Hee Jesse. Dat is niet mijn Westrand, vriend
Roosendaal, een doorsnee provinciestadje in West-Brabant. Er is niet zo veel mooi aan, er is niet zo veel lelijk aan. Er is niet zo veel mis mee, en er is niet zoveel goed aan. Als je er vandaan komt, moet je altijd uitleggen dat het tussen Bergen op Zoom en Breda ligt, want dat kennen mensen wél. De stad zelf is ook niet zo heel aantrekkelijk. De ligging des te meer, vooral voor handel en bedrijvigheid. Voor het economisme, zou Jesse Klaver zeggen, maar dat woord betekent eigenlijk helemaal niks.
Roosendaal is de laatste halte voor de Belgische grens - Antwerpen in een half uur, tenzij je de krakende boemel pakt via Essen, Kalmthout en Luchtbal - en ook de rijksweg A16 naar de havens van Rotterdam en Antwerpen ligt vlakbij. Nog steeds huizen veel logistieke bedrijven op één van de Roosendaalse industrieterreinen met van die typische snelwegbordnamen als Borchwerf, Borchwerf II en Majoppeveld. Philips had er tot voor kort een grote fabriek, waar ze TL-buizen maakten. De hele wijk ernaast, de Kalsdonk, heet in de volksmond nog steeds 'Philipswijk', ook al is de oude arbeiderswijk met zn piepkleine huisjes en roodbruine klinkerstraten grotendeels gesloopt en door 21e eeuwse nieuwbouw vervangen. Sociale huur, maar ook koopwoningen voor de provinciale portemonnee. Geen idee wat de Brabantse term voor 'gentrificatie' is, maar dat is wat het is. In de Spoorstraat staan nog wat oude Philipshuisjes. Snoepmaker Red Band zit ook daar, in een mooie fabriekerige fabriek. In die hoek vind je ook Peeters Produkten, beter bekend als producent van Duo Penotti. Transportreus Jan de Rijk heeft z'n hoofdkantoor in Roosendaal - werkgelegenheid genoeg dus, in de economistische sectoren.
Aan de andere kant van het spoor, bij de haven, is de Suikerunie helaas weer weg, maar de Koninklijke Van Gilse Kandijfabriek - van de schenkstroop - zit er nog wel. Al bijna 135 jaar, in de Westrand - het deel van de stad waar GroenLinks-lijsttrekker Klaver opgroeide en dat onlangs door hem tot probleemwijk is bestempeld tijdens een teleprompterspeech in een hippe hoofdstedelijke danssalon. Ondergetekende komt ook uit Roosendaal, ook uit de Westrand - maar ik herken me absoluut niet in het door Klaver geschetste beeld van de wijk.
"In de Westrand zie je de gevolgen van globalisering en toenemende ongelijkheid. Bewoners hebben niet geprofiteerd van economische globalisering maar hebben wel de wereld in hun wijk gekregen. Ze zijn het economisme beu. En politici zeggen dat we verdeeld zijn maar ik geloof er geen zak van. Diep van binnen zijn we allemaal empathisch", zei Jesse in zijn Westrandspeech. Als een beetje onkruid tussen de tegels en wat vuil op straat het gevolg is van globalisering, ja, dan zie je het wel. Maar dat bedoelt-ie vast niet. Dat mensen 'niet geprofiteerd hebben', is ook maar een halve waarheid: de wijk heeft deze eeuw steeds meer voormalig Oostblokkers zien komen, en die profiteren met hun EU-werkvergunningen juist wél van de economische globalisering en de daarvoor omhoog gezette grensbomen. Een verrijking die we aan de EU te danken hebben, waar Jesse's GroenLinks overigens groot voorstander van is. Want zijn club is empathisch. Behalve voor de Westrand - die wordt bedolven onder de grote woorden van het linkspopulisme.
Roosendaal is de laatste halte voor de Belgische grens - Antwerpen in een half uur, tenzij je de krakende boemel pakt via Essen, Kalmthout en Luchtbal - en ook de rijksweg A16 naar de havens van Rotterdam en Antwerpen ligt vlakbij. Nog steeds huizen veel logistieke bedrijven op één van de Roosendaalse industrieterreinen met van die typische snelwegbordnamen als Borchwerf, Borchwerf II en Majoppeveld. Philips had er tot voor kort een grote fabriek, waar ze TL-buizen maakten. De hele wijk ernaast, de Kalsdonk, heet in de volksmond nog steeds 'Philipswijk', ook al is de oude arbeiderswijk met zn piepkleine huisjes en roodbruine klinkerstraten grotendeels gesloopt en door 21e eeuwse nieuwbouw vervangen. Sociale huur, maar ook koopwoningen voor de provinciale portemonnee. Geen idee wat de Brabantse term voor 'gentrificatie' is, maar dat is wat het is. In de Spoorstraat staan nog wat oude Philipshuisjes. Snoepmaker Red Band zit ook daar, in een mooie fabriekerige fabriek. In die hoek vind je ook Peeters Produkten, beter bekend als producent van Duo Penotti. Transportreus Jan de Rijk heeft z'n hoofdkantoor in Roosendaal - werkgelegenheid genoeg dus, in de economistische sectoren.
Aan de andere kant van het spoor, bij de haven, is de Suikerunie helaas weer weg, maar de Koninklijke Van Gilse Kandijfabriek - van de schenkstroop - zit er nog wel. Al bijna 135 jaar, in de Westrand - het deel van de stad waar GroenLinks-lijsttrekker Klaver opgroeide en dat onlangs door hem tot probleemwijk is bestempeld tijdens een teleprompterspeech in een hippe hoofdstedelijke danssalon. Ondergetekende komt ook uit Roosendaal, ook uit de Westrand - maar ik herken me absoluut niet in het door Klaver geschetste beeld van de wijk.
"In de Westrand zie je de gevolgen van globalisering en toenemende ongelijkheid. Bewoners hebben niet geprofiteerd van economische globalisering maar hebben wel de wereld in hun wijk gekregen. Ze zijn het economisme beu. En politici zeggen dat we verdeeld zijn maar ik geloof er geen zak van. Diep van binnen zijn we allemaal empathisch", zei Jesse in zijn Westrandspeech. Als een beetje onkruid tussen de tegels en wat vuil op straat het gevolg is van globalisering, ja, dan zie je het wel. Maar dat bedoelt-ie vast niet. Dat mensen 'niet geprofiteerd hebben', is ook maar een halve waarheid: de wijk heeft deze eeuw steeds meer voormalig Oostblokkers zien komen, en die profiteren met hun EU-werkvergunningen juist wél van de economische globalisering en de daarvoor omhoog gezette grensbomen. Een verrijking die we aan de EU te danken hebben, waar Jesse's GroenLinks overigens groot voorstander van is. Want zijn club is empathisch. Behalve voor de Westrand - die wordt bedolven onder de grote woorden van het linkspopulisme.
De Westrand is portiekflatjes en rijtjeswoningen, veel sociale woningbouw. PVV scoort er hoog natuurlijk. Zelf groeide ik niet op in een sociale huurwoning, maar in een modaal rijtjeshuis met een voor- en een achteruin in de omgeving van de Hulsdonksestraat. Dat is een drukke weg die van en naar de Tolberg leidt, een jonge jaren '90-wijk en (in afnemende mate) de witste wijk van Roosendaal, zowel qua bouw (veel witte of gele steen) als qua bewoners. Op mijn oude basisschool, 5 minuten lopen, zat ik in de klas met 1 Turk - Alliatin, of gewoon Ali, en maar 1 Marokkaan - Driss. Eerstgenoemde deed cum laude gymnasium en werd accountant bij Deloitte, de ander is politicoloog en kwam onlangs nog bij m'n ouders langs om een videoband van vroeger op te halen. Dieper in de Westrand wonen wel meer allochtonen. Marokkanen, met name. Die gingen naar basisschool De Appel, of naar speciaal onderwijs een stukje verderop in dezelfde straat. De Henk Knuvers School, heette dat toen, een naam die ook door de 'gewone' basisschooljeugd laatdunkend werd uitgesproken. Nu heet het De Fakkel. Of Het Driespan. Of Het Sponder. Weet ik veel - iets van de Koraalgroep, in ieder geval. Want zo gaat dat tegenwoordig, met leerfabriekjes waar net zo veel middenkadermanagers werken als er leerlingen ingeschreven staan. Als het aan Jesse ligt, worden het eeuwigekansenscholen. Dan mag ie eerst wel eens in de overhead van die overbodige kaderlagen gaan snijden, maar da's weer een heel ander verhaal. Jesse is zelf ook half Marokkaans. Bijna 5% van de Roosendalers is van Marokkaanse komaf en zij vormen met bijna 20% de grootste groep onder de allochtonen. Hun werkloosheidscijfer is hoger dan het Roosendaalse gemiddelde. 8 procent heeft een uitkering, tegen 2,3 procent van de totale Roosendaalse bevolking. 1 procent van de Roosendalers van 12 jaar en ouder is verdachte van een misdrijf. Onder de Marokkaanse stedelingen is dat 3,8 procent, blijkt allemaal uit cijfers van 2010. De grafiek waarin Marokkanen alle misdaadlijstjes aanvoeren ten opzichte van autochtonen of andere buitenlandse bevolkingsgroepen, laat ik maar achterwege. Iedereen kent hem al.
Maken die Marokkanen dan een probleemwijk van de Westrand? Neuh, ook niet echt. Ze waren groepsgewijs wel eens vervelend op het (inmiddels ook gesloopte en iets verderop herbouwde) gemeentezwembad De Stok, dat aan de andere kant van de A17 net buiten de Westand ligt, maar net zo vaak speelden mijn vrienden en ik een potje basketbal tegen ze. Wonnen we meestal soepeltjes, die Mocro's waren altijd all show & no plan in hun 3-on-3 games tegen ons. En wij hadden een maat van twee meter in ons team. Kleine criminaliteit, daar waren ze wel goed in. Straatberovinkjes, winkeldiefstal, beetje dealen. De Shell aan de Burgemeester Freijterslaan, die de wijk doorsnijdt van centrum naar snelweg, is wel eens beroofd door gebivakmutste scootermocro's. Maar niets van Randstadproporties, en zeker niet genoeg om 's avonds niet over straat te durven in de wijk. Tijdens de kermis, ja, dan moest je de botsautotent mijden vanwege de testosteronmocro's. Maar op de kermis moest je net zo goed oppassen voor kampers uit de regio, die de schiettent en het muntenschuiven koloniseerden. Trainingspakken en Nike Air Max was de gemene deler voor beide groepen, profileringstechnisch. De Roosendaalse kermis (na Tilburg de grootste van Brabant) brengt ook levendigheid in de wijk: hij loopt ieder jaar van de Markt via het Kadeplein de Westrand in. En jaarlijks op de tweede maandag na de Tour de France wordt de Draai van de Kaai door de Westrand verreden, het wielercriterium dat duizenden toeschouwers uit de hele regio trekt en dat elk jaar weer weet te verrassen met de boeking van de meest banale B-artiesten, voor in de feesttent op het Kadeplein. 'D'n Draai' - een waar begrip in de regio en een feestdag in de wijk.
Zelf heb ik een paar jaar folders gelopen in de Westrand. 500 adressen, elke dinsdag. Weinig nee/nee-stickers, toen. Kocht ik m'n eerste Walkman van - met auto reverse, jonguh! Beste stukje was altijd de Titus Brandsmastraat - beter bekend als de Gasstraat, naar het gasstation dat er vroeger achter lag. Het was het meest volkse straatje van mijn wijk, zowel qua bouw (kleine, dicht op elkaar gebouwde huisjes) als qua bewoners: bij goed weer zaten de vrouwen op plastic tuinstoelen voor de deur hun aardappelen te schillen. De mannen rommelden aan hun autos, fris pilsje binnen handbereik. Gesprekken met de buren galmden tussen de huizen. Wè zèdde gij vroeg thuis vandoag, Piet! - Ja dè denk, Cor. k War dr om vijf uur vamorrege al uit. Mag ut, jong? In 2011 is het straatje uit de wijk geamputeerd. Zonde. De omliggende woningen staan nog overeind. Die zijn wat groter, met voortuintjes.
Op wat latere leeftijd reed ik taxi, voor Taxibedrijf De Groen (reclamelink), een gerenommeerd familiebedrijf in Roosendaal, en kwam ik vaak achter de voordeur bij de vele verschillende wijkbewoners. Of nou ja, zij achter mijn passagiersdeur, maar het resultaat is hetzelfde: kennismaking. Deeltaxi naar de Roselaar of de bingo in de Black Horse, zorgtaxi met kankerpatiënten naar Daniël den Hoed in Rotterdam of de dialyse in Breda, dementerende oudjes naar de dagbehandeling op Wiekendael en (moeilijk opvoedbare) schoolkinderen door de hele West-Brabantse regio. En in het weekend de caféritten uit de kroeg of een enkele dubieuze dealer in de wijk. Je leert een stad en een wijk wel kennen, zo. De Westrand is een wijk die nog niet eens zo heel erg lang geleden - en de naam zegt het al - aan de rand van de stad lag. De showroom van Christiaan Liebau Tractoren herinnert nog aan de tijd dat Roosendaal ophield in de bocht bij de Freijterslaan. Huize St. Elisabeth, het klooster annex verzorgingshuis van de Franciscanesser nonnetjes, stond ooit vrij aan de Wouwseweg, die vroeger doorliep naar Wouw maar die al decennialang doodloopt tegen het knooppunt dat de A58 met de A17 verbindt. Aan die weg staan zowel 'gewone' jaren '30-woningen als forse donkerrode bakstenen villa's door elkaar heen (Fundaview). Daar vlak achter de Engelselaan, Canadeselaan, Schotselaan en Amerikalaan, boomrijke straten met warme houten woningen, een molen en wat bungalows van oudjes met een goed pensioen of eigen vermogen. Niet alles is portiekflats in de Westrand, en de portiekflats aan de Freijterslaan zijn in het afgelopen decennium juist grondig opgeknapt. Aan het einde van de straat, waar Roosendaal onder het snelwegviaduct ophoudt, staat sinds 2006 het fashion outletcentrum Rosada. Niet mooi, wel populair. In diezelfde hoek: het eerdergenoemde zwembad De Stok, een kartbaan, een indoor skydiving center, een squashcentrum, wat restaurants en een enorme sporthal. Oh, en een visvijver. Aan de centrumzijde van de Westrand krijgt Roosendaal - eindelijk - een hoger onderwijsinstelling: Avans Hogeschool vestigt zich aan de Oostelijke Havendijk.
Die goedlopende outlet zou volgens Jesse trouwens 'het stadshart leegtrekken', maar ook dat is juist in de afgelopen jaren omgebouwd van onooglijk parkeerterrein tot een ruim plein met een ondergrondse parkeergarage. Economisme, of stadsvernieuwing die het vertrek van Philips, het failliet van voetbalclub RBC (m'n vader rouwt) en de verdwenen Suikerunie moet opvangen met nieuwe aantrekkingskracht en daaruit voortvloeiende werkgelegenheid?
De Volkskrant ging ook in de Westrand kijken na Klavers problematische uitspraken over z'n geboortegrond. Ze vonden - oh verloedering - wat onkruid en wat afval. Maar rotzooi op straat en gedonder in de portiekjes komt niet van het economisme, dat komt van hangjongeren en die zijn in de Westrand meestal, maar niet uitsluitend van allochtone komaf. Tenzij uitkeringsafhankelijkheid, laaggeschooldheid en maatschappelijke onwil ook het gevolg van "economisme" zijn, is er vooral iets sociaal-cultureels aan de hand in de Westrand, niet iets economisch. Maar daar heeft Jesse Klaver het liever niet over, want dat is niet #ieder1 genoeg. Vorige week schreef een andere Westrander al een reactie op Klaver in NRC. Mark van Ostaijen - een klasgenoot van m'n broertje op de basisschool - verpakte het wat afstandelijker en sociologischer, maar hij sloeg wel de spijker op de kop over de snotneus die zich met Obama vergelijkt:
"Ik ben ongeveer net zo oud als Klaver en ik had nog nooit van hem gehoord voordat hij in Nieuwspoort publiekelijk als Roosendaler en Westrander uit de kast kwam. Dat is opmerkelijk. Ter vergelijking, Barack Obama werkte in zijn Southside-jaren in Chicago als directeur van een Communities Project aan diverse projecten voor werkzoekenden, huurders en aankomend studenten. Als Klaver zich zo graag laat inspireren door Amerikaanse politici dan had hij er goed aan gedaan om eenzelfde vorm van engagement en identificatie met zijn wijk te tonen voordat de Westrand mocht figureren in zijn Haagse fulminatie tegen economisme. Als toenmalige medewijkbewoner vraag ik me af wat hij de afgelopen jaren zoal heeft gedaan om in die Westrand dat economisme af te wenden. Daar heb ik toen, en mijn familie nu, al die tijd weinig van gemerkt."
Jesse Klavers Roosendaalse 'West Side' is niet Obama's Southside. En de verteltechniek die hij voor zijn eigen campagne van de Amerikaanse president heeft afgekeken en gekopieerd, maakt van hem nog geen deelgenoot van Obama's levensverhaal. Het is eigenlijk best wel bespottelijk dat hij de Westrand, de Roosendaalse dommelwijk die sociaal een beetje onder het gemiddelde presteert maar waar je na zonsondergang rustig doorheen kunt fietsen, probeert te degraderen tot een slachtoffer van de globalisering, waar het zogenaamde economisme de levenslust blust. "Het is een goeie, leefbare wijk. Je moet de boel niet overdrijven, zeg ik altijd maar", aldus de slager in het onderstaande lolvlog. Maar ja. Jesse wil graag zetels op 15 maart. En die krijg je niet zonder hyperbolen. Hier nog twee van die koddige provincievlogs: deel 1 en deel 2.
Maken die Marokkanen dan een probleemwijk van de Westrand? Neuh, ook niet echt. Ze waren groepsgewijs wel eens vervelend op het (inmiddels ook gesloopte en iets verderop herbouwde) gemeentezwembad De Stok, dat aan de andere kant van de A17 net buiten de Westand ligt, maar net zo vaak speelden mijn vrienden en ik een potje basketbal tegen ze. Wonnen we meestal soepeltjes, die Mocro's waren altijd all show & no plan in hun 3-on-3 games tegen ons. En wij hadden een maat van twee meter in ons team. Kleine criminaliteit, daar waren ze wel goed in. Straatberovinkjes, winkeldiefstal, beetje dealen. De Shell aan de Burgemeester Freijterslaan, die de wijk doorsnijdt van centrum naar snelweg, is wel eens beroofd door gebivakmutste scootermocro's. Maar niets van Randstadproporties, en zeker niet genoeg om 's avonds niet over straat te durven in de wijk. Tijdens de kermis, ja, dan moest je de botsautotent mijden vanwege de testosteronmocro's. Maar op de kermis moest je net zo goed oppassen voor kampers uit de regio, die de schiettent en het muntenschuiven koloniseerden. Trainingspakken en Nike Air Max was de gemene deler voor beide groepen, profileringstechnisch. De Roosendaalse kermis (na Tilburg de grootste van Brabant) brengt ook levendigheid in de wijk: hij loopt ieder jaar van de Markt via het Kadeplein de Westrand in. En jaarlijks op de tweede maandag na de Tour de France wordt de Draai van de Kaai door de Westrand verreden, het wielercriterium dat duizenden toeschouwers uit de hele regio trekt en dat elk jaar weer weet te verrassen met de boeking van de meest banale B-artiesten, voor in de feesttent op het Kadeplein. 'D'n Draai' - een waar begrip in de regio en een feestdag in de wijk.
Zelf heb ik een paar jaar folders gelopen in de Westrand. 500 adressen, elke dinsdag. Weinig nee/nee-stickers, toen. Kocht ik m'n eerste Walkman van - met auto reverse, jonguh! Beste stukje was altijd de Titus Brandsmastraat - beter bekend als de Gasstraat, naar het gasstation dat er vroeger achter lag. Het was het meest volkse straatje van mijn wijk, zowel qua bouw (kleine, dicht op elkaar gebouwde huisjes) als qua bewoners: bij goed weer zaten de vrouwen op plastic tuinstoelen voor de deur hun aardappelen te schillen. De mannen rommelden aan hun autos, fris pilsje binnen handbereik. Gesprekken met de buren galmden tussen de huizen. Wè zèdde gij vroeg thuis vandoag, Piet! - Ja dè denk, Cor. k War dr om vijf uur vamorrege al uit. Mag ut, jong? In 2011 is het straatje uit de wijk geamputeerd. Zonde. De omliggende woningen staan nog overeind. Die zijn wat groter, met voortuintjes.
Op wat latere leeftijd reed ik taxi, voor Taxibedrijf De Groen (reclamelink), een gerenommeerd familiebedrijf in Roosendaal, en kwam ik vaak achter de voordeur bij de vele verschillende wijkbewoners. Of nou ja, zij achter mijn passagiersdeur, maar het resultaat is hetzelfde: kennismaking. Deeltaxi naar de Roselaar of de bingo in de Black Horse, zorgtaxi met kankerpatiënten naar Daniël den Hoed in Rotterdam of de dialyse in Breda, dementerende oudjes naar de dagbehandeling op Wiekendael en (moeilijk opvoedbare) schoolkinderen door de hele West-Brabantse regio. En in het weekend de caféritten uit de kroeg of een enkele dubieuze dealer in de wijk. Je leert een stad en een wijk wel kennen, zo. De Westrand is een wijk die nog niet eens zo heel erg lang geleden - en de naam zegt het al - aan de rand van de stad lag. De showroom van Christiaan Liebau Tractoren herinnert nog aan de tijd dat Roosendaal ophield in de bocht bij de Freijterslaan. Huize St. Elisabeth, het klooster annex verzorgingshuis van de Franciscanesser nonnetjes, stond ooit vrij aan de Wouwseweg, die vroeger doorliep naar Wouw maar die al decennialang doodloopt tegen het knooppunt dat de A58 met de A17 verbindt. Aan die weg staan zowel 'gewone' jaren '30-woningen als forse donkerrode bakstenen villa's door elkaar heen (Fundaview). Daar vlak achter de Engelselaan, Canadeselaan, Schotselaan en Amerikalaan, boomrijke straten met warme houten woningen, een molen en wat bungalows van oudjes met een goed pensioen of eigen vermogen. Niet alles is portiekflats in de Westrand, en de portiekflats aan de Freijterslaan zijn in het afgelopen decennium juist grondig opgeknapt. Aan het einde van de straat, waar Roosendaal onder het snelwegviaduct ophoudt, staat sinds 2006 het fashion outletcentrum Rosada. Niet mooi, wel populair. In diezelfde hoek: het eerdergenoemde zwembad De Stok, een kartbaan, een indoor skydiving center, een squashcentrum, wat restaurants en een enorme sporthal. Oh, en een visvijver. Aan de centrumzijde van de Westrand krijgt Roosendaal - eindelijk - een hoger onderwijsinstelling: Avans Hogeschool vestigt zich aan de Oostelijke Havendijk.
Die goedlopende outlet zou volgens Jesse trouwens 'het stadshart leegtrekken', maar ook dat is juist in de afgelopen jaren omgebouwd van onooglijk parkeerterrein tot een ruim plein met een ondergrondse parkeergarage. Economisme, of stadsvernieuwing die het vertrek van Philips, het failliet van voetbalclub RBC (m'n vader rouwt) en de verdwenen Suikerunie moet opvangen met nieuwe aantrekkingskracht en daaruit voortvloeiende werkgelegenheid?
De Volkskrant ging ook in de Westrand kijken na Klavers problematische uitspraken over z'n geboortegrond. Ze vonden - oh verloedering - wat onkruid en wat afval. Maar rotzooi op straat en gedonder in de portiekjes komt niet van het economisme, dat komt van hangjongeren en die zijn in de Westrand meestal, maar niet uitsluitend van allochtone komaf. Tenzij uitkeringsafhankelijkheid, laaggeschooldheid en maatschappelijke onwil ook het gevolg van "economisme" zijn, is er vooral iets sociaal-cultureels aan de hand in de Westrand, niet iets economisch. Maar daar heeft Jesse Klaver het liever niet over, want dat is niet #ieder1 genoeg. Vorige week schreef een andere Westrander al een reactie op Klaver in NRC. Mark van Ostaijen - een klasgenoot van m'n broertje op de basisschool - verpakte het wat afstandelijker en sociologischer, maar hij sloeg wel de spijker op de kop over de snotneus die zich met Obama vergelijkt:
"Ik ben ongeveer net zo oud als Klaver en ik had nog nooit van hem gehoord voordat hij in Nieuwspoort publiekelijk als Roosendaler en Westrander uit de kast kwam. Dat is opmerkelijk. Ter vergelijking, Barack Obama werkte in zijn Southside-jaren in Chicago als directeur van een Communities Project aan diverse projecten voor werkzoekenden, huurders en aankomend studenten. Als Klaver zich zo graag laat inspireren door Amerikaanse politici dan had hij er goed aan gedaan om eenzelfde vorm van engagement en identificatie met zijn wijk te tonen voordat de Westrand mocht figureren in zijn Haagse fulminatie tegen economisme. Als toenmalige medewijkbewoner vraag ik me af wat hij de afgelopen jaren zoal heeft gedaan om in die Westrand dat economisme af te wenden. Daar heb ik toen, en mijn familie nu, al die tijd weinig van gemerkt."
Jesse Klavers Roosendaalse 'West Side' is niet Obama's Southside. En de verteltechniek die hij voor zijn eigen campagne van de Amerikaanse president heeft afgekeken en gekopieerd, maakt van hem nog geen deelgenoot van Obama's levensverhaal. Het is eigenlijk best wel bespottelijk dat hij de Westrand, de Roosendaalse dommelwijk die sociaal een beetje onder het gemiddelde presteert maar waar je na zonsondergang rustig doorheen kunt fietsen, probeert te degraderen tot een slachtoffer van de globalisering, waar het zogenaamde economisme de levenslust blust. "Het is een goeie, leefbare wijk. Je moet de boel niet overdrijven, zeg ik altijd maar", aldus de slager in het onderstaande lolvlog. Maar ja. Jesse wil graag zetels op 15 maart. En die krijg je niet zonder hyperbolen. Hier nog twee van die koddige provincievlogs: deel 1 en deel 2.
Reaguursels
Dit wil je ook lezen
DRAMA voor de bomenslopers van GroenLinks: biomassacentrale Diemen van de baan
Nu kunnen er geen bomen meer gekapt worden boehoe
Frans Timmermans appreciation topic
Wat is het toch een mensenmens
WTF. GroenLinks-raadslid Leeuwarden kwam met hakbijl naar feestende buren
Zo gaat dat blijkbaar in Friesland