Safari Eurabia - Het Toulouse van Mohamed Merah in een Frankrijk dat geen Fransen meer maakt
De Profeet van Molenbeek is op bedevaart voor Safari Eurabia. Hij is aanbeland in het Toulouse van totale loser Mohamed Merah, die tien jaar geleden dood en verderf zaaide op een joodse school
Wat doet een normaal mens of een Viva-vrouwtje in het pittoreske Toulouse? Nou, dit dus. Mijn notoire Twittervriend Marcus alias @Echoduider woonde drie jaar in de stad en tipte het dakterras van Galeries Lafayette voor het prachtige uitzicht, waarvoor dank. Restaurant Ma biche sur le toit was mij echter te tragically hip, amigo.
In het oude centrum van Toulouse heerst de terreur van de jeugd, de studenten, BCBG (Bon Chic Bon Genre) en BoBo (bourgeois-bohemian). In de Algarve ben ik een jonge God tussen al die veenlijken in hun campers, maar in Toulouse ben ik dor hout. Een Luftmensch. In het kader van mijn ramptoerisme verliet ik daarom rap de oude binnenstad en wandelde ik naar de Joodse school Otzar ha Torah (Schat der Tora) in de Rue Jules Dalou 33.
De wijken achter het station zijn al meteen een rafelrand, met veel Algerijnse, Marokkaanse, Turkse, Libanese en Syrische toko's, halal-slagers, gokhuisjes, verbrokkelde kroegen als Le Jockey, clochards bij de supermarkt, antifakrakers met schurftige honden, rijen huizen waar alleen de gevel nog van staat en een kunstproject met grote foto's van buurtbewoners die moesten verhuizen door de sloop. Dit alles in het decor van spuuglelijke Plattenbau. Otzar ha Torah is een complex met onder andere een synagoge, scholen en een sportcentrum. Bij de ingang staan zes zwaarbewapende Franse soldaten. Een Israëlische beveiliger doet de poort open. Het is één van die schaarse keren dat ik profijt heb (buiten Israël en bij shoarmatenten in Europa) van mijn studie Semitische talen.
Normaliter zijn dit soort gastjes van de bitachon (de beveiliging) terecht paranoïde als Gordon op crack en crystal meth, maar mijn Hebreeuws doet wonderen. Ik hoef alleen maar achi, te zeggen, broertje. En altijd de klemtoon op de a van Shaloom en nooit Shalooooom want dat klinkt als als een stomdronken Nederlander in Salou die ooolé ooolé brult. Ik maak een praatje met de jongen, die de volgende naar huis vliegt voor vakantie. Hij lijkt niet echt blij, hier in het steenkoude Toulouse, op deze macabere plek.
Op 19 maart 2012 parkeerde Mhamed Merah omstreeks 08.00 zijn gejatte scooter (goh) en voor de poort van Otzar ha Torah. De aanslag was niet gepland want hij had opnieuw een soldaat op het oog, die hem wist af te schudden. Gewapend met een pistool en een mini-Uzi-machinepistool, opende hij het vuur op een groepje mensen bij de poort en vermoordt een leraar en diens twee kinderen.
Het eerste wapen blokkeert, de terrorist trekt het tweede tevoorschijn, gaat de binnenplaats op en schiet de achtjarige dochter van de directeur neer in de synagoge. Merah slaat op de vlucht nadat hij eerst nog een scholier verwondde. 's Middags speelt hij hij een potje voetbal met de kinderen van een vriend en hij eindigt de avond in een nachtclub. Dat doet me een beetje denken aan die gasten van 9/11 die de avond ervoor nog flink aan de gin-tonic zaten.
In de trein van Nice naar Toulouse las ik het boek Souviens-toi de nos enfants (Onthoud onze kinderen) van Samuel Sandler, een voormalig luchtvaartingenieur. Hij verloor zijn zoon Jonathan en zijn twee kleinkinderen, Arié en Gabriel bij de aanslag. Sandler noemt geen één keer de naam van de moordenaar want de herinnering aan zijn familie moet de herinnering aan "het monster" voor altijd afschaffen. Hem een naam geven is hem een vleugje menselijkheid geven, aldus Sandler, en dat heeft hij altijd geweigerd omdat Merah voor Sandler geen deel uitmaakt van de mensheid.
Sandler vond het proces tegen Abdelkader Merah (de broer van de moordenaar die veroordeeld werd tot 20 jaar gevangenisstraf) de hel. Hem was verzekerd dat hij de moeder van "het monster" niet zou ontmoeten. Ze zat echter heel dicht bij hem in de rechtszaal en gaf kusjes naar haar zoon in het hokje. Sandler vond dit onaanvaardbaar, obsceen en ondraaglijk.
Éric Zemmour - hij weer, de eeuwige provocateur - schreef in zijn laatste boek: De familie van Mohamed Merah vroeg om hem te begraven op het land van zijn voorouders in Algerije. We wisten ook dat de Joodse kinderen die voor de deur werden vermoord van de religieuze school in Toulouse zou begraven worden in Israël. Moordenaars of onschuldigen, beulen of slachtoffers, vijanden of vrienden, ze wilden in Frankrijk wonen maar er niet begraven worden. Ze blijven buitenlanders, ook na hun dood. Het Franse drama is dat we geen Fransen meer maken. We kunnen niet langer assimileren en dat is triest.
Het beeld voor de vermoorde vier op de binnenplaats van het Joodse complex doet mij denken aan de mattenklopper van het Simplisties Verbond. Ik neem afscheid van de bitachonik en wandel naar naar het huis van Mohammed Merah, op nog geen kwartier van de Otzar ha Torah. Vlakbij het flatje waar hij terugkeerde naar zijn Schepper staat een gigantische Pérignon-kazerne.
De Côte Pavée is vriendelijk buurtje, bijna landelijk, met vrijstaande huisjes en een paar flatjes van de sociale woningbouw. Het meest opvallende gebouw in de Rue du sergent Vigné is een gereformeerde kerk met een manshoog kruis aan de gevel. Mo Merah keek daar op uit. Op nummer 17 wonen weer mensen in het destijds totaal vernielde appartement maar de boel zit potdicht.
Op 21 maart 2012, twee dagen na de aanslag op de Joodse school, omsingelde de RAID het pand. Tijdens een eerste aanval, om 12 uur ' s nachts, dachten de elitetroepen dat Merah lag te slapen. De interventiegroep, die geen kogelvrije vesten droeg, ramde de deur in en Merah begon als een gek te schieten en liep twee schotwonden op.
's Middags arriveerde president Nicolas Sarkozy bij de kazerne van Pérignon, om de hoek van het flatje van Merah. Tijdens de onderhandelingen die volgden, verklaarde hij dat hij had gehandeld als een al-Qaida-strijder, om Palestijnse kinderen te verdedigen. Zijn aanslagen waren een protest tegen de buitenlandse interventies van het Franse leger, met name in Afghanistan. Hij zei zich te willen overgeven aan de RAID, maar wilde plotseling als martelaar sterven. Op 22 maart 2012, na een 32 uur durende belegering, werd de aanval gelanceerd. Mohammed Merah stormde de badkamer uit, gekleed in een kogelvrij vest van de politie, een zwarte djellaba en een spijkerbroek. Er werden meer dan 300 schoten uitgewisseld, waarvan 30 door de terrorist. Merah probeert via het balkon te ontsnappen en op dat moment dat hij uiteindelijk dodelijk in het hoofd werd geschoten door een sluipschutter die buiten het gebouw was gepost
De buitensporige lange duur van de belegering van een enkele man en zonder gijzelaars, lokten heftige discussies uit. Christian Prouteau, oprichter en ex-commandant van de special forces van de GIGN, vraagt zich af: “hoe komt het dat de beste politie-eenheid van het land er niet in slaagt, in zo'n lange tijd, om één man te arresteren?"
De begrafenis van Merah vond plaats op de begraafplaats Cornebarrieu, vijf kilometer van Toulouse. Zijn mama protesteerde fel omdat ze vreesde dat het graf geplunderd zou worden. Door wie, vraag ik me af.
Und jetzt: Schaft er das ins Deutschland?
Arthur van Amerongen maakt voor GeenStijl een rondreis door Europa, door de achterwijken van de omvolking en langs de zonsondergang van het Avondland. Als volleerd wereldreiziger trotseert hij daarvoor met een klein budget menig beschimmeld hostel, karige koffietentje en als het moet: een stenen bankje in een stadspark. Desalniettemin is deze reis een kostbare aangelegenheid dus uw gulheid om Ome Tuurgevoed, verwarmd en gemotiveerd te houden op zijn barre bedevaart langs de historische artefacten van de Europese islam en ideologische boobytraps van de stille burgeroorlog, wordt hogelijk gewaardeerd:
Reaguursels
Dit wil je ook lezen
Arthur van Amerongen - Moslims zijn niet zielig
Tante Tuur is boos (tevens: Stamcafé)
Arthur van Amerongen - Hoerenman
Soep van de Week, teven Stamcafé
GeenStijl-columnist interviewt GeenStijl-redacteur over overstap naar GeenStijl in het Stamcafé
Wij van GeenStijl vinden GeenStijl ook erg goed
De Bolle Gogh: een bruisende biografie over de Hemelse Roker
De Bolle Gogh is een rollercoaster. De biografie dendert bijna 700 pagina’s onvermoeibaar door, net als het leven van Theo. Ik ben van dezelfde generatie als Theo en het boek is een feest der herkenning voor iedereen die met name de jaren tachtig in het - toen nog - zo lekker gore Amsterdam heeft meegemaakt.
Arthur van Amerongen - Soep van de Week: Eric Smit en Akwasi verklaren de oorlog aan Musk
Nieuw op GeenStijl: Arthur van Amerongen soept door de hete teeks van deze week in zijn nieuwe rubriek Soep van de Week, vandaag tevens ook Stamcafé. Vanaf nu: iedere week!
Annus Horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (52)
“Meneer van Amerongen: steek uw Annus Horribilis maar in een geheime opening waar de zon nooit schijnt!” (tevens Stamcafé)