Geenstijl

En hoe D66 de Tweede Kamer de mond probeert te snoeren

In de laatste week voor het reces was het niet Tweede Kamervoorzitter Vera Bergkamp die het volledig uit de hand liet lopen in de Nationale Vergaderzaal maar D66-partijgenoot Paul van Meenen die de vergadering mocht voorzitten.

Van Meenen wilde PVV Kamerlid Gidi Markuszower het woord ontnemen omdat hij het kabinet ‘eng’ noemde. De D66’er was zelfs bereid de bodes in te zetten om Markuszower van het katheder te laten verwijderen. Aan het eind besloot de D66’er – na aangesproken te zijn door collega’s – Markuszower zijn bijdrage te vervolgen.

Alleraardigst spektakel jazeker. Maar ook zorgwekkend. Dat komt door Vera Bergkamp.

Sinds haar aantreden in april vorig jaar loopt het voortdurend uit de hand in de plenaire zaal. Steeds ontneemt ze Kamerleden – met name ter rechterzijde – het woord. En laat daarmee complete debatten ontsporen met geneuzel over De Toon. Van Meenen ging daar overduidelijk in mee.

In de Tweede Kamer dient alles gezegd te kunnen worden. Belangrijk omdat het parlement primair – naast medewetgever - een controlerende functie heeft. Dat het juist D66-politici zijn (let op de D in de partijnaam) die die rol beperken is zorgwekkend.

Tijd voor een andere Kamervoorzitter. Ondervoorzitter Martin Bosma van de PVV zou een goede zijn.

Nog beter zou Khadija Arib zijn die van links tot rechts wél gezag wist af te dwingen. Maar door gemeen politiek spel van VVD en D66 moest ze haar plek achter het rostrum afstaan.

Eind vorige maand tijdens een debat over stikstof werd de stijl van Bergkamp haar zelfs even teveel en zette ze haar opvolgster even stevig op haar plaats.

Is er nog goed nieuws? Ja. Arib gaat de parlementaire enquêtecommissie over het Coronavirus leiden. Zin in. Al blijft er een verlangen naar haar terugkeer.

Als Kamervoorzitter.