achtergrond

Geenstijl

login

word lid

nachtmodus

tip redactie

zoeken

Safari Eurabia - Een hommage aan Egon Erwin Kisch, door een hedonistische opportunist

Mijn hommage aan Egon Erwin Kisch, de enige echte razende reporter. Ik ben slechts een mislukte, gedrogeerde en dronken Kuifje met ADHD

Ik wilde met de trein van Tirana naar Shköder, maar die ging niet meer. Treinen zijn al sinds mijn prille jeugd mijn lust en mijn leven en ik schreef een heel boek over de Portugese spoorwegen, die langzaam maar zeker wegkwijnen en verdwijnen. Dan maar met de bus naar het verlaten treinstation in de meest noordelijke stad van Albanië. Een man zonder benen in een rolstoel staat onder een boom op het perron geparkeerd. Hij zwaait vrolijk naar me. Gelukkig spreek ik geen Albanees. In de verlaten hal bewaakt een kerel in zijn blote bast het station. Er is niets mooiers dan verval en vergane glorie. 

In mijn nostalgische hotel Traditi, waar mevrouw zich uit en meneer zich thuis voelt, wemelt het van de jonge Nederlandse stelletjes en oude Volkskrant-lezers. Allemaal types die ondanks het spotgoedkope eten en drinken in dit boutique hotel geen cent fooi geven. Mannetjes met ringbaardjes op Birkenstocks die achter hun kordate vrouwen - die altijd Els, Loes, Gerda, Janneke of Miep heten -  aan sjokken, reisgids in de hand. Veel jonge stelletjes met tattoos op hun hardbodies. De laatste vakantie zonder kind want het biologische klokje van Lisa, Fleur en Emma tikt luidruchtig. Het leven is voorspelbaar en dat is het geweldige aan ouder worden. Ik weet namelijk hoe het afloopt met de Sturm und Drang van die jonge chickies die ik overal in Albanië tegenkom. Ondanks alle stoere praat, de tattoes en de hippe kleertjes eindigen ze ergens in Lelystad of in Vinexland met Jan-Jaap de accountant. De cirkel des levens is volmaakt en wat is karma toch een schitterende uitvinding. 

Shköder is helaas ook met de tijd meegegaan maar niet zo hip als Tirana. Ik vind het jammer dat de Muur viel en het Oostblok ogenschijnlijk verdween want vroeger kon je met een paar panties nog de mooie meneer uithangen in Polen , Tsjecho-Slowakije en wat dies meer zij. Ik moet desondanks eerlijk toegeven dat ik destijds heel blij was dat al die gekke Oostbloklandjes bij de EU kwamen. Mijn kortstondige euforie was louter gebaseerd op de open grenzen, iets wat de EU nu opbreekt. En ik vond de euro wel handig, ook al werden we uiteindelijk belazerd door die flessentrekker van een Zalm, met zijn bête grijns en zijn stomme koffertje en die paar gratis kutmunten die iedere Nederlander van hem kreeg.

Voor de verplichte leerstof over het Centraal-Europa van voor de Tweede Wereldoorlog kwam ik vroeger als scholier mijn bed niet uit. Het was een brij van gegevens, verschuivende grenzen en dodelijke saaie beschrijvingen van de opkomst van het fascisme en het communisme. Misschien is het geschiedenisonderwijs in de afgelopen 25 jaar drastisch verbeterd, maar als ik dan lees dat de gemiddelde leerling amper een minuut per dag de digitale krant leest, kan ik me voorstellen dat een zwaar door de Xanax gedrogeerde, onderbetaalde geschiedenisleraar liever thuis in zijn tuin met een netje vlinders loopt te vangen.

Mijn ex-vrouw Edith Mastenbroek (dat haar herinnering tot een zegen mag zijn) was Europarlementariër voor de PvdA. Ik ken het Brusselse en de uitvretende en parasiterende EP'ers uit het voormalige Oostblok daarom goed. Ik ken de zelfingenomen, verwaten parlementariërs en hun krankzinnige dagvergoedingen. Ik zag de dronken Oostblok-parlementariërs die ‘s ochtends intekenden bij de receptie en vervolgens hun roes uitsliepen in hun auto om hotelkosten te besparen.

Als wettig partner van Edith Mastenbroek ging ik mee naar de etentjes en feestjes van de PvdA in Brussel. Nooit vergeet ik hoe delegatieleider Max van den Berg tijdens een diner in een ballentent tegen zijn glas tikte en vervolgens in zijn speech waarschuwde voor de journalist in het gezelschap. De PvdA’ers mochten vooral niet loslippig worden tegen mij. Of er überhaupt iets te melden viel uit Brussel! De gotspe! Het enige vermeldenswaardige was dat Max tijdens de polonaise op de kerstborrel van de Britse socialisten in diverse vrouwenbipsen kneep, iets wat hij vaker scheen te doen. Een Lubbersje dus. Mijn ex kreeg meer voorkeurstemmen dan jobhopper Van den Berg maar eindigde op de derde plek, met nog een grijze mannetjesmuis voor zich, die al jaren muurvast op de tweede plek stond en waar nog nooit iemand van gehoord had. Zo rolt de PvdA.

Na de flitsscheiding maakte ik De Razende Reporter,  een zwaar gesubsidieerde driedelige radiodocumentaire voor de NPO over het nieuwe Europa, met als kapstok Egon Erwin Kisch, de razende reporter op wie Kuifje gebaseerd is.

Ik moet een jaar of zestien zijn geweest toen het Zweites Deutsches Fernsehen een gedramatiseerde serie over het leven van  de razende reporter uitzond. Duitsland was dichtbij en dat had ook voordelen: met een simpele antenne die op mijn zwartwittelevisie stond kon ik na enig draaiwerk de Duitse televisie ontvangen, al moest ik de sneeuw op de koop toe nemen. Er was nog geen kabel en alleen de grensgebieden konden op zaterdagmiddag van het Bundesliga-voetbal en daarna Tarzan genieten, en op zondagmiddag van Rauchende Colts, Gunsmoke dus. De Duitse televisie had als bijkomend voordeel dat er veel meer niet-functioneel bloot werd vertoond dan op de Nederlandse. Egon Kisch werd in de serie neergezet als een hoerende en snoerende literaire variant van James Bond en dat sprak mij wel aan. 

Kisch is en blijft de ‘koning der journalisten’, zoals hij in zijn tijd al genoemd werd. Hij is mijn grote voorbeeld, samen met Hunter S. Thompson, de uitvinder van de Gonzo-journalistiek die bekend werd door Fear and Loathing in Las Vegas, en de Poolse journalist Ryszard Kapuscinski, die schitterende boeken over oorlogen in Afrika en Midden-Amerika schreef. 

Mijn held heeft alle belangrijke gebeurtenissen tussen 1900 en 1948 beschreven in duizenden reportages. Die verhalen zijn nog steeds leesbaar, niet alleen omdat ze perfect zijn opgeschreven, maar ook omdat Kisch alles deed wat God verboden had. In alle grote steden van Europa heeft hij zijn sporen achter gelaten. 

Kisch begon in Praag als een ietwat ranzige misdaadjournalist, een soort Peter R. de Vries avant la lettre. Vrijwel iedere nacht begaf hij zich tussen de nachtvlinders, hoeren, criminelen, dronkelappen en ander uitschot van de stad om stof voor zijn verhalen te vinden. Hij schreef over de winkelmeisjes, de actrices en de danseressen die door de crisis noodgedwongen de hoer speelden en was stamgast in beruchte Prager bordelen als Klamovka en Salon Goldschmied in Praag. Goldschmied werd vooral bezocht door schrijvers en journalisten, maar ook componist Gustav Mahler kwam er regelmatig. Kisch beschrijft hoe Mahler vaak om drie uur ’s nachts binnen stormde en dan een uurtje op de piano speelde alvorens aan zijn gerief te komen.

Iedere ochtend toog Kisch, die over een ijzeren discipline beschikte, keurig geschoren en steevast gekleed in een driedelig pak (al dan niet met een enorme drankkegel) naar het politiebureau om de laatste berichten te noteren. Binnen de kortste keren was Kisch de bekendste Duitstalige misdaadverslaggever van zijn tijd. Hij kreeg internationale bekendheid door zijn onthulling van het spionageschandaal rond kolonel Redl. Redl was een hoge militair in het Oostenrijks-Hongaarse leger en genoot veel aanzien. Hij leidde echter een dubbelleven: hij was homoseksueel en spioneerde voor de Russisch-Servische vijand. Toen hij onverwacht zelfmoord pleegde en de kranten er in alle toonaarden over zwegen, kwam Kisch in actie. Hij ontdekte dat Redl, die gechanteerd werd vanwege zijn actief geleefde Griekse beginselen, door zijn meerderen gedwongen werd zelfmoord te plegen om het uitlekken van het uiterst gevoelige spionageschandaal te voorkomen. In een officiële verklaring van de legerleiding stond dat Redl zelfmoord pleegde vanwege zijn geaardheid, waaraan werd toegevoegd dat ‘voor minderwaardige zaken, moreel of fysiek, in ons beroep geen plaats is’.

Kisch wist beter en brak door met zijn serie verhalen. Het ging Kisch niet om de persoon Redl, of het feit dat die van bil ging met heren. Kisch legde vooral uit hoe militarisme en het oorlogstheater dit soort mensen creëren. Het is een systeem waarin verraad impliciet is. Daar waar militaire geheimen zijn, wordt ook veel geld betaald om daar achter te komen. Kolonel Redl was eigenlijk alleen maar het product van zijn maatschappelijk klasse, een product van het systeem waarin hij leefde, die verheven officierskaste die geen enkel  contact met de gewone bevolking had en door niemand gecontroleerd werd. Er werden succesvolle toneelstukken over de zaak-Redl gemaakt, en drie speelfilms waarvan ‘Oberst Redl’ van regisseur Istvan Szabo uit 1984 de bekendste is. 

Kisch was een prototype en een voorbeeld voor de onverschrokken journalisten die over de wereld reisden. Hij beleefde de droom van mensen die niet konden reizen. Bankbintjes lazen zijn boeken en maakten de reis dan tenminste in hun hoofd. Kisch heeft tussen 1933 en 1935 zeer veel gereisd en was thuis in Praag, Berlijn, Parijs en Amsterdam. Hij had in Amsterdam Allert de Lange als uitgever.

Kisch was niet alleen maar een journalist, zijn werk bevatte heel veel literaire aspecten. Daarmee stond hij in een typisch Duitse traditie. In die tijd kon je als journalist niet onverholen kritiek leveren op Duitsland. Daarom reisden veel Duitse journalisten bijvoorbeeld naar Frankrijk om over de vooruitgang van dat land te schrijven. De lezer thuis kon daar uit opmaken, al moest hij tussen de regels doorlezen, dat het eigen land eigenlijk achter bleef bij die ontwikkeling. Op die manier kon de schrijver kritiek uitoefenen zonder die uit te spreken. 

Kisch heeft er overigens zijn hele leven ernstig onder geleden dat hij altijd alleen maar als de razende reporter gezien werd. Hij gebruikte de journalistiek slechts als een masker, hij liefst wilde hij een echte schrijver zijn. Die ironie hebben veel lezers niet meegekregen, een euvel waar ook ik mee te kampen heb. Roflol!  

Hij vond dat de werkelijkheid met literaire middelen beschreven moest worden. Als je de waarheid wilde opschrijven, moest je dat met veel fantasie doen. De leugen heeft het veel makkelijker dan de waarheid. De leugen is lomp en het ligt in zijn natuur om de mensen te bedriegen en mensen laten zich nu eenmaal graag belazeren. De waarheid daarentegen is moraliserend en meestal erg saai. Daarom is het zo moeilijk de waarheid op  te schrijven zonder terug te vallen op de toon van een saaie schoolmeester. Volgens Kisch moest je een groots schrijver te zijn om de leugen te kunnen overwinnen en om de gunst van het publiek te krijgen. Hij was een meester van de zelfstilering en kon enorm overdrijven, zowel in zijn boeken als in zijn vertellingen. In de koffiehuizen in Wenen kon hij zijn toehoorder urenlang vermaken met al dan niet verzonnen of opgeklopte anekdotes uit zijn leven. De autobiografie is een genre, waar het onaangename verzwegen wordt en het positieve nog stralender wordt neergezet. De leugen was voor Kisch de vermaaksliteratuur, waar het alleen maar om uitgevonden conflicten gaat, het heeft niets met de echte problemen van mensen te maken.

Kisch zat onder de tatoeages en deed daarmee niet onder voor een willekeurige BN'er of soapie of socialite uit deze tijd. Een van de eerste tatoeages kreeg hij in militaire dienst, tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij had een paar officieren beledigd en was in de militaire gevangenis terecht gekomen. Het was daar gebruikelijk dat nieuwe gevangenen een tatoeage kregen. Die heeft men op zijn rug gemaakt, een portret van een kolonel van zijn regiment. Dat werd een groot schandaal en het verhaal gaat verder dat die kolonel zich daar zo over opwond dat hij een hartaanval kreeg en daaraan overleed. Er was echter geen portret van de kolonel en er moest er een gemaakt worden voor de officiersmess. Toen hebben ze de tattoo van Kisch als voorbeeld gebruikt. Zoals altijd bij Kisch geldt dat als het niet waar is, dat het in ieder geval mooi bedacht is en men er om kan lachen. Dat is de hoofdzaak.

Ik reis dit jaar voor Safari Eurabia intensief door de kandidaat-lidstaten van de Europese Unie (met een grote moslimpopulatie) en val van de ene in de andere verbazing, en niet alleen tijdens het veelvuldige stappen. Pas wanneer ik mij letterlijk op de hotspots van de geschiedenis van de Balkan bevind, kan ik bevatten wat er allemaal gebeurd is, al moet je er natuurlijk wel wat bij drinken om de thematiek  echt te kunnen begrijpen.

Het nieuwe Europa is een enorm taai thema want waar moet ik beginnen, wat zijn de grenzen van Europa eigenlijk, is er zoiets als een Europese ziel of zit die vooral in de fles? 

Less is more en ik verdiep me graag ik futiele details, zoals de drank en de sigaretten die hier spotgoedkoop zijn. Het mooie van Albanië is dat iedereen er rookt, overal en altijd. Peuken kosten geen drol, en Egon Kisch zou er blij mee zijn geweest. Hij rookt werkelijk op elke foto. Er is haast geen foto zonder sigaret. Een klassieke kettingroker en zelfs op zijn pasfoto voor zijn militaire identiteitskaart voor de Eerste Wereldoorlog staat hij afgebeeld met een peuk. Hij heeft daarmee een type gecreëerd dat graag geïmiteerd werd, of dat nu door Albert Camus, Humphrey Bogart, of Jean Paul Belmondo was. De sigaret was een teken van de coole man. Kisch was de uitvinder daarvan. Hij is niet doodgegaan aan longkanker maar aan de gevolgen van twee hartaanvallen binnen een jaar. Kisch had altijd ongezond geleefd, reisde de hele wereld over  en de terugkeer naar Praag na WO II werd de nekslag. Hij was er bijna tien jaar niet geweest en zijn familie was uitgeroeid. 

Na de oorlog was er min of meer  begrijpelijk Tsjechisch nationalisme in Praag, de Duitse taal was daar niet meer mogelijk. Kisch was Duitser en jood en in het huidige Praag gold hij ook nog eens als communist - dat maakt het nog moeilijker. Hij vond onderkomen in het huis waar Eichmann had gewoond en de holocaust tot in de puntjes uitwerkte achter zijn bureau. Toen begon het door paranoïde Stalin verordende Slánský-proces. Van de 14 aangeklaagden waren er 11 joods, die heeft men opgehangen en hun as verstrooid op de weg van Pilsen naar Praag. Kisch is dood, leve Kisch.

Ik ga hier op het terras van Traditi, tussen de Hollandse kutstelletjes, maar eens naar Kisch luisteren en mijmeren over de dood, mijn trouwe metgezel. En daarna een filmpje kijken met Hunter. S. Thompson en Johnny Depp en mij na een fles raki afvragen wat ik bereikt heb met dertig jaar gonzo-journalistiek. Nou: globetrotten en hoeren en snoeren in de tijd van de baas! 

Ik heb nooit de illusie gehad dat ik ook maar iets kon veranderen met mijn verslagen. Ik was en ben een hedonistische opportunist. Omdat ik nu eenmaal het Midden-Oosten en de islam als specialisatie had en in Jeruzalem en Beiroet was gestationeerd, kwam ik in oorlogen in Irak, Afghanistan, Gaza, Beiroet en Zuid-Libanon terecht. Ik viel van de ene in de andere verbazing, en meestal onvoorbereid met mijn neus in levensgevaarlijke situaties. Ik werd op de been gehouden door drank en eerzucht, maar te vaak twijfelde ik aan de edelheid van mijn motieven. Serge van Duijnhoven schreef in het essay ‘Neo-vulturisme of de esthetiek van de horror’: ‘Je als een gier op de slachtoffers in conflictgebieden storten, is een beroepsomschrijving waar de meeste reporters met een beetje relativeringsvermogen zich wel in zouden kunnen vinden. Een zekere dosis “neo-vulturisme” is misschien wel even noodzakelijk voor een conflictreporter met ambities, als een natuurlijk, instinctmatig talent voor timing, drama en geluk."

Ik was echter geen trotse roofvogel maar een laffe angsthaas, die niets te zoeken had in oorlogsgebieden. Niet eens een held op sokken, hooguit een dronken Kuifje met ADHD.

Heeft u nog wat over voor een oude hedonist?

Arthur van Amerongen maakt voor GeenStijl een rondreis door Europa, door de achterwijken van de omvolking en langs de zonsondergang van het Avondland. Als volleerd wereldreiziger trotseert hij daarvoor met een klein budget menig beschimmeld hostel, karige koffietentje en als het moet: een stenen bankje in een stadspark. Desalniettemin is deze reis een kostbare aangelegenheid dus uw gulheid om Ome Tuur gevoed, verwarmd en gemotiveerd te houden op zijn barre bedevaart langs de historische artefacten van de Europese islam en ideologische boobytraps van de stille burgeroorlog, wordt hogelijk gewaardeerd:

Bedrag:

Reaguursels

Dit wil je ook lezen

Het moddergevecht tussen Spartacus en Don Arturo om hun muze Leendert Vooijce

Nou, ik had weer heel wat uit te leggen aan moeder de vrouw nadat zij het fraaie epistel van mijn lieve collega Spartacus had gelezen. Die verwees naar een interview van Michiel Lieuwma met het fenomeen Leendert Vooijce.

@Arthur van Amerongen | 29-06-24 | 21:00 | 74 reacties

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.