Hij was maar een persoon van kleur. Zoiets haal je niet in huis.
Soep van de Week & tevens StamCafé
door Arthur van Amerongen
Twee berichten vielen mij de afgelopen week op: het vertrek van Marcel Möring bij De Bezig Bij omdat een redacteur het woord neger uit zijn nieuwe boek wilde schrappen, en het contract dat Sylvana Simons tekende bij de Arbeiderspers. De AP gaat haar memoires uitgeven. Sebes & Bisseling verkocht de rechten na een grote veiling aan De Arbeiderspers. Over literair agent Paul Sebes heb ik nog een leuke anekdote: het manuscript Alleen maar Nette Mensen van Robert Vuijsje, de zoon van mijn goede vriend Bertus die in het Rosa Spier te Laren resideert, werd door maar liefst tien uitgeverijen geweigerd omdat de kwaliteit van het schrijfsel unaniem abominabel werd gevonden. Ook mijn toenmalige uitgever bij Nijgh & Van Ditmar, Vic van de Reijt, vond het drie keer niks. Vuijsje stapte wanhopig naar Sebes en die verkocht het manuscript via de achterdeur uiteindelijk toch aan Nijgh, tot leedwezen van oom Vic. Ome Paul is bepaald niet goedkoop en over de rug van die arme Vuijsje heeft hij een mooi autootje kunnen kopen. Robert Vuijsje is overigens gespecialiseerd in personen van kleur, beroepsmatig en privé, en daarmee kom ik bij Sylvana Simons terecht want zij heeft de semantische discussie over het gebruik van “neger” op de kaart gezet. Het keerpunt in haar carrière - die volledig in het slop was geraakt - kwam na de uit de context gerukte opmerking van Martin Šimek in DWDD, over zwartjes. Daarvoor kende ik Sylvana eigenlijk alleen als paaldanseres in de IT (waar ik graag mocht komen), als TV Makelaar en van de uitspraak 'Als je op zwarte mannen valt, heb je een probleem.' Zwarte mannen zouden volgens Sylvana onbetrouwbaar zijn en zelfs gewelddadig, en daarom had ze meer vertrouwen in oude blanke rijke mannen. Ik vrees dat de sympathieke Martin Šimek het startsein heeft gegeven voor de politieke loopbaan van Sylvana, met alle gevolgen van dien. Iris, de vrouw van Šimek, is van kleur en ik heb Martin nog nooit iets raars horen zeggen over ras en wat dies meer zij. Integendeel, hij is een van de alleraardigste mensen die ik ken. We waren collega’s bij de Groene Amsterdammer en bij de RVU. Onder het pseudoniem AnoNe (de Tsjechische woorden voor ja en nee aan elkaar) tekende hij cartoons voor de Groene. Kort voor de allerlaatste deadline op dinsdag, kwam hij binnen gestommeld in het hok van hoofdredacteur Martin van Amerongen en riep hij keihard: Maaartien, Maartien (Tsjechen kunnen de a niet normaal uitspreken, ik werd Aaaartoer genoemd), iek heb nog geen onderwerp. Van Amerongen bedacht dan ter plekke een onderwerp en de andere Martin ging dan als een gek tekenen. Dat waren mooie tijden, want de hoofdredacteur had altijd een fles vuurwater binnen bereik, draaide de hele dag Bach en rookte onafgebroken lekkere sigaartjes.
Sylvana kreeg dus meteen na dat gedonder bij DWDD, waarbij Šimek werd afgeserveerd als een ordinaire racist, een column in de Viva. In haar eerste stukje schreef ze dat ze een in boerkini gepropte moslima lag te vingeren op de speelweide van een of andere Amsterdams sportfondsenbad. Het is een van d’r ergste columns die ik ooit las. Daar kan Asha ten Broeke nog een puntje aan zuigen. Ik heb er in de Volkskrant destijds een cursiefje aan gewijd: Ik keek reikhalzend uit naar het literaire debuut van Sylvana Simons, want zij is immers het Nederlandse equivalent van Zadie Smith, Angela Davis en Oprah Winfrey. Syl heeft haar column in de Viva dan ook op karakteristieke, strijdbare wijze afgedwongen nadat het weekblad onlangs met een special over de zwarte man was gekomen. Zijn blanke concurrent kon wel inpakken, zo luidde de boodschap, want los van het feit dat de zwarte man een tollie van buitenaardse afmetingen meesleepte, was hij ook nog eens attent in het huishouden, ging hij nooit vreemd en kon hij hartstikke lekker swingen en voetballen. Dat schoot Sylvana Simons in het verkeerde keelgat, want haar zwarte broeder werd door Viva gedegradeerd tot circusnummer en toyboy, een postmoderne slaaf. Haar column van de afgelopen week droeg de titel ‘Zwembad’. Ze bevindt zich tijdens de hittegolf in sportfondsenbad Amsterdam-Oost, waar ze eens ongestoord een boek wil lezen. Syl legt haar handdoek op een bedje en kleedt zich uit. ‘Meteen voel ik me bekeken. Maar terwijl ik beschuldigend in de richting van de vader kijk, blijkt het niet zijn blik te zijn die mij schaamteloos betast. Hij is druk met z’n zoontje. Het is zijn vrouw. In een boerkini die haar lichaam en haren bedekt, slaat ze me gade. Niet stiekem. Openlijk. Haar helblauwe ogen kijken me aan. Ik voel me ongemakkelijk op een manier die ik niet goed kan beschrijven.’
De scène die dan volgt, is zo geil dat ik handsfree ejaculeerde.
Ik spring het water in en als ik bovenkom, wachten haar ogen op me. Langzaam streelt ze mijn nek. Vanaf mijn nek glijdt haar aanraking naar beneden. Ik geef me over, waarop ze zwijgend tien minuten lang haar goddelijke gang met me gaat. Totdat manlief haar roept, ze het bad uit stapt en me met een laatste indringende blik bedankt voor ons samenzijn. Beduusd blijf ik achter. What the hell just happened?! I’m hot and I’m bothered.
Ook zo typisch Sylvana, dat te pas en te onpas smijten met Engelse woordjes.
Ik eindigde de column aldus: Het moet een schitterend tafereel geweest zijn: een pikzwarte televisiepersoonlijkheid die tijdens de ramadan samen met een moslima in een fluorescerende boerkini (hopelijk met gulp) een Amsterdams buitenbad deed schuimen als een jacuzzi. Ik verschoonde mijzelf en dacht: verdorie, waarom heb ik zulks nou nooit meegemaakt in dat zwembad. Ik schaamde me ook dat ik daar een beetje klaar had zitten komen op de grensoverschrijdende seks tussen twee zusters. Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest van die column.
Na die bewuste uitzending van DWDD raakte het begrip neger ineens beladen en je ziet het eigenlijk nooit meer gebruikt worden, behalve dan door blanke boomers als Möring en door gebronzeerde exponenten van Generation X zoals ik. Tegenwoordig mag je in de krant, op de televisie en tijdens demonstraties van Palliewappies de meest verschrikkelijke dingen over Joden brullen, maar oh wee als je neger roept of schrijft. Een overijverige redacteur besloot op dwingend advies van een van de twintig sensitivity readers van de op sterven na dode Bezige Bij eigenhandig het manuscript van Marcel Möring te censureren, waarop de goede man geheel terecht stante pede opstapte en naar Prometheus verkaste.
Ach, vroeger was alles beter. Wat te denken Hij was maar een neger, het protestlied van Johnny Hoes uit 1969 dat gezongen werd door de legendarische Zangeres zonder Naam? Hij was maar een neger verzet zich tegen racisme en vormt een moderne variant van het kerstverhaal: een zwarte man wordt op Kerstnacht nergens binnengelaten vanwege zijn huidskleur. In 1998 volgde een cover door Rob Muntz, op een singletje dat je gratis bij het kerstnummer van VPRO-gids kreeg. Deze versie werd door vrijwel alle radiostations geboycot.
Toen Philippe Remarque mij een vaste column in de Volkskrant aanbood, vroeg ik hem wat de taboes waren. Kon ik het woord ‘neger’ gebruiken, en ‘hoer’, en ‘kutmarokkaan’? Dat was geen enkel probleem, alleen moest ik niet goorder worden dan Gummbah. Ik heb een keer of tien het woord ‘neger’ gebruikt, soms in een drugscontext maar ook in een culturele context en altijd respectvol. U kent mij. Zo verwees ik in een column naar het Spaanse woord negro, dat gewoon gebruikt wordt door een linkse krant als El País. Ik bezocht ooit het zogeheten ‘carnaval van negers en blanken’ in het Colombiaanse San Juan del Pasto, een feest dat UNESCO in 2009 heeft uitgeroepen tot immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid, dus dan zit het wel snor qua deugdzaamheid. Tijdens dat carnaval poederen negers zich blank en schminken blanken zich zwart. Geen haan die er naar kraait, tenzij Sylvana een klacht indiende bij de UNESCO.
Marcel Möring gaf door zijn vertrek bij de Bij het goede voorbeeld, want tot op heden protesteerde vrijwel geen enkele auteur van naam tegen sensitivity readers. Het dieptepunt was bij de roomblanke uitgeverij Atlas Contact, die voor haar roomblanke auteurs en roomblanke lezers een gratis challenge over wit privilege, witte fragiliteit, tooncontrole, wit zwijgen en witte superioriteit aanbood. In de Sovjet-Unie heette zulks ‘heropvoeding’ De challenge werd nota bene gegeven door de gehoofddoekte autreutel Layla F. Saad, die vrijwillig in een van de meest racistische en misogyne oorden ter wereld woont: de islamofascistische heilstaat Qatar.
Voor de Groene Amsterdammer schreef ik jarenlang over etnische minderheden en de emancipatie van Afro-Hollanders. Mijn interview met Mike Ho Sam Sooi (waka bun, mati) over televisienegers vind ik een van mijn hoogtepunten en is nog steeds actueel. Ik leerde Mike kennen tijdens opnamen van de sitcom In Voor- en Tegenspoed, waarvoor mijn toenmalige verloofde de productie deed. Mike speelde een homofiele negerverpleger die de billen moest wassen van Rijk de Gooyer, die het archetype van de boze blanke man speelde.
Hier wat quotes:
“Ik ben wel eens door een reclamebureau gevraagd om een zwartje te spelen in een televisiespot voor een chocoladeprodukt. Dat aanbod heb ik meteen geweigerd. In de reclame wordt een donkere huidskleur nog steeds geassocieerd met chocola en tropische produkten. Voor een BMW-reclame zullen ze me niet vragen. De consument zou zich bij het zien van zo’n reclame onmiddellijk afvragen hoe die kleurling aan een BMW komt en denken: dat moet wel een pooier of een dealer zijn. Hoeveel Surinamers rijden er echter niet in een eerlijk verdiende BMW rond?’”
“Als ze een gekleurde acteur zoeken, kijken ze eerst welke kleurschakering ze nodig hebben. Ze kunnen kiezen uit drie mogelijkheden. Een echte zwarte met kroeshaar, geprononceerde neus en lippen – zeg maar het klassieke westerse beeld van een zwarte – of het bruinige type, dan wel het beige type. Van het eerste type zijn er in Nederland hoogstens twee: Dennis Rudge en Glenn Durford. Het bruinige type ben ik, het beige type is Kenneth Herdigein.”
Het verbaasde mij dan ook hogelijk toen Ho Sam Sooi in de rolprent het Leven is Vurrukkulluk opnieuw gecast werd als neger. De altoos subtiele producent Matthijs van Heijningen zei daarover tegen het Algemeen Dagblad: “Tegenwoordig moet er per se een bruine of zwarte man of vrouw in de film zitten om van de overheid financiële steun te krijgen. Er is bij de filmfondsen, omroepen en distributeurs een groot gebrek aan fantasie. Ik ben te oud om me daar nog druk over te maken.’’
En daarmee slaat de ultieme blanke boomer Van Heijningen de spijker op de kop: Roomblanke filmfondsen, omroepen en distributeurs zijn de nieuwe slavendrijvers geworden.
Reaguursels
Dit wil je ook lezen
Dood aan de Bekende Nederlanders en de kinderglijers van Oxfam!
Soep van de Week in het StamCafé
Ik verhuisde naar Bluesky en u raadt nooit wat er toen gebeurde
Hilarische Soep van de Week in het StamCafé
"Het is een schande dat Nederland het antisemitisme van Francesca Albanese en UNRWA niet verwerpt"
Interview met advocaat Hillel Neuer, de directeur van UN Watch, een onafhankelijke waakhondorganisatie die al twintig jaar het virulente antisemitisme binnen de VN onderzoekt.
Ode aan de burgerman
Wordt Tuur nou zuur?
De nieuwe zedenprekers, moraalridders en fatsoensrakkers:
hoe reaguurders walgen van een dode kunstenaar die duizenden vrouwen neukte
[SOEP VAN DE WEEK in Het StamCafé]