achtergrond

Geenstijl

login

word lid

nachtmodus

tip redactie

zoeken

Romancier Appie uit Roffa voelt nog steeds de pijn van 1492 en eist het kalifaat terug

Soep van de Week in Het StamCafé

door Arthur van Amerongen

Abdelkader Benali was voor mij altijd de onnavolgbare, P.C.Hooft-prijsgerechtigde woordkunstenaar uit wiens briljante brein de geilste alinea der Nederlandse bellettrie ontsproot, in zijn meesterlijke roman ‘Feldman en ik’: '"Vastpakken," zei de jongen en hij stak me zijn vleesknuppel toe, alsof hij me een rol behang aanreikte. Ik hield hem mechanisch in mijn hand vast. Hij was hard en in dat vlees voelde ik het kloppen, het verlangen. "Stop 'm in je mond en begin er eerst op te likken. Ik hoef je niet alles te zeggen." De jongen keek om zich heen, alsof hij toeschouwers verwachtte. "Komt dat zien, komt dat zien." "In je mond stoppen en likken," herhaalde de jongen. Hoe kun je likken en hem in je mond stoppen tegelijk, maar over dit soort kwesties met hem in discussie gaan zou tot veel verwarring leiden.'

Ik ontmoette de ongekroonde koning van de poldernarratofilie voor het eerst op een borrel bij de Arbeiderspers, ergens rond 1997/1998, en vond hem een aardige gozer. Als oprecht lid van de linkse kerk schreef ik in die tijd apologetische stukjes over de islam en etnische minderheden (zo heetten ze toen nog) en interviewde talloze Turkse en Marokkaanse schrijvers, filmers, kunstenaars en cabaretiers. Als de Divibokaal toen had bestaan, had ik die deugtrofee zeker een paar jaar achter elkaar gewonnen. Mijn warme contacten met Mocro’s beperkten zich niet tot de artistieke bovenwereld en waren ook drugsgerelateerd, maar daar zal ik de lezer - heil hem en haar - nu niet mee lastig vallen.

Maar toen kwamen Benali’s omstreden uitspraken, zoals die in 2010 werden opgetekend door de onverdachte oorlogsverslaggever Harald Doornbos in een column in HP/De Tijd. De twee hadden in juli 2006 een ontmoeting in Beiroet, tijdens de oorlog tussen Israël en de Hezbollah. "Benali barst los", schrijft Doornbos. "Sinds hij een succesvol schrijver is en wat meer geld heeft, komt hij vaker in Amsterdam-Zuid. Jemig, daar blijkt het vol te zitten met Joden. En het vervelendste is: het zijn zoveel Joden! Amsterdamse Joden. Je voelt je als Marokkaan nauwelijks op je gemak. Het lijkt Israël wel. Heel irritant allemaal. Zoveel Joden, dat voelt gewoon gek aan."

Het incident werd afgedaan als borrelpraat (letterlijk) maar in 2013 was de amokmaker wederom in opspraak. Benali had zich groen en geel geërgerd aan Hans Teeuwens als gast van Zomergasten. Teeuwen had voor twee religie-kritische fragmenten gekozen: een met Christopher Hitchens en een met islamcriticus Pat Condell.

Benali op zijn intellectuele thuisbasis De Joop: Dieptepunt waren de fragmenten die aansloten op de islamkritiek van Hans Teeuwen. Het was vervelend gebrabbel. Ik weet dat in de grachtengordel rond het kringetje van Theo van Gogh men er ad nauseam op wijst dat men van islamofobie vrij is, maar de conduitestaat van de afgelopen twaalf jaar wijst ergens anders op. Gaat men de discussie over de Islam aan dan kiest men voor gekken en dwazen zoals komediant en imam van het secularisme Pat Condell die een diatribe tegen moslims afstak waar zelfs Adolf Hitler een puntje aan kan zuigen, qua intensiteit. Een ouderwetse rant die prompt op Twitter voor een pogrom zorgde op alles en iedereen met een vreemde achternaam. In het beste geval zorgde deze keuze voor wat ontlading. De wellicht zinnige boodschap van Condell schoot langs me heen bij gebrek aan zinnige duiding van op het eerste gezicht nogal platte emoties.

‘Diatribe’ moest ik even opzoeken. Ongetwijfeld is die term ingeburgerd in de straten van Roffa en Tanger (Benali’s tweede thuis), maar ik kende hem niet. Welnu: Literair genre uit de Oudheid. Aanvankelijk volkse, satirische redevoeringen van reizende filosofen en redenaars tegen de zedeloosheid. Nu wordt de term vooral gebruikt in de betekenis van een heftige aanval op een bepaald persoon of tegen een bepaalde zaak. Een voorbeeld van deze laatste vorm is W.F. Hermans’ aanval op het Nederlandse katholicisme in Annum Veritatis (1968), gepubliceerd onder de naam Pater Anastase Prudhomme S.J. Men kan de diatribe dan omschrijven als een in uitermate scherpe bewoordingen gesteld schotschrift.

Enfin.

In 2016 had de slagerszoon uit Roffa weer een akkefietje met de Nederlandse jodenheid. Hij werd uit de jury van de Inktspotprijs gezet, nadat hij zich op Twitter negatief had uitgelaten over cartoonist Ruben Oppenheimer. De tweet ging over een tekening van Oppenheimer in NRC over Zomergast Abou Jahjah. Jahjah is te zien als de grote boze wolf vermomd als een varken. In reactie op een twittergebruiker schreef Benali: "die cartoonist zou in de Nazi-tijd zich werkelijk hebben uitgeleefd".

Het is kenmerkend voor autodidact Benali dat hij niet wist dat de naam Oppenheimer op de een of andere manier behoorlijk joods is.

De 4 mei-lezing van 2021 in Amsterdam, die zou worden voorgedragen door Benali, ging niet door omdat hij zich terugtrok na ophef over zijn uitlatingen over Joden. De schrijver zou de voordracht houden bij de herdenkingsbijeenkomst in De Nieuwe Kerk, voorafgaand aan de Nationale Herdenking op de Dam.

In een interview met de NRC werd hem dit gevraagd over de kwestie:

NRC: Denk je dat je wel weg kunt komen met een uitspraak als: ‘Amsterdam Nieuw-West lijkt Fez wel. Heel irritant. Zoveel Marokkanen. Dat voelt gewoon gek.’

Benali: “Ja hoor. Je kunt alles zeggen over moslims. Het zijn geen echte Nederlanders. Ze moeten weg. Je kunt zélfs zeggen dat ze gesteriliseerd moeten worden. Zonder consequenties. Je verliest je baan niet. Nederlanders hebben islamofobie en racisme totaal geïnternaliseerd. Niemand doet er iets aan.”

Hij eindigde het interview met dreigende woorden: Marokkanen weten dat er in Nederland twee maten gelden: voor witte Nederlanders en voor niet-witte Nederlanders. Dat geldt ook voor de uitspraken die we kunnen doen. Dus we zijn al heel stil. Bij mij filteren ze meteen alle abstractie eruit. Marokkaan, bam, het kan maar één kant op. En dan zie ik veel intelligente mensen meegaan met de hordes. Ik ben mijn leven gewoon niet zeker in dit land.”

Enige pathos is Benali niet vreemd en ik weet zeker dat hij tot op de dag van vandaag probleemloos door de Koopgoot kan flaneren, al kan hij 020 beter even mijden als de mohammedanenjagers van Maccabi daar weer neerstrijken.

Ik heb met Benali een beetje hetzelfde als met Babi Tarawally - de huispersoon van kleur van Trouw - en Sander Schimmelpenninck. Hun uitspraken veroorzaken wat vervelend gekriebel (zoals bij huismijt), wat instemmend geruis in de echokamer en lichte ophef bij Vrolijk Rechts, en daarna gaat iedereen weer over tot de orde van de dag.

Benali twiette tussendoor nog iets over zijn viool die ingepakt klaarstond in geval er een pogrom op mohammedanen zou plaatsvinden, en hij wist te vertellen dat bijna een miljoen Marokkanen bibberend in hun achterhuizen zaten, met hun Marokkaanse paspoort in de hand in geval ze dreigden gedeporteerd te worden.

Eerlijk gezegd heb ik wel waardering voor Benali als provocateur, alleen schort er wat aan zijn humor en heb ik liever dat hij over vleesknuppels en behangrollen schrijft.

En passant verspreide hij fopnieuws bij de Staatsomroep: ‘Marokkaanse Nederlanders zijn verslaafd aan Netflix-serie 'Shtisel' over ultra-orthodoxe Joden’. Donder nou toch gauw op, amigo, dat gelooft toch geen hond! Jouw achterban vindt de verhaallijn van de serie Mocromaffia al te moeilijk!

Ook riep hij op tot het in het leven roepen van een humorgestapo, die keihard moest optreden tegen faxisten die grappen over Marokkanen durfden te maken.

En toen kwam zijn opmerking over de historische pijn die hij nog dagelijks voelde over het einde van het kalifaat in Andalusie in 1492. Nou, gast, de enige historische pijn die ik nog steeds voel is de WK-finale in 1974, en mijn geboorte in 1959 viel ook niet mee, maar alles daarvoor zal mij aan mijn gebronzeerde reet roesten.

Ik heb zijn twietdiarree over de Reconquista en het pijnlijke verlies van hullie Alhambra even aan elkaar geplakt, om te voorkomen dat zijn kwoot uit de kontekst wordt gerukt.

Benali: Hoopvol maar ook met een bezwaard hart kom ik thuis van een intens gesprek met ouders met een Amsterdams-Marokkaanse achtergrond, we bespraken de gebeurtenissen van de afgelopen dagen, de impact op het leven van ons en onze kinderen. Een van de ouders zei: "Dit voelt als 9/11," daarmee aangevend dat de incidenten nog heel lang het doen en laten van moslims in dit land zullen bepalen. Er werd afschuw getoond over wat er was gebeurd in de straten van Amsterdam. Het verdient niet de schoonheidsprijs. Ook werd gezegd: "Maar toen ik op die woensdag beelden zag van een Palestijnse vlag die naar beneden werd gehaald en nadien een taxichauffeur die werd neergeslagen toen voelde ik al dat het enorm uit de hand zou gaan lopen." Er komen dan andere, duistere krachten los. Men vreest voor de kinderen, die op school te verantwoording geroepen zullen worden, men schrikt van het gebrek aan onwetendheid over en weer wanneer het gaat om de Joods-Marokkaanse geschiedenis, men vreest voor een stevig politiek klimaat waarin deze incidenten aangegrepen om uit te drijven en te verbannen - van Nederlandse moslims. Wat eronder stroomt is ook een historische pijn, de pijn van 1492, toen de Moren en Joden van Andalusie werden verdreven uit Europa. Een verborgen geschiedenis die wordt meegedragen. Er was ook behoefte om samen te komen en te verbinden. Om het eigen verhaal beter voor het voetlicht te krijgen. Om niet op te geven. En iedereen welkom te heten in het eigen huis. Dat geeft hoop. En toch ook een bezwaard gemoed. Conclusie: we laten ons niet terugdringen, samen staan we sterker en er valt nog een wereld te winnen aan bewustwording. Ouders hadden een gemêleerde achtergrond, echt de voorhoede van de gemeenschap, intens betrokken, pedagogen, educatoren, cultuurmakers. Niemand die het onberoerd laat.

Kees Vlaardingerbroek reageerde adekwaat: Abdelkader, bedenk je wel even dat de Moren Andalusië als imperialistische veroveraars hadden veroverd en de christelijke bevolking hadden onderworpen? En dat christenen en Joden onder de moslimheersers tweederangs burgers waren, met veel minder rechten en de plicht extra belastingen te betalen?

Ben Ali reageerde: uit woorden proef ik totale onwetendheid of een vooringenomen positie om uw islamofobe, haatdragende teksten te kunnen ventileren.

Ik ben er nog steeds niet uit of Benali een hele slimme stokebrand is of gewoon een dommige oen die te pas en te onpas onzin verspreidt om het mohammedaanse volksdeel, de helper whiteys en de woke islamknuffelaars te behagen. In beide gevallen beschermt hij zijn toko, en breidt hij die uit. Geef de beste man eens ongelijk, want de schoorsteen moet roken (pun not intended).

Geef mij maar de schrijver Benali in plaats van de polemicus Benali. Ik ga weer even genieten van het manuscript van zijn nieuwe roman De opdracht van de Moor, die pas volgend jaar verschijnt. Hier een erotisch getinte sneak preview:

Hij deed zijn rits omlaag en haalde zijn penis zo vlot tevoorschijn, dat ze hem ervan verdacht geen onderbroek aan te hebben. Zijn geslacht was kort en breed, leek een vlezige salami. Hij hield zijn overhemd en broek aan, en alleen met zijn stijve priemende lid ontbloot, liet hij zich op haar zakken. Hij stootte toe, was zo driftig dat hij niet eens naar haar opening zocht. Ze hoopte dat hij niet zou klaarkomen voordat hij in haar zat, ze wilde hem voelen. 'Nadia, o Nadia!' 'Zou ze hem zeggen dat hij tegen haar volle blaas zat te porren?' 'Ik kom! Hij riep het triomfantelijk. Ze ervoer een schok. Hij zat niet in haar, hoe kon hij dan al komen? En toen voelde ze het. Zijn korte pik zat tussen twee vetlagen en hij stootte en wroette erin alsof het haar vagina was.'

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.