achtergrond

Geenstijl

login

word lid

nachtmodus

tip redactie

zoeken

GELEKT - Complete uitspraak PvdA-beroepscommissie over broddelonderzoek naar Gijs van Dijk

Wat een puinzooi

Hee kijk nou wat er op onze digitale deurmat is gevallen. De complete uitspraak van de Beroepscommissie van de PvdA over de zaak-Gijs van Dijk. Daarmee wordt ten minste een klein beetje meer duidelijk waar Van Dijk nou precies door de PvdA van beschuldigd werd. Een klein beetje maar, want zelfs de beroepscommissie (!) van de PvdA (!) mocht het rapport dat de PvdA (!) over een Kamerlid van de PvdA (!) had laten maken niet lezen. Ja dat leest u goed. De commissie die een uitspraak moest doen over het besluit van de PvdA om een Kamerlid een berisping te geven, mocht niet weten waar dat besluit op gebaseerd was. 

De commissie merkt wel op dat Van Dijk had kunnen/moeten weten dat hij door zijn relatie met de Twitterende Paroolcolumnist Tinkebell had kunnen weten dat zijn privéleven (in commissietaal: "dat hij na zijn echtscheiding achtereenvolgens relaties is aangegaan met verschillende personen en dat hij die relaties niet zorgvuldig heeft afgerond") op straat zou kunnen komen te liggen en dat dat niet echt goed afstraalt op de partij. Maar daarmee is nou niet bepaald grensoverschrijdend gedrag, dat zou moeten leiden tot het aftreden van een Kamerlid, bewezen. Daarom concludeert de commissie dat de berisping van Van Dijk moet worden vernietigd. Van Dijk roept de PvdA op het rapport openbaar te maken en doet aangifte tegen Bezemer en Schubad. Partijvoorzitter Esther-Mirjam Sent laat weten dat wat haar betreft de conclusies van het rapport (dat dus nog altijd geheim is) "niet ter discussie" staat. Complete uitspraak van de beroepscommissie na de breek.
UPDATE: Tweede Kamerfractie schaart zich achter bestuur, Van Dijk niet welkom 

Update - chaos compleet

COMPLETE UITSPRAAK

UITSPRAAK

BEROEPSCOMMISSIE PARTIJ VAN DE ARBEID

Uitspraak van de Beroepscommissie van maandag 17 oktober 2022 op het beroep van Gijs van Dijk, verwoord in zijn brief van 1 juli 2022 gericht aan de Beroepscommissie, inzake het besluit tot het opleggen van een openbare berisping, uitgesproken door het Partijbestuur als verwoord in de brief van 2 juni 2022 aan Gijs van Dijk.

PROCESVERLOOP

- Naar aanleiding van klachten die het bestuur van de Partij van de Arbeid (verder: het Partijbestuur) heeft ontvangen over (vermeend) grensoverschrijdend gedrag van Gijs Jan van Dijk (verder: Van Dijk), Tweede Kamerlid namens de Partij van de Arbeid (verder PvdA), heeft het Partijbestuur aan het bureau Bezemer en Schublad (verder: B&S) twee onderzoeksopdrachten gegeven. Dit betrof een opdracht om de klachten te onderzoeken en een onderzoek (second opinion) naar een eerder onderzoek over een klacht ten opzichte van Van Dijk waarbij deze klacht ongegrond werd verklaard. B&S heeft daarover op 20 en 25 mei 2022 gerapporteerd. De second opinion bevestigde de ongegrondheid van de eerdere klacht.

- De klachten van de meldsters werden in eerste instantie gericht aan de voorzitter van de Tweede Kamerfractie van de PvdA, begin februari 2022. Op grond van deze klachten die zij daartoe ernstig genoeg achtte, liet zij aan Van Dijk die op dat moment wegens een coronabesmetting thuis in quarantaine verbleef telefonisch weten dat hem met onmiddellijke ingang de woordvoerderschappen werden ontnomen en dat het verstandig kon zijn, hangende een onderzoek, zijn Kamerzetel op te geven. Van Dijk heeft daarop zijn ontslagbrief ingediend. De kwestie werd vervolgens door de fractievoorzitter overgedragen aan het Partijbestuur dat, gegeven de klachten, besloot tot een extern onafhankelijk onderzoek.

- Het besluit van het Partijbestuur berust voor zover hier van belang op de volgende bevindingen van B&S:

1. De door meldsters gestelde en in het rapport van B&S weergegeven feiten ter zake van ongewenst gedrag van Van Dijk zijn in hoofdzaak aannemelijk. Ook is het aannemelijk dat meldsters zich grensoverschrijdend en/of ongewenst voelen behandeld: zij zijn belogen en bedrogen, hen is pijn en verdriet gedaan, één van hen is in ernstige (beroepsmatige) gewetensnood gebracht en de politieke ambities van een ander zijn gefrustreerd.

2. Van Dijk heeft de gedragscode van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer en de erecode van de PvdA overschreden op de volgende punten

- Je beseft dat buitenstaanders meestal geen onderscheid maken tussen gedrag in werktijd en gedrag in privétijd;

- Ook buiten werktijd ben je een ambassadeur van de partij;

- Je bent alert op situaties in je werk waarbij je met privérelaties te maken krijgt;

- Het is van belang dat privérelaties het professioneel functioneren niet kunnen beïnvloeden.

3. Van Dijks gedragingen hebben ook impact gehad op zijn werk en positie als Tweede Kamerlid, binnen de Tweede Kamer en de wijze waarop hij de PvdA naar buiten vertegenwoordigde.

4. Op grond hiervan heeft het Partijbestuur besloten Van Dijk een openbare berisping te geven. Daaraan heeft het Partijbestuur toegevoegd dat het onwenselijk is als Van Dijk de komende vier jaar een functie als volksvertegenwoordiger of bestuurder namens de PvdA bekleedt.

- Op 2 juni 2022 heeft het Partijbestuur aan Van Dijk de maatregel van een openbare berisping opgelegd. Van Dijk heeft tegen die maatregel op 1 juli 2022 beroep ingesteld bij de Beroepscommissie van de PvdA (verder: de Commissie). Van Dijk en het Partijbestuur hebben vervolgens meermalen schriftelijk op elkaars standpunten gereageerd en hebben producties overgelegd. De Commissie heeft partijen gehoord in een zitting op 19 september 2022. De Commissie heeft op de zitting het Partijbestuur verzocht om inzage in ten minste een zodanige samenvatting van het rapport van B&S dat op de klachten betrekking heeft, dat daaruit de beweerde grensoverschrijdende gedragingen van Van Dijk in concreto blijken. Dit onderzoeksrapport waarom de Commissie bij herhaling al eerder had verzocht en dat niet geleverd was bij de producties, had volgens het Partijbestuur een zodanig vertrouwelijk karakter op grond van afspraken met de meldsters, dat het Partijbestuur het ook niet vertrouwelijk aan de Commissie ter beschikking kon stellen. Het Partijbestuur heeft het tijdens de hoorzitting herhaalde verzoek om vertrouwelijk beschikbaar stellen in overweging genomen. Zijdens het Partijbestuur is bij brief van 30 september 2022 aan de Commissie gemeld dat het Partijbestuur die inzage heeft geweigerd. Daarop is nog een brief/mailwisseling met partijen gevolgd. De Commissie betrekt de inhoud daarvan slechts bij haar oordeel voor zover die betrekking heeft op bovenbedoeld verzoek. Voor het overige acht de Commissie het debat tussen partijen gesloten met de zitting.

De Commissie (noot 1) zal de onderdelen van het besluit achtereenvolgens behandelen.

OVERWEGINGEN

1. Van Dijk heeft tegen het rapport van B&S uitgebreid verweer gevoerd. Dat betekent dat de Commissie dient te onderzoeken in hoeverre dat verweer hout snijdt. Het Partijbestuur heeft aan de Commissie echter inzage in het rapport van B&S geweigerd (noot 2). Het Partijbestuur heeft de Commissie weliswaar een mondelinge toelichting door een vertegenwoordiger van B&S aangeboden, maar deze kan kennisname van het onderzoeksrapport niet vervangen, omdat de precieze inhoud van de klachten daarmee niet onverkort aan de Commissie wordt kenbaar gemaakt. Het gevolg hiervan is dat de Commissie niet van de juistheid van het rapport kan uitgaan. Aangezien het besluit van het Partijbestuur helemaal op het rapport is gebaseerd, kan de Commissie evenmin vaststellen dat het besluit van het Partijbestuur proportioneel is ten opzichte van de in het rapport beschreven grensoverschrijdende gedragingen van Van Dijk. Zonder die vaststelling komt de grondslag aan het besluit van het Partijbestuur te ontbreken. Het besluit van het Partijbestuur ligt reeds hierom voor vernietiging gereed.

2. Met betrekking dat de vaststelling van het Partijbestuur dat Van Dijk in strijd heeft gehandeld met de gedragscode van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer en de door hem ondertekende erecode van de PvdA overweegt de Commissie als volgt.

De beide codes geven een aantal indicaties die Van Dijk bij zijn gedragingen dient te betrekken. Daarbij past de opmerking dat de erecode door hem ondertekend is en van toepassing is op iedereen die in of namens de PvdA bepaalde posities bekleedt, terwijl de gedragscode gezien moet worden als een richtsnoer voor leden en medewerkers van de Tweede Kamerfractie. De beoordeling van het Partijbestuur, en naar mag worden aangenomen B&S, berust vooral op deze gedragscode.

De Commissie begrijpt de (weinig concrete) indicaties in de gedragscode als volgt. Een Kamerlid dient te beseffen dat hij in een glazen huis leeft en dat zijn handel en wandel onder een vergrootglas komen te liggen. Hij moet daarom bij zijn gedragingen een grote mate van zorgvuldigheid en voorzichtigheid betrachten. Dat geldt niet alleen voor gedragingen in het publiek domein, maar ook (anders dan Van Dijk aanvoert) voor privé-gedragingen. Het publiek maakt daartussen immers geen onderscheid; privé-gedragingen worden een Kamerlid en de partij waartoe deze behoort ook in het publiek domein toegerekend. 

Van Dijk heeft in de procedure herhaaldelijk kenbaar gemaakt dat hij na zijn echtscheiding achtereenvolgens relaties is aangegaan met verschillende personen en dat hij die relaties niet zorgvuldig heeft afgerond. Hij heeft voorts aangegeven dat hij een affaire met een persoon met de twitternaam Tinkebell heeft gehad terwijl hij daarnaast een andere vriendin had.

De Commissie kan zich voorstellen dat het Partijbestuur tot de slotsom komt dat Van Dijk op beide punten onzorgvuldig heeft gehandeld. De Commissie merkt verder op dat, indien Van Dijk bij het begin van zijn affaire met Tinkebell van haar twittergebruik op de hoogte was, alsmede van haar toegang tot de publiciteit door haar column in Het Parool, het Partijbestuur kan menen dat hij aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gehandeld, omdat Tinkebell door haar mogelijkheid haar genoegen met en ongenoegen over hem met een schare volgers en lezers te delen, macht over hem verkreeg. Als hij pas gedurende de affaire van dat twittergebruik op de hoogte is gekomen, dan zou het Partijbestuur kunnen concluderen dat de ingevolge de gedragscode vereiste voorzichtigheid Van Dijk ertoe had moeten brengen die affaire op zeer korte termijn te beëindigen.

3. De impact van de bedoelde gedragingen van Van Dijk op zijn politieke functioneren is in het rapport van B&S, voor zover de Commissie weet, niet onderzocht. Het Partijbestuur heeft nagelaten in het besluit die impact te onderbouwen en te specificeren. Het is de Commissie niet duidelijk geworden welke betekenis aan deze overweging in het besluit moet worden toegekend.

4. B&S heeft zich over de op te leggen maatregel niet uitgelaten; de door het Partijbestuur gemaakte keuze is de uitsluitende verantwoordelijkheid van het Partijbestuur. De Commissie is van oordeel dat, zeker nu het een openbare berisping met alle aankleve van dien betreft, het Partijbestuur deze beslissing niet had mogen nemen zonder Van Dijk over het voornemen daartoe te horen. Weliswaar heeft Van Dijk van de beslissing kennis kunnen nemen voordat deze met een persbericht werd bekendgemaakt, maar dat kan met het horen vooraf niet worden gelijkgesteld. Dit klemt temeer nu het Partijbestuur in zijn besluit tevens te kennen heeft gegeven dat wat haar betreft Van Dijk de komende vier jaar geen functie als volksvertegenwoordiger of bestuurder namens de PvdA meer kan vervullen. Deze handelwijze acht de Commissie jegens Van Dijk onzorgvuldig.

Het Partijbestuur heeft nagelaten te motiveren waarom niet met een ondershandse berisping kon worden volstaan. Op de zitting is zijdens het Partijbestuur aangegeven dat dat is gedaan omdat de zaak toch al in de openbaarheid was gekomen. De Commissie is door dat argument niet overtuigd. Het Partijbestuur had ook voor een ondershandse berisping kunnen kiezen en had vervolgens daarmee kunnen volstaan.

Over de toevoeging aan het besluit van de volzin dat het onwenselijk is als Van Dijk de komende vier jaar een functie als volksvertegenwoordiger of als bestuurder namens de PvdA bekleedt, heeft het Partijbestuur ter zitting aangegeven dat deze volzin als een mening moet worden gezien, dat het een niet bindende uitspraak is en dat het Van Dijk wat dat betreft geen strobreed in de weg zal leggen als hij wel een dergelijke functie gaat bekleden. Dat moge zo zijn, maar door de opneming van deze volzin in het besluit heeft het Partijbestuur naar buiten de indruk gewekt dat het zich tegen het vervullen door Van Dijk van dergelijke functies actief zal verzetten. De Commissie is van oordeel dat de opname van deze volzin in het besluit ongepast is.

BESLISSING

De Commissie vernietigt de door het Partijbestuur op 2 juni 2022 aan Van Dijk opgelegde maatregel.

de Beroepscommissie,

Arie de Jong (voorzitter)

Jan van Steenhoven (vicevoorzitter) 

Gritta Nottelman (secretaris)

Emiel van den Berg

NOTEN:

1 Het lid van de Beroepscommissie Vunderink heeft zich verschoond deelname aan de besluitvorming over deze uitspraak vanwege een zakelijke relatie met een van de actoren in dit dossier.

2 Het onderzoeksrapport werd overigens alleen ter beschikking gesteld van de partijvoorzitter en de bestuurssecretaris van de partij, in persoon en met de afspraak dat dit na vier jaar zou moeten worden vernietigd, en niet aan de overige leden van het Partijbestuur.

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.