achtergrond

Geenstijl

login

word lid

nachtmodus

tip redactie

zoeken

De Boze Blanke Man - De Boze Muzelman

De Boze Blanke Man en de Ondergang van Nederland, deel 5

Ik werd er door verschillende mensen op geattendeerd dat Mohammed Rasoel in 2019 met de opvolger van De Ondergang van Nederland kwam: Melkkoe én Zondebok. Naïeve dwazen zonder land, zonder God en zonder toekomst. Het pamflet was aan mijn aandacht ontsnapt omdat ik de literaire supplementen van NRC Handelsblad, de Volkskrant, Trouw, de Groene Amsterdammer en Vrij Nederland niet lees. 

We weten nog steeds niet wie de spookschrijver is, al kunnen we er gevoeglijk van uitgaan dat het niet de Pakistaanse variétéartiest Zoka Fatah, ook wel bekend als 'De Zoon van Tarzan', was. Hugo Brandt Corstius en Gerrit Komrij zijn dood, Max Pam of Theodor Holman weten meer maar bevestigen noch ontkennen het vermoeden dat het hun oud-collega van Propria Cures Bob Polak is. 

Mohamed Rasoel verwijst in zijn nieuwe pamflet naar GeenStijl. 

In Nederland ligt de toegestane opinie vooralsnog tussen Geenstijl en De Volkskrant. (…) Bespreekt een van beide kanalen een onderwerp, dan is het onderwerp legitiem geworden.

De Volkskrant kan zich van Geenstijl distantiëren door het weblog extreem-rechts en vrouwonvriendelijk te noemen. (…) Geenstijl distantieert zich van de slaafse gehoorzaamheid aan de politiek-correctheid. Samen vormen beide media de doelpalen waar het kijkersvolk z'n mening in mag proberen te schieten. Wie ernaast schiet is een PVV'er. Voor de bühne zijn De Volkskrant en Geenstijl aartsvijanden, maar achter de coulissen zijn de redacties het over de grote lijnen eens.

De witblanke man is melkkoe én zondebok. Hij draait overal voor op en is toch racist. Hij betaalt het meest belasting en krijgt er het minst voor terug. (…) Hij moet zijn zoontje wijsmaken dat jongens ook meisjes kunnen zijn. De Nederlandse man is een naïeve dwaas, zonder land, zonder God, zonder toekomst.

De spookschrijver vertolkte in zijn eerste boek nog een echte Boze Blanke Hollandse Man, maar in zijn nieuwe boek klinkt ook de voxpop van boze islamitische Nederlanders door. Renzo Verwer besteedde er op zijn blog aandacht aan. 

Op een bepaalde manier is Rasoel nu pro-islam, want hij stelt dat het westen achter aanslagen zit, en daarvan moslims (ideale daders) de schuld geeft. Bovendien lijkt hij wel wat te zien in onderdanige vrouwen…

Of is dat ironie?

In het boek als geheel en al helemaal aan het einde lees je toch zijn nostalgie naar, en een pleidooi voor westerse beschaving. Hij gaat tekeer tegen mensen uit niet-westerse samenlevingen. Hij stelt dat Nederland dat zijn historisch besef kwijt is, meegaat in genderneutrale onzin en er een verkeerde man-vrouw-opvatting op na is gaan houden. Ook de Martin-Bosma-term ‘minderheid in eigen land’ duikt op.

Ik vind booslim een van de allerlelijkste taalvondsten van de afgelopen jaren en heb het liever over de Boze Muzelman. Daarbij denk ik vooral aan Kashmir's 'Rage Boy'. Boze Muzelmannen zijn een dankbaar object voor persfotografen, temeer omdat de demonstranten er nogal fotogeniek uitzien en niet bepaald uitblinken in eruditie en taalbeheersing. Death to all juice! 

Ik word niet graag afgeserveerd als xenofoob, islamofoob en Arabofoob en wil daarom, als advocaat van duivel, speciaal voor deze gelegenheid een lans breken voor met name de Arabieren, die altijd boos lijken te zijn. Vooral Hollywood heeft bijgedragen aan de beeldvorming van een ziedende, verkrachtende Ali Baba met zijn kromzwaard.

Jack Shaheen was hoogleraar massacommunicatie en vocht zijn hele leven tegen de negatieve manier waarop Arabieren in de Amerikaanse filmindustrie in beeld worden gebracht. Hij publiceerde twee opzienbarende boeken: The TV Arab (Arab and Muslim Stereotyping in American Popular Culture) en Reel Bad Arabs: How Hollywood Vilifies a People

Shaheen stelt dat de grote zenders, inclusief NBC, Fox, ABC en CBS, sinds 11 september niet alleen de Arabische moslims in een kwaad daglicht hebben gesteld, maar ook nog eens proberen Arabische Amerikanen gelijk te stellen aan terroristen. De ontmenselijking van Arabieren staat voorop. Dode Arabieren worden teruggebracht tot collateral damage want met Arabieren sympathiseer je nu eenmaal niet.

Voor Reel Bad Arabs bestudeerde Shaheen ruim negenhonderd Amerikaanse films waarin Arabieren of bewoners van het Midden-Oosten voorkomen. Shaheen concludeert dat Arabieren worden neergezet als terroristen, bloeddorstige strijders, rijke, onethische smeerlappen en als fanatici die in een andere god geloven en weinig of geen waarde aan het leven hechten. Ze willen het Westen vernietigen met olie en terrorisme. Ze ontvoeren, mishandelen en verkrachten westerse vrouwen, hebben vrijwel nooit familie en wonen op primitieve plekken, bij voorkeur in de woestijn. Als je Arabische vrouwen al ziet in films, zijn ze verborgen in zwarte lappen of gaat het om zwijgende, exotische haremmeisjes. 

In de films die Shaheen zag, werden Arabieren zelden als normale mensen geportretteerd. 'Door Arabieren met dat soort zaken te associëren, worden ze gedemoniseerd en ontmenselijkt. Hollywood heeft', aldus Shaheen, 'een atmosfeer van intolerantie gekweekt waarin, zeker na 11 september, racisme gedijt. Voor de Disney-film Aladdin werd nauwelijks met Arabieren overlegd. In deze animatiefilm, waarvan de gehele cast uit Arabieren bestaat, hebben de helden een lichtere huid en een Amerikaans accent, terwijl de boosaardige bewakers en koopmannen een donkere huid, haakneuzen en een zwaar Arabisch accent hebben. Als joden zo werden afgebeeld, zou een enorme rel ontstaan.'

In het Nederland van de jaren zestig gold de Arabier aanvankelijk nog als exotisch, net als de eerste lichting gastarbeiders. Voor hele generaties Nederlanders was de vliegende fakir in de Efteling de eerste kennismaking met het Midden-Oosten, of de strip Iznogoedh, die jaren in het weekblad Pep stond. Iznogoedh van de tekenaars Tabary en Goscinny was gebaseerd op de Arabische Vertellingen van 1001 nacht. De hoofdrol is voor de boosaardige Iznogoedh, die terzijde wordt gestaan door de onnozele Ali del Dehrel. Het succes van de strip is het eindeloos uitmelken van één grap: Iznogoedh verzint iets om van de kalief af te komen (hij wil zelf de macht overnemen) en trapt vervolgens in zijn eigen val.

In de zomer van 1975 stond de hit Aggesus van Alexander Curly weken bovenaan in de Top 40 en zong heel Nederland het lied over de lotgevallen van deze gastarbeider uit volle borst mee. Aggesus was een Turk, al deed zijn wonderlijke naam met keelklanken eerder aan een Marokkaan denken en ook het koeterwaalse refrein 'Aggesus daggena gajanagoet' riep eerder een Arabische dan een Turkse sfeer op.

Turk of Marokkaan, voor Alexander Curly was het één pot nat en de boodschap van zijn smartlap was duidelijk: de gastarbeider geilt op onze blanke dochters en trekt graag een mes (terwijl het toch algemeen bekend is dat Turken bij voorkeur schieten). Moslims en messen blijven, mede dankzij Mohammed B., hardnekkig met elkaar verbonden.

Aggesus

Wat doen we met die Arabieren hier

Vreemd genoeg protesteerde niemand tegen de hit van Alexander Curly, terwijl in datzelfde jaar het lied Wat doen we met die Arabieren hier (want 'ze zijn niet te vertrouwen bij onze mooie vrouwen') van Vader Abraham tot Kamervragen leidde en geboycot werd door de NOS-radio. Vijf woedende Arabische werknemers hadden een strafklacht ingediend tegen Pierre Kartner, die tijdelijk onder politiebewaking werd gesteld en later nog zijn excuses aanbood aan de honorair consul van Koeweit. 

Wat de boze muzelmannen betreft: in The Looming Tower schrijft Lawrence Wright hoe een gevoel van vernedering in de Arabische wereld de gedachtegang beïnvloedde die uiteindelijk Al-Qaeda en ISIS werd. Osama bin Laden riep in een beroemd geworden preek hoe het westen de moslimwereld had vernederd en dat conservatieve moslims zijn vernederd door de hypermoderne samenleving en de kosmopolitische McDonaldisering van de wereld. Voor hen is het herstel van het zevende-eeuwse kalifaat hun manier om de traditionele mannelijkheid te herstellen. 

In 1988 en 1989 volgde ik Midden-Oostenstudies aan de gerenommeerde Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. Een van mijn professoren - een in Marokko geboren Israëli - opende het college Geschiedenis van het Midden-Oosten met de woorden: "Als een Joodse jongen veertien jaar wordt, krijgt hij boeken van zijn ouders, een Arabische jongen krijgt van zijn vader een mes."

Op het lijstje met verplichte literatuur die de professor uitdeelde, prijkten bovenaan twee boeken van de Israëlische wetenschapper Raphael Patai: The Jewish mind en The Arab mind. Beide boeken lagen op het nachtkastje van George W. Bush toen hij president was. Zowel Israeli als Patai zijn overtuigd van de superioriteit van de Joodse geest ten aanzien van de Arabische geest. Nou roep ik in een valse bui wel eens: "Kijk maar hoeveel Joodse Nobelprijswinnaars er zijn en hoeveel islamitisch/Arabische, en kijk dan naar de proporties: bijna 2 miljard mohammedanen en 15 miljoen Joden wereldwijd!"

Maar ik sluit passend in stijl af met dat verhaal van de Marokkaans-Israëlische professor, het boek, de Arabier en het mes: een van de talloze scheldwoorden voor Marokkaanse Joden in Israël is namelijk sakinai'im (messentrekkers). 

Een kwestie van nature, or nurture?

Reaguursels

Dit wil je ook lezen

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.