VrijMiBo in de economyclass
Toen ik de hut verliet waren er mensen
tegen wie ik aankroop, bij enkelen meende ik het.
Ik weet niet wat er dooide, er kwam al zoveel in me om.
Wat was hij even een baby. Bleef maar jengelen
om verhalen van de walvis in de man. Hechtte wat
waterpsalmen af. Ik dein
op een matras. Alsof me iets wiegt maar het gaat
te hard. Weinigen komen onder smeltwater vandaan,
weinigen komen van smeltwater af.
De poel op de vloer neemt toe. De rimpelingen
aan het oppervlak lijken vingerafdrukken
die in elkaar overgaan.