
De premier van Maleisië, Najib Razak, heeft politieke steun nodig van de beroepsmoslims in zijn land. Daarom heeft hij de christenen in Maleisië vorige week herinnerd aan het wettelijke verbod op het gebruik, in kerkdiensten, van het woord Allah. Christenen mogen volgens de wetten van Maleisië God niet Allah noemen. Dat woord is namelijk al in gebruik bij de moslims. Die vinden het onverdraaglijk als hun christelijke landgenoten het hebben over Allah de Vader, Allah de Zoon, Allah de heilige Geest. De christenen moesten maar
Tuhan zeggen, een woord dat de oudere lezer wel herkent als het
Toean uit Nederlands-Indië, een woord dat heer betekent. Het is moeilijk een vergelijkbare treitermaatregel voor Nederland te bedenken. De VVD en D66 verbieden zich democratisch te noemen, en zeggen dat ze dat Griekse woord maar gewoon moeten vertalen in volksheerschappij? De Volkspartij voor Vrijheid en Volksheerschappij? Volksheerschappijaanhangers66? De moeilijkheid hier is dat in een groot aantal talen, waaronder het Maleis, het Arabische woord
Allah het gewone woord voor God is geworden.