Boeren VrijMiBo

The king may rule o’er land and sea,
The lord may live right royally,
The soldier ride in pomp and pride,
The sailor roam o’er ocean wide;
But this or that, whate’er befall,
The farmer he must feed them all.
The writer thinks, the poet sings,
The craftsmen fashion wondrous things,
The doctor heals, the lawyer pleads,
The miner follows the precious leads;
But this or that, whate’er befall,
The farmer he must feed them all.
The merchant he may buy and sell,
The teacher do his duty well;
But men may toil through busy days,
Or men may stroll through pleasant ways;
From king to beggar, whate’er befall,
The farmer he must feed them all.
The farmer’s trade is one of worth;
He’s partner with the sky and earth,
He’s partner with the sun and rain,
And no man loses for his gain;
And men may rise, or men may fall,
But the farmer he must feed them all.
God bless the man who sows the wheat,
Who finds us milk and fruit and meat;
May his purse be heavy, his heart be light,
His cattle and corn and all go right;
God bless the seeds his hands let fall,
For the farmer he must feed us all.
Bij Juno het is de VrijMiBo

Zestien. — Ik liep de poort van Hageveld
uit in de rij. Seminarist. Dat ging
op zondag zo: twee uren welgeteld
de lanen door. Het heette wandeling.
Zo kwam ik voor het eerst in Groenendaal.
Het breedste pad: wat was het op het spoor?
Ze marcheerden zo'n beetje allemaal.
Maar ik keek steeds tussen de bomen door.
Midden juni geloof ik dat het was.
Iemand zwamde over de Ilias.
Maar 't was of daar, ver weg, een feest begon.
God, dacht ik, als ik daar nu zitten kon,
fosco drinken of zo op dat terras
tussen mooie mevrouwen in de zon.
Prettig weekend. En be nice.
Hemelse VrijMiBo

De grote roergangers van deze tijd,
alle rimpels met zich dragend van de levenszee,
vrezen geen verzet van de domoren van het verstand:
'wie denkt, denkt vroeg of laat wel met ons mee'.
Maar wie met onvervalste wijsheid van een ongeschoolde
en van droom en drift doortrilde hand
de hemel aansnijdt om zijn naam te kerven
in de regenbogen -
die beschouwt de gangster aan het roer als vijand.
Prettig weekend. En be nice.
Prenten in de VrijMiBo

De ruimte van een plein. Het is al nacht.
De hele dag liep ik door nauwe stegen
Waar ik verdwaasd mijn leven overdacht:
As, stof en zaagsel om bijeen te vegen.
De ruimte, eindelijk. Een klok die luidt.
Het is het stadsplein van een oude prent.
Tientallen stegen komen er op uit.
Poort, boog en standbeeld, alles is present.
Traag loop ik op het stralend marmer af.
Het is, hoe kan het anders, volle maan.
Een uil roept. In de verte klinkt geblaf.
Ik zie mijn moeder op de sokkel staan.
Prettig weekend. En be nice.
Pin de VrijMiBo

There's only one horizon, yet it can be found
in every direction we look.
You'd think it would be easier to get the hell out of here.
Just ask an iceberg.
In any Chinese restaurant, never order the 42.
Never answer your door during dinner,
it's probably another little shit peddling Snickers.
Posing behind their windows,
the mannequins remind us of their absent stylist.
This is all hero worship.
This poem ends the same way they all do—
list everyone you've ever had sex with here:
Prettig weekend. En be nice.
VrijMiBo voor de bril

Het is weekend. Wat nu rest, is het goede te doen.
Op straat, op een transformatorhuisje:
ik zoek zieke, dode vogels,
dank u wel
ik woon in de Knollendamstraat.
In de krant: als een zebra gaat liggen
sterft hij
In bed, ik zie weer mijn grootvader
vlak voor hij sterft. Het was
in het voorjaar, de paarden
gingen van stal en hij leunde
tegen het hek. Ik hoorde hem:
geef me mijn bril, het worden stippen.
Prettig weekend. En be nice.
GoeVrijMiBo aan het kruis

Ik hoor niets meer van haar, en vroeger
Was 't ruisen van haar gewaad al vreugde;
Leeg en stil staat haar zaal,
Stof hoopt zich op, ongestoord,
Blaren ritselen verlangend langs 't raam –
Hoe kan ik haar dan missen?
Daar dat gordijn,
Gleed haar schim er niet langs?
Ruiste haar rok niet?
Kom, kom toch terug!
Prettig weekend. En be nice.