Feest! Zomerjihad op kermissen en in zwembaden is begonnen. Het jachtseizoen is geopend
Wollah: de dag die je wist dat zou komen...
door: Arthur van Amerongen
Het Parool schreef deze week dat de flamboyante kermisexploitant Frans Stuy de vergunningsaanvraag heeft ingetrokken van de al 38 jaar bestaande kermis, die eind mei zou plaatsvinden in Osdorp. De kermis werd in oktober 2022 geteisterd door ongeregeldheden van “reljongeren”: vuurwerkbommen, vechtpartijen, hulpverleners werden agressief bejegend en de ME moest eraan te pas komen om de orde te herstellen. Daarom was Stuy vorig jaar genoodzaakt maatregelen te treffen. Hoge hekken, detectiepoortjes, camera’s, extra beveiligers en een vervroegde sluitingstijd voorkwamen met succes een grimmige sfeer.
Wat een rare zin vol tegenstellingen is dit eigenlijk, van de pennenlikker van de Halsemabode: “hoge hekken, detectiepoortjes, camera’s, 15 extra beveiligers en een vervroegde sluitingstijd voorkwamen met succes een grimmige sfeer…”
Het leek warempel wel een gezellig concentratiekamp, daar in Osdorp.
Enfin, dat het feest dit jaar niet doorgaat is natuurlijk allemaal de schuld van de joden, want die plegen genocide in Gaza en nu zijn de Marokkanen in Osdorp - met hun befaamde korte lontjes - terecht nog bozer dan normaal. Ik gooide maar weer eens een twietje in de ether, want Marokkanen en kermissen is net als Marokkanen en zwembaden een geweldige match.
De kermis gaat niet door vanwege "de vrees voor rellen, aangejaagd door de spanningen rond de oorlog in Gaza".
— Arthur van Amerongen (@DonArturito) May 16, 2024
Maar de mocro's verpesten die kermis al decennia lang! Gewoon, uit verveling en omdat het de aard van het beessie is.
https://t.co/NZY6CwuQKQ
Diverse Amsterdamse raadsleden zullen ongetwijfeld geschokt hebben gereageerd: dit zagen wij niet aankomen!
De oplossingen liggen al klaar: er moeten meer buurtvaders komen, meer gratis kickbokscursussen, meer geld voor jongerencentra en er moeten gratis korans worden uitgedeeld zodat de buurtkafirs de motieven van de “jongeren” beter begrijpen. En Palestina moet een onafhankelijke staat worden van de rivier tot de zee. Zou het niet leuk zijn voor AT5 om de “projects” van 020 in te gaan met een kaart van de wereld, om vervolgens aan mocro’s te vragen om Gaza aan te wijzen? Dat idee is natuurlijk niet van mij, maar van de legendarische vakantieman Frits Bom, die aan vakantiegangers in Benidorm vroeg Benidorm aan te wijzen op de kaart van Europa. We kijken even naar de beelden:
‘Enfin,’ zou Martin Bril nu schrijven.
Google voor de grap eens Marokkanen en kermis, en dan rolt me daar vervolgens toch een schier eindeloze lijst met wapenfeiten over het scherm: Culemborg 2004, Roosendaal 2006, Zaltbommel 2012, IJmuiden 2014, Westland 2023 und so weiter, und so weiter.
Pritt Stift schreef reeds in 2012 een vlammend bericht over een massale knokpartij op de kermis van Oude Pekela, maar die was voor de verandering niet uitgelokt door Marokkanen, maar door asielzoekers.
Ik stuitte tijdens mijn research op een aardig en doorwrocht artikel over rottigheid op de kermis door de jaren heen, op de onverdachte website Binnenlands Bestuur:
Vechtpartijen zijn al zo oud als de kermis zelf, vertelt Ineke Strouken, directeur van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE). Eeuwenlang kwamen rivaliserende groepen uit de hele omgeving naar de kermis om zich met elkaar te meten. Bijvoorbeeld via ‘bekken snijden’; wie als eerste een haal in het gezicht van een tegenstander wist te maken had gewonnen. Ook werd er doorgaans flink gedronken op de kermissen. De opkomende burgerij kreeg steeds meer genoeg van de ordinaire vechtpartijen en zuipfestijnen. In de loop van de negentiende eeuw werden daarom veel kermissen afgeschaft. Maar daarmee verdween de behoefte van het volk niet, zegt Strouken. ‘Je moet af en toe uit je bol kunnen gaan en je kunnen onderdompelen in een andere wereld. En dus kwamen de kermissen, die ook als huwelijksmarkt dienden, weer op.’
VIE-directeur Strouken, zelf jarenlang betrokken bij de organisatie van de kermis op de Maliebaan in Utrecht, roemt de sfeer op de Hoornse kermis. Ze noemt een paar ingrediënten die ertoe kunnen leiden dat het misgaat: attracties die dicht bij elkaar staan, een eenzijdig aanbod (te veel gokautomaten), te hard geluid en te hoge pachtprijzen. ‘Als de exploitanten op hun tenen moeten lopen en stress hebben vanwege de hoge pachtprijzen merk je dat direct aan de sfeer en de onrust op de kermis.’
Stroken heeft een oplossing voor narigheid op de kermis: Op het kermisterrein dient het gezellig te zijn. Zorg voor ruimte en terrasjes, organiseer straattheater en betrek verenigingen en instellingen uit de stad bij de organisatie.’ Gemeenten hebben volgens de VIE-directeur een sturende rol, samen met de exploitanten en kermisbonden. De inrichting moet niet worden overgelaten aan een van de grote kermisorganisatoren, vindt Strouken. ‘Zij denken vooral aan de portemonnee. Ze zijn slecht voor de kermis en de exploitanten, laten ze soms zwart betalen. Gemeenten moeten zelf iemand aanstellen in plaats van het over te laten aan geldwolven.’
Kennelijk hebben “jongeren” maling aan de de wijze raad van Strouken, want vorig jaar was het weer bal op de kermis in Wognum, benoorden Hoorn. De moeder van een 15-jarig slachtoffer:
"Deze groep jongens terroriseert de feestjes voor de jongelui. Die zijn er alleen maar om rottigheid uit te halen. Verdrietig dat het dan elke keer zo moet aflopen." Ze hoopt dat verdachten snel worden opgepakt. "Maar een politieagent vertelde vanmiddag aan de telefoon dat ze ze dan heterdaad moeten betrappen, dat betekent dat er weer een slachtoffer moet vallen."
Ik word er zo moedeloos van, van die stroom berichten over “jongeren” die kermissen verpesten, die 12-jarige meisjes van de fiets meppen, die poten en poten rammen, die oude bijna blinde omaatjes bij de pinautomaat beroven, die mensen met een keppeltje onder spugen, die treinconducteurs in elkaar rammen, die scheidsrechters doodschoppen. En binnenkort begint de zwembadterreur weer!
Het Marokkanendrama van Fleur Jurgens is alweer 17 jaar oud en het is alleen maar erger geworden, want de mocromafia, de jihadi’s, de plofkrakers, de Kwestie Khalid en de zaak Peter R. zijn er sedertdien als een kers op de nafferstaart bijgekomen. De linkse kerk nam Jurgens totaal niet serieus en de Groene Amsterdammer kraakte haar boek volledig af en gaf de schuld aan de boodschappers:
Het Marokkanendrama is exemplarisch voor een ontwikkeling waarbij, niet ongewoon, de wind van west naar oost waait. In de Verenigde Staten werd het de afgelopen twee decennia gewoon dat openlijk partijdige onderzoeksbureaus en denktanks met onderzoeksrapporten op de proppen komen die het eigen gelijk een wetenschappelijke aura verlenen.
Het neoconservatieve American Enterprise Institute komt bijvoorbeeld met ‘bewijzen’ dat uitkeringen slechts meer armoede uitlokken. Het linkse Center for American Progress ‘bewijst’ op zijn beurt dat vrij wapenbezit tot meer moorden leidt en dat de Amerikaanse overheid een ziekteverzekering voor iedereen kan garanderen.
Het gevolg van de openlijk vooringenomen onderzoekers – net als Jurgens vaak journalisten – is dat niemand zich meer laat overtuigen. In de VS verloren de media hierdoor in rap tempo hun positie van gebrekkige scheidsrechter met goede intenties. Uit onderzoek blijkt dat inmiddels een grote meerderheid van op de Democraten stemmende Amerikanen ervan overtuigd is dat ‘de media’ rechts zijn, terwijl het overgrote deel van Republikeins stemmende Amerikanen zeker weet dat ‘de media’ links zijn. Fleur Jurgens is dus een pionier in Nederland. Niet alleen dit boek, ook haar werk in de afgelopen jaren als redactrice van HP/De Tijd draait niet om geloofwaardigheid, maar om de bevestiging van een meestal modieus gelijk.
Fleur Jurgens werd niet serieus genomen en hetzelfde geldt in zekere zin voor criminoloog én cultureel antropoloog Hans Werdmölder. Die schrijft al decennia lang over Marokkanen. Werdmölder volgde hele generaties boefjes letterlijk op de voet en schreef alles wetenschappelijk onderbouwd op. Dit tot groot verdriet van fopwetenschapper Leo Lucassen, die 's nachts wakker ligt van Werdmölder. De gevestigde criminoloog gaf flapdrol Lucassen ooit een flinke draai om de oren in het NRC en toen ging de activistische dilettant nog harder huilen.
Twee jaar geleden sprak Werdmölder ononderbroken en vrijmoedig in de Ongehoord Nieuwscafé-podcast van Roelof Bouwman en Yernaz Ramautarsing.
Wat een verademing, want de aimabele Marokanoloog zul je nooit in een babbelshow van op de treurbuis zien. En mocht hij per ongeluk een keer door de ballotage zijn geglipt, dan zitten er meteen twee mediamohammedanen tegenover hem die na één minuut brullen: “Racist! Islamofoob! Xenofoob! Poetin-groupie!”
Ik interviewde Werdmölder vorig jaar voor GeenStijl. Hij sloot het gesprek af met een snoeiharde J’accuse:
*Wat het feminisme was in de jaren zestig, het marxisme in de jaren zeventig en het postmodernisme in de jaren tachtig en negentig, zo zijn nu het wokisme en antiracisme: de nieuwe afgoden van links Nederland en het dominante discours. De ‘witte man’ moest eerst in het reine komen met het feminisme, vervolgens met het marxisme en nu met het erfgoed van het racisme en kolonialisme. Het volstaat niet meer de vermoorde onschuld uit te hangen. Dat leidt ook tot introspectie en zelfkritiek. Daarin past de verbanning van Zwarte Piet, de verwijdering van de christelijke kruisen op de kleding en mijter van Sinterklaas, het maken van excuses voor het slavernijverleden, nooit vragen aan ‘mensen van kleur’ waar ze vandaan komen, het verwijderen van aanstootgevende beelden en schilderijen, de behoefte tot introductie van de hoofddoek bij moslim-politie-vrouwen, witte dienders die meehossen met Marokkaanse relschoppers, het uitbannen van spreekwoorden met ‘tien kleine negertjes’, enzovoort. En hoe reageert de meerderheid van de Nederlanders op al dit woke-geweld: als schuldbewuste makke schapen. Blanke Nederlanders, vooral het protestantse deel, excelleren in zelfkastijding.
In de media heerst nog steeds cognitieve dissonantie ten aanzien van het Marokkanenprobleem. Dat mag gewoon niet benoemd worden. En twee jaar geleden nog schreef een juffrouw van de ooit zo deftige universiteit van Utrecht een schattig briefje met de aanlokkelijke titel Paniek om Niks!
Communicatiemedewerker Eline Dondorp:
Criminoloog dr. Abdessamad Bouabid (EUR) deed jarenlang onderzoek naar deze zogenaamde ‘Marokkanenpaniek’. Hij vertelde erover in het Science Café. Bouabid legt uit dat het een vorm van de klassieke moral panic is, naar de theorie van de Britse wetenschappers Stanley Cohen en Jock Young. Zij definiëren morele paniek als een publieke massabeweging. Een wijdverbreide - vaak irrationele - angst dat een individu of groep een bedreiging vormt voor de waarden, veiligheid en belangen van de samenleving. De morele paniek richt zich vaak op minderheden en kan rekenen op bemoeienis van de politiek en media. Ook resulteert het regelmatig in het ontstaan van nieuwe wetten of beleid die zich richten op de bron van paniek. In het geval van de ‘Marokkanenpaniek’ leidde het tot meer sociale controle in Nederland. Daarnaast ervaren veel Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond discriminatie, op de arbeidsmarkt en daarbuiten.
Kortom: het is nooit de schuld van de Marokkanen zelf, die immers ten prooi zijn gevallen aan Verelendung en al decennia lang het verwaarloosde lompenproletariaat van Nederland vormen, met de Somaliërs op een knappe tweede plek.
Bon, ik pak cola en popcorn en wacht op de eerste zwembadrellen. Azzemaargeilizmagallez!
Reaguursels
Dit wil je ook lezen
Daar is het Marokkaans bevrijdingsleger weer!
Maar de Marokkanen vochten niet in Zeeland
Feynman en/of Feiten – Dit ooit weer
Terwijl wij Theo en joden herdenken, gingen "jongeren" herhalen
De nieuwe zedenprekers, moraalridders en fatsoensrakkers:
hoe reaguurders walgen van een dode kunstenaar die duizenden vrouwen neukte
[SOEP VAN DE WEEK in Het StamCafé]
Lol, gemeente Hoorn zet weer loverboys in om grieten in de val te lokken
Foto: niet een van de loverboys in het verhaal
Jan “Flipstand” Cremer: Neuken jullie wel genoeg, jongens?
De laatste keer dat ik Jan Cremer tegenkwam, was op het Boekenbal.
Almere, het afvoerputje van de polder
Soep van de Week & tevens StamCafé