dan elders op m’n gemak. ‘O Brussel ik min uw fragmenten en uw wonden’, schreef Geert van Istendael in zijn vele malen herdrukte meesterwerkje Arm Brussel (uitgeverij Atlas). ‘Brussel benadert de schoonheid van Praag niet eens, maar zou ik wel zonder de Brusselse lelijkheid kunnen leven?’ vraagt Van Istendael zich af. Ik in elk geval niet. Toch sta ik er elke keer weer van versteld, hoeveel Vlamingen bang zijn voor Brussel of er ronduit een hekel aan hebben. Zelfs progressieve theatervrienden vinden deze stad te min, goor en gevaarlijk om er hun kinderen op te voeden. De Vlaming woont eigenlijk alleen graag 'op de buiten', in het verkavelde landschap tussen koeienweide, asfalt en meubelboulevard, en in de beschermende nabijheid van een kerktoren. Brussel heeft vele minder leuke kanten, dat zie ik ook wel - en heb ik aan den lijve ondervonden toen ik door een bende Marokkanen in de Hoogstraat het ziekenhuis in geslagen en geschoten ben - met een schedelfractuur en hevig bloedend uit diverse wonden. Maar dat is een ander verhaal, dat niet zozeer enkel met Brussel als wel met het probleem van Marokkaanse schoffies&de Marokkaanse gemeenschap tout court, te maken heeft. Voor de lelijkheid van de stad kan niemand blind blijven. Brussel is in vele opzichten een opengebarsten puist van bijtende contrasten. Art nouveau-monumenten vind je er pal naast stinkende fabrieken, verlaten koninklijke paleizen vermengen zich met verpauperde wolkenkrabbers, krottenwijken en villaparken. Maar de schoonheid die ondanks alles door alle bacteriële vuiligheid heen schemert is zo overtuigend en vooral ontwapenend dat je de rest er zonder meer bij neemt. Als je tenminste geneigd bent de stad de kans en vooral – het respect te geven die het verdient. De onveiligheid en smerigheid van de stad, zijn problemen die de reizigers in Brussel terug in het gezicht geslingerd krijgen ten gevolge van een algeheel gebrek aan beide ten aanzien van de metropool. Het arme Brussel is, zowel in Europa als in gans België, vele malen minder geliefd dan gehaat.”
In het parlement interview ik voor GeenStijl Philip Claeys en Gerolf Annemans, die graag mijn boekjes leest en zelf een prachtig boek, De Ontvoering van Europa, schreef, en woon ik een plenaire vergadering bij van de fractieIdentiteit en Democratie. Daarna nog een interview met Vlaams Belang-voorzitter Tom van Grieken, dat inmiddels op GeenStijl staat.
Het parlement - een krioelende mierenhoop - maakt mij zo mogelijk nog treuriger dan de trein van Antwerpen naar Brussel. Ik kwam hier regelmatig tijdens mijn huwelijk met Edith Mastenbroek, die Europarlementariër was. Mijn liefde voor de EU is mettertijd verdwenen. In eerste instantie vond ik het allemaal geweldig, een grenzeloos Europa en één munt. Toen er tien landen bij kwamen, maakte ik een driedelige radiodocumentaire voor de staatsomroep. Dat was letterlijk hoeren en snoeren in de tijd van de baas, met uiteraard een literair vernisje want ik ben niet van de straat. Maar er is een monster gebaard, met een fopparlement vol nuttige idioten als Sophie in ’t Veld (heb je die vijf ton al terugbetaald, poes?). De Europese Raad bepaalt alles, de lidstaten zijn gedegradeerd tot stompzinnige stemcomputers. De komende weken laat ik Philip Claeys en Gerolf Annemans uitgebreid aan het woord over Brussel en de EU, en met name over hun verzet tegen de Green Deal van Frenske.
Tijdens de wandeling van het EP naar Brussel Centraal, passeer ik het huis waar ik met Edith woonde en de etage waar ik met Paula woonde. Pfffffff…
Vrijdag 3 februari
Rob Muntz in the house. Ik haal hem op in het Centraal Station van Antwerpen en we wandelen naar een kroeg in de Jodenbuurt, tegenover het spoor. Binnen zit personeel van de Spoorwegen te kaarten en te zuipen (het is elf uur ‘s ochtends) en buiten fietsen en rennen de chassidim. Koningin Shabbat komt er aan! Ineens mis ik Jeruzalem, voor het eerst in lange tijd. En Jeruzalem is Conny. Mus vond het enige om op vrijdagavond in zijn Rover door Jeruzalem te rijden, met Rene Froger keihard op de luidsprekers, en met name door de buurten waar er stenen naar auto’s werden gegooid omdat die de sjabbesrust verstoorden.
Een van de dolste avonden bij Mus thuis (en dat waren er nogal wat), was tijdens de uitzending van het songfestival waaraan Dana International meedeed. Conny had een bonte verzamelingen nichten uitgenodigd en we waren uiteraard uitzinnig toen ons aller Dana won. Kort daarna ging ik met Mus en Dana stappen in Tel Aviv. Dat werd zoals gewoonlijk een latertje en pas honderd jaar na mijn dood zal gepubliceerd worden wat er toen tussen mij en Dana is gebeurd. Laat ik het zo zeggen: haar kosjere huishouding (ze is behoorlijk vroom, gek genoeg) was niet meer zo koosjer na mijn bezoek. Conny, die dol was op 'dames' zoals de Amsterdamse The Working Girls, was godzijdank net op tijd vertrokken.
Na het frühschoppen in de kroeg, eten we Libanees bij Tarboush in de Jodenbuurt, met Muntz, Ann en Ruben. Ik ben wederom in een sentimentele bui, want Libanon was met Israël een van mijn grote liefdes. De herinneringen aan Beiroet verbleekten enigszins toen ik in mijn nieuwe grote liefde Zuid-Amerika woonde, al heb ik nog regelmatig contact met mijn Libanese vrienden en vriendinnen, die vertrokken naar Dubai, Canada en de Verenigde Staten.
Een jaar of wat geleden kreeg ik een telefoontje van Philippe Remarque, de toenmalige hoofdredacteur van de Volkskrant. Of ik interesse had om weer correspondent te worden in Beiroet. Ik zat zwaar te chillen met mijn hondjes, in de woeste tuin voor mijn vorige woning in de Algarve en zei tegen Philippe: “Interessant, chef, maar ik moet even overleggen met de meisjes.” Na vijf minuten zei ik tegen hem: “Ik zou best willen maar de hondjes willen niet. Die hebben al die vreselijke reis van Zuid-Amerika naar Portugal overleefd, dit kan ik ze niet aandoen.” Bovendien is Libanon nou niet bepaald een hondenparadijs.
Na de uitgebreide mezze bij de Libanees, door naar het legendarische cafe Het Oude Arsenaal (Gerrit Komrij kwam hier graag) voor een interview met de redactie van 't Scheldt. 't Scheldt is een Belgische website die satire brengt en dat definieert als "shaming individuals or government into improvement". De anonieme auteurs en cartoonisten bedienen zich van ironie, sarcasme, zwarte humor, parodie en absurdisme om pijnpunten in de samenleving aan de kaak te stellen.
Het is een zeer prettig gesprek met veel Kriekjes en Brugse Zotte, over vroegere tijden, hoe wij Nederlanders genoten van de BRT en hoe de Vlamingen genoten van Koot en Bie. Dat alles is voorbij. Wij worden oud maar ook het medialandschap is veranderd. Aan het einde van de middag hobbelen we door naar de Brabobar van het Vlaams Belang, aan de Amerikalei, waar ik heb afgesproken met Filip De Winter en Sam van Rooy. Troubadour Jef Elbers, een van de meest kleurrijke personen van Vlaanderen, treedt op - hier en hier zijn grote hits - en wordt daarna geïnterviewd door Rudy van de redactie van ‘t Scheldt. En het bleef gezellig tot in de kleine uurtjes.
Zaterdag 4 februari
Aarschot, anale driehoek. Dit is la Flandre profonde. De lelijke Belgische huizen! Armetierige frietkotten, spookachtige seksclubs, bij vrijwel alle huizen de rolluiken naar beneden. De nieuwe trend - de fermette is een gepasseerd station - is een voorkant zonder ook maar 1 raam. De Vlaming zit daar binnen met zijn jachtgeweer. You loot, we shoot. My home is my castle. Broodautomaten, wijnautomaten en aardbeienautomaten staan hier gewoon langs de weg, in Nederland zouden ze meteen worden leeggeroofd en gesloopt. Een vrouw in een leren pak komt uit de Spar. Ik hoor de stem van Jambers: 'overdag kuist Marieke bejaardentehuizen, maar ‘s avonds…'
Filip de Winter presenteert zijn boek Omvolking. Hij heeft zijn eigen bodyguards, en een heel legertje van vrijwilligers in gele hesjes. Bij een vorig presentatie in probeerde antifa de boel te verstoren en kwam er ambras. Het is koud, mistig en er hangt een grimmige sfeer. Het zaaltje is afgeladen en Filip houdt een vlammende toespraak van ruim een uur.
Na afloop ben ik in een supermarkt en zie ik vermoedelijk het vieste drankje ooit, gemaakt van supergore colaflesjes-snoep. 's Avonds logeer ik met Muntz en mijn uitgever Otto Wollring bij Ann en Ruben in Hoogstraten. De rel rond Pim Lammers is losgebarsten. Otto weet alles van kinderboeken, want hij werkte jaren bij Kluitman in Alkmaar. Pim Lammers lijkt mij een beste kerel. Ik heb meer moeite met de verklaring van het CPNB: ‘We hebben met grote verontwaardiging en ontzetting kennisgenomen van de bedreigingen en vinden het verschrikkelijk dat een auteur aangevallen wordt. De literaire vrijheid staat hier onder extreme en voor de CPNB onacceptabele druk. We moeten in de nabije toekomst met elkaar het gesprek aangaan over de veiligheid van auteurs.'
Het thema van de Boekenweek is Ik ben Alles, en dat is natuurlijk zo woke als de pest. Non-binariteit zal en moet op de kaart worden gezet, en daaronder vallen ook pedofilie en drag queens die masterclasses geven op kleuterscholen. Ach, ik waarschuwde er al spottend voor in mijn feuilletonreeks De Boze Blanke Man.
“Het thema van de boekenweek 2023 is ‘Ik ben alles’. Volgens de CPNB moeten we ‘Ik ben alles’ zien als een thema dat ‘in een tijdperk van verdeeldheid heel verbindend kan werken’. Met dit thema, aldus de CPNB, ‘vieren we de talloze identiteiten die mensen kunnen hebben’. Kom maar op met de nieuwe Mulisch, dacht ik meteen: een non-binaire, bipolaire, zwarte blinde dwerg met hangtieten en een piemeltje, zich voortbewegend in een rolstoel.Verder viert de CPNB het feest der pluriformiteit met lezingen van Hermanus: een kale vrouw met een lederen pet, een forse knevel, een pielemuis van 30 centimeter - in slappe stand - en een met piercings behangen en met schroeven en pinnen doorboord scrotum. Hun zal in het kader van de Boekenweek in hun blote gat voorlezen aan kinderen van 10, in de leeszaal van Zoutkamp. Na de lezing uit hun debuutroman 'Mijn Eerste Gangbang' zal Hermanus de cursus 'Vuisten voor Beginners' geven. De ouders van de kindertjes wordt vriendelijk verzocht zelf een potje Crisco mee te nemen. Omdat ik als boze blanke oude man wederom niet gevraagd werd om het boekenweekgeschenk te schrijven, schreef ik het zelf maar. De Titel: Ik ben alles maar bovenal een boze blanke man.”
Ik heb zelf ook eens midden in een pedoschandaal gezeten. De redactie van het Amsterdamse studentenblaadje Propria Cures, dat nog met de hand gestencild wordt, in een oplage van twaalf, had Marthijn Uittenbogaard, oud-voorzitter van de politieke partij PNVD en later voorzitter van Vereniging MARTIJN, gevraagd om gastredacteur te worden van hun blad, dat voor de gelegenheid een 'pedospecial' moest worden omdat het weer eens tijd was voor een rel rond het vooraanstaande studentenmagazine. De laatste rel dateerde uit de tijd dat een piepjonge Joop van Tijn en en een puberende Hugo Brandt Corstius redactieleden van PC waren. Marthijn had onder andere Meindert Fennema, Arnon Grunberg, Anton Dautzenberg, Anton Bodoir, Gert Hekma, Stella Bergsma (fap-fap), Kluun, Ayaan Hirsi Ali en mij weten te strikken. Toen ik de naam van Dautzenberg zag, ging ik overstag. Ik vind hem een van de beste schrijvers van Nederland en hij is bovendien een sympathieke vent. Tip: Ik bestaat uit twee letters.
De ‘pedospecial’ kreeg als datum: 6 mei 2021. Precies op de dag dat Pim Fortuyn werd vermoord. De pedospecial zou dan ook opgevrolijkt worden met citaten van Theo van Gogh en Pim Fortuyn. Ik heb een week met tranen in mijn ogen op mijn essay zitten ploeteren omdat ik al mijn hele leven gegroomd wordt door pedofielen, zelfs nu nog op treinstations van Antwerpen en Brussel terwijl ik 63 ben! Nooit eerder durfde ik mijn pijnlijke ervaringen aan het papier toe te vertrouwen. Marthijn was dolblij met mijn essay en toen sloeg het noodlot toe, want ik kreeg al snel een mail van de gasthoofdredacteur van Propria Cures. Mijn stuk was geweigerd door de stokoude gifdwerg Arie Storm, de interim-hoofdredacteur van PC, met het argument dat ik een waardeloze en bovendien fascistische schrijver was en omdat mijn onbegrijpelijke woordenbrei tegen de principes en mores van Propria Cures in druiste. Enfin, u kunt het hier allemaal op uw gemakske nalezen, en uiteraard had de rellette in een glas water tot gevolg dat werkelijk iedereen mijn verboden stuk las. Betere clickbait dan gecanceld te worden door de boosaardige kobold Arie Storm is er niet.
Zondag 5 februari
Zwijndrecht. De nieuwjaarsreceptie van de plaatselijke afdeling van Vlaams Belang in brasserie De Oude Kroon. Een zeer knusse kroeg, afgeladen met keurige Vlamingen. Filip Dewinter geeft een wat kortere versie van zijn omvolkingsspeech van gisteren, in Aarschot. Hij groet mij hartelijk als ik binnenkom met mijn claque. Na afloop aan de toog met Filip, mijn uitgever Otto, Muntz en Ruben. Een geanimeerd gesprek. Otto geeft Filip een exemplaar van zijn bestseller John van den Heuvel, een lustrum lang extreme beveiliging. Vandaag is er geen beveiliging, dat wordt van tevoren ingeschat. Misschien is het nog te vroeg op de dag voor antifa, of te ver van Brussel, waar de hardcore aanhang woont. Dewinter wordt al decennia met de dood bedreigd, en ook zijn gezin, en een paar keer keek hij de dood in de ogen. Twee keer haperde het wapen van een belager op het laatste moment. Toen hij in september 2000 in Amsterdam belaagd werd door krakers en antifa's - hij was te gast bij Buitenhof - dacht hij dat zijn laatste uurtje geslagen had.
Hij doet er laconiek over maar zijn ogen spreken boekdelen. Dewinter privé is een ander mens dan de mediaman Dewinter, een charmante causeur met een coherent verhaal over de economische verschillen tussen Wallonië en Vlaanderen, en het dreigende faillissement van België. Ook hij denkt - net als linkse en rechtse economen - dat België over een jaar of vijf onder curatele komt te staan en hetzelfde gaat gebeuren als in Griekenland, Spanje en Portugal.
Maar in de Belgische media is Dewinter nog steeds de baarlijke duivel, al zijn de knechten en de laven van DPG en Mediahuis op dit moment meer geïnteresseerd in het opstappen van Dries van Langenhove.
De waan van de dag: de knettergekke Sylvana Simons heeft weer eens wat bedacht voor haar electoraat. De Dagelijkse Standaard pikt mijn twiet op: "Je gaat toch bijna geloven dat een stagiair van BIJ1 de hele dag dit soort fopbriefjes zit te schrijven," aldus Van Amerongen.
DDS komt met een goede analyse:
Natuurlijk zijn er een paar problemen met dit briefje. Ten eerste de inhoud: wie kent nou werkelijk iemand die zo denkt? Ten tweede: inhoudelijk doet het briefje 'mannelijk' aan, maar het handschrift is erg vrouwelijk. Dan zijn er nog zaken als: in eerste instantie noemt de auteur het "smetvrees," maar later is dat woord opeens uit elkaar gehaald en wordt het "smet" ruimte "vrees." Het woordje "een" is er zelfs voorgezet. Dan is er ook nog het woordje "durfen" met een "f." Maar elders maakt de auteur dat soort f/v-fouten niet. En dan is er ook nog hoe de auteur hoegenaamd "rasist" (dus met een "s") wilde schrijven in plaats van met een "c." Stuk voor stuk lijken het vooral "fouten" te zijn die bewust gemaakt zijn in een poging om de 'auteur' van het briefje neer te zetten als volstrekt achterlijk (of dronken).
Maandag 6 februari
Gruwelijke beelden van de aardbeving in Syrië en Turkije. Ik heb één keer een echte aardbeving meegemaakt, in oktober 1992 in Caïro. Ik stond met mijn boezemvriend Bart in de bar van het Nijl-Hilton te herstelbieren toen ineens al het glaswerk begon te rammelen dat het een aard had. We keken elkaar aan en dachten hetzelfde: zo’n vreselijke kater des doods hebben we nou ook weer niet. Ik was net begonnen als leerling-verslaggever annex krullenjongen annex retejong bij de Groene Amsterdammer en kon meteen aan de bak in de dampende puinhopen van Caïro.
Recentelijk was er een lichte aardbeving in mijn Algarve. “Een aardbeving met een kracht van 4,4 op de schaal van Richter werd gisteravond om 21:03 geregistreerd door het Portugese Instituut voor de Zee en de Atmosfeer (IPMA) in de Algarve. Het epicentrum bevond zich ongeveer 85 kilometer ten zuiden van Faro. Deze aardbeving heeft, volgens de tot nu toe beschikbare informatie, geen persoonlijke of materiële schade aangericht en werd gevoeld met maximale intensiteit IV (aangepaste Mercalli-schaal) in de gemeente Olhão”, aldus de IPMA.
Ik zat te werken achter mijn bureau toen dat trillen begon, kort maar krachtig. Op YouTube is een Spaanse documentaire zien, getiteld La gran ola (‘De grote golf’). Daarin vertellen gewichtige wetenschappers onomwonden dat de Algarve ieder moment door een tsunami kan worden opgeslokt. Er gaan tienduizenden doden vallen, net als in 1755 toen een aardbeving Lissabon van de kaart veegde. De schokgolven sloopten toen op de koop toe vrijwel geheel de Algarve. Die grote golf kwam hier al eens, zo werd mij regelmatig wijsgemaakt door de locals. En inderdaad: op een extreem hete dag in augustus 1999 werd van overheidswege het bevel gegeven alle stranden van de Algarve te evacueren. Aan de horizon had zich een donkere massa gevormd, van bootjes op zee kwamen noodoproepen over een monstergolf die razendsnel op weg was naar de kust. De chaos was gigantisch en in totale paniek verlieten duizenden badgasten de stranden, waardoor er een enorme verkeersopstopping ontstond. Nederlanders renden uit restaurants zonder de rekening te betalen. Uiteindelijk bleek de tsunami een luchtspiegeling te zijn, een fata morgana.
De lichtgelovige Algarvios doen mij denken aan de Aboriginals in de Australische film The Last Wave van Peter Weir uit 1977. Advocaat Chamberlain wordt ingeroepen als verdediger voor wat op het eerste gezicht een gewone zaak lijkt. Onder de beschuldigden herkent hij echter een Aboriginal die hem in een droom een steen met primitieve inkervingen toonde. Via dromen leert Chamberlain de legende kennen over de whitefellas die ooit door een vloedgolf werden weggespoeld en dat de laatste, alles vernietigende wave nabij is. Ik vond het een broeierige film, net als Peter Weirs Picnic at Hanging Rock uit 1975. Het geestige is dat de vrouw van mijn huisbaas net als veel andere Algarvios doodsbang is voor die tsunami en dat ze daarom voor geen goud in mijn strandhuis wil wonen. Daar bof ik dus maar mee. Er zijn hier trouwens regelmatig aardbevingen maar ik slaap als een roos, en vooral omdat ik een rein geweten heb.
Dinsdagavond 7 februari
Een intensief dagje achter de rug met Teun Voeten en Ruben. Eerst langs geweest bij Doorbraak in Gent en een goed gesprek had met hoofdredacteur Pieter Bauwens. Mijn boek Safari Eurabia wordt systematisch niet gerecenseerd door de Nederlandse en Belgische blaadjes van de Belgische moguls MediaHuis, Roularta, DPG, maar wel door Doorbraak. Bauwens is een keurige, bescheiden man, studeerde o.a. godsdienstwetenschappen en is docent. Hij vertelt hoe het cordon sanitaire in België veel verder gaat dan het Vlaams Belang. Collega-journalisten weigeren hem de hand te schudden, en voor debatten wordt hij nooit uitgenodigd. De website van Doorbraak, qua toon te vergelijken met Elsevier, heeft 250.000 absolute bezoekers per maand, de papieren versie een oplage van 10.000. Het cordon sanitaire geldt ook voor ‘t Pallieterke, waar ik morgen heen ga, en voor het eerder genoemde ‘t Scheldt.
Een aantal schrijvers voor deze media moeten onder pseudoniem schrijven omdat ze voor de overheid werken en ze ontslagen worden als de overheid daar achter komt. Voor Geenstijl maak ik een triptiek over Doorbraak, ‘t Pallieterke en ‘t Scheldt, de enige onafhankelijke media in Vlaanderen, en hun strijd voor het vrije woord en tegen het wurgende en verstikkende monopolie van DPG, Mediahuis en Roularta. Drie Vlaamse families bezitten alle kranten en bladen in Nederland en België, om nog maar te zwijgen over de televisie- en radiozenders die ze hebben opgeslokt. En allemaal verkondigen ze hetzelfde narratief: de zegeningen van wokeness, de klimaatwaanzin, EU = liefde en Vlaams Belang (inmiddels de grootste partij van Vlaanderen) is de duivel.
We reden van Gent terug naar Antwerpen voor een laatste interview met Filip de Winter, en vervolgen door naar Boechout, waar de zeer aimabele Karl van Camp woont, architect en oud-hoofdredacteur van ‘t Pallieterke. Bekaf bestel ik op advies van Teun bij de Chinees in zijn straat laat op de avond een maaltijd, of iets wat daarop lijkt. Een loempia van een kilo, die openbarst als een steenpuist zodra ik het mes er in jaag, en een bak vol ve-tsin waar wat non-descripte schilfers vlees in drijven. Ik droom krankzinnige dromen - niet vanwege een wroegend geweten maar dankzij een ve-tsin tsunami in mijn darmstelstel, en dankzij bedorven zwijn en frituurvet dat een half jaar niet gezeefd en gefilterd was, en als ik zwetend wakker word, weet ik even niet waar ik ben. Overal pijn. Ik mis Carrie en de hondjes.
Reaguursels
Dit wil je ook lezen
Arthur van Amerongen - Moslims zijn niet zielig
Tante Tuur is boos (tevens: Stamcafé)
Arthur van Amerongen - Hoerenman
Soep van de Week, teven Stamcafé
GeenStijl-columnist interviewt GeenStijl-redacteur over overstap naar GeenStijl in het Stamcafé
Wij van GeenStijl vinden GeenStijl ook erg goed
De Bolle Gogh: een bruisende biografie over de Hemelse Roker
De Bolle Gogh is een rollercoaster. De biografie dendert bijna 700 pagina’s onvermoeibaar door, net als het leven van Theo. Ik ben van dezelfde generatie als Theo en het boek is een feest der herkenning voor iedereen die met name de jaren tachtig in het - toen nog - zo lekker gore Amsterdam heeft meegemaakt.
Arthur van Amerongen - Soep van de Week: Eric Smit en Akwasi verklaren de oorlog aan Musk
Nieuw op GeenStijl: Arthur van Amerongen soept door de hete teeks van deze week in zijn nieuwe rubriek Soep van de Week, vandaag tevens ook Stamcafé. Vanaf nu: iedere week!
Annus Horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (52)
“Meneer van Amerongen: steek uw Annus Horribilis maar in een geheime opening waar de zon nooit schijnt!” (tevens Stamcafé)