Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (8)
Renaissancevloot meert aan bij de Don
Dit stuk in een halve minuut:
Kijk, dat is nou nog eens een fijne service voor mensen die lezen haten!
- Pas op voor de kleptomane hoeren in Olhão
- Fiets gestolen in Olhão? Bel Tuur.
- De column des doods
- Post van A.H.J. Dautzenberg
- Thierry Baudet op campagne in de Algarve
Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (7)
Carnaval in het Stamcafé
Woensdag 15 februari
De afgelopen weken mocht ik naar aanleiding van dit molièresque dagboek veel bezorgde post van ongeruste lezeressen ontvangen. Nooit zit er eens een fatsoenlijke schenking tussen, of het vooruitzicht van een royaal legaat. Wat ik wel kreeg van de postbode: een flink uitgevallen damesslip (z.g.a.n.), een gerafelde beha zo groot als een circustent (geplengd met rozenwater) en de belofte van een fijne fellatio van een alleenstaande oma in Delfzijl. Tot op het merg, beloofde ze mij.
Ik heb even gekeken op de reisplanner van de Nederlandse Spoorwegen hoe lang de reis van Schiphol naar Delfzijl duurt en ik vrees dat ik er toch vanaf moet zien, ook al is het vooruitzicht van een kunstgebit in een glas water op een IKEA-nachtkastje behoorlijk opwindend.
Anderzijds was ik graag nog eens gecremeerde kroketten gaan eten in het treurigste hotel van Nederland: het Eemshotel. Ineens ruik ik die meur weer als je daar binnenkomt: lysol, frituurvet dat in maanden niet gefilterd is, verschaald bier en chloor van de plees plus de lucht van versleten tapijt in combinatie met de weeïge geur van een warme stofzuiger. Voor het landelijk rookverbod inging, kon je in het Eemshotel de sigarenwalmen knippen.
Mijn toenmalige verloofde Tanja liep coschappen in het ziekenhuis van Leeuwarden en in het weekeinde gingen we op zoek naar de allergoorste restaurants van Friesland en Groningen. In onze top tien stonden hoofdzakelijk dorpschinezen, plus een kroeg in een gehucht waar ze een zak “bami van de slager” in de magnetron lieten ontploffen en natuurlijk het Eemshotel. Oh ja, en de lunchroom Afsluitdijk stond ook in de top 10. Daar rook het frituurvet zo mensonterend, dat Tanja en ik afzagen van de frikandellen en uit lijfsbehoud warme chocomel met rum dronken en er half bevroren appeltaart bij aten. De lunchroom is helaas gesloten, lees ik in de krant.
Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (6)
Houdt het dan nooit op!?
Donderdag 9 februari, Antwerpen
Doet het pijn? Alleen als ik lach.
Freelancers zijn gek genoeg nooit ziek. Of beter gezegd: melden zich nooit ziek, want de schoorsteen moet roken.
Tijdens mijn studie werkte ik als uitzendbureau-tiepgeit bij alle mogelijke instanties van de gemeente Amsterdam. Meer dan de helft van het personeel was chronisch schoolziek: het Syndroom van Ollongren.
Ik kwam - hoe slecht ik me ook voelde - altijd braaf opdraven, want als ik dat niet deed kreeg ik geen centjes. Mijn arbeidsethos is deels genetisch, deels pragmatisch. Dit dagboek komt mij soms de neus uit, maar toch sleep en sleur ik mezelf achter de laptop.
Ik had een alleraardigste kapper toen ik in Brussel woonde, en die zei mij eens: als je na vijftigste op een dag wakker wordt zonder pijn, ben je dood.
Nou ben ik niet bepaald kleinzerig. Dat komt uit de tijd dat ik nog gebruiker was en regelmatig met het fenomeen cold turkey te maken had. Bepaald geen sinecure, maar de koude kalkoen duurt slechts drie dagen. Daarna is het afkicken vooral een mentale kwestie. Ik heb nu permanent overal pijn, sinds kort in de leverstreek. Het doet mij denken aan een cartoon die ik ooit zag in een Amerikaans tijdschrift. Een Engelsman in een kaki-pak is doorboord met een speer en staat vast aan een boom. Om de boom rennen Zulu’s. Zijn maat vraagt: doet het pijn? Alleen als ik lach, zegt de gespietste.
Ik email naar mijn geneesheer in de Algarve dat ik volgende week langskom. Ik lijd niet aan iatrofobie en vind het altijd interessant om naar de dokter te gaan, net zoals ik met plezier naar de tandarts ga. Die mensen hebben het beste met je voor. Ik kan dan ook heel geestig vertellen over mijn medische perikelen. Zo heb ik traag zaad: het komt er wel snel en rijkelijk uit maar die donderkopjes zijn allemaal misvormd, met happen uit de staart en/of de kop. De laatste keer dat ik mijn spermatozoa zag, was begin jaren tachtig. Vrienden bezochten met een zekere regelmaat de spermabank, waar ze vijftig gulden per zaaddonatie kregen. Ik vroeg na het onderzoek aan de laborante of ik mijn sperma mocht bekijken. ‘Maar het zijn er toch best veel’, zei ik tegen de laborante. Die moest lachen en zei dat die paar goeie die ik had, het invriezen vermoedelijk niet zouden overleven. Ik kon mij ook niet voorstellen dat er vrouwen waren die op mijn eventuele profiel bij de zaadbank vielen: mager, rood haar, sproeten en drie turven hoog (en een klein drank- en drugsprobleem, maar dat had ik verzwegen). Hoe het ook zij: doei, vijftig pop!
Jaren later ging ik op aandringen van mijn tweede grote liefde naar de IVF-kliniek in het AMC. Ze wilde een kind. Achter de balie zat een juffrouw met een hoofddoek. In een naargeestig hokje probeerde ik mij af te trekken in een minuscuul potje. Qua rukmateriaal lag er een jaargang Aktueel en een jaargang Panorama. Na een half uur was ik nog niet klaargekomen en het zweet droop van mijn gezicht. Toen het uiteindelijk gelukt was, zei ik tegen de juffrouw dat ze er wel eens leukere boekjes konden neerleggen. Ze lachte schaapachtig en zei dat ze veel klachten had gekregen van “broeders” over de pornografische boekjes die er eerst lagen. Ik zei dat die wellicht wat harder moesten bidden om goed zaad want slecht zaad is een straf van Allah.
Een week later keek de IVF-arts mij bezorgd aan. De uitslagen van het onderzoek waren verontrustend, tussen neus en lippen door en bladerend in zijn agenda bromde hij dat het wel eens op een hersentumor zou kunnen duiden. Ik zakte door de grond. Even later bedacht ik mij dat ik de avond voor het geruk in het naargeestige hokje allerhande drugs had gebruikt, iets dat ik niet vermeld had. Mede door de heroïne (die er voor zorgt dat je amper kunt poepen, piesen en klaarkomen) had ik mij suf gefapt.
Ik vroeg een tweede zaadtest aan en bleef tot die test clean. De tumor was verdwenen, tot verbazing van de specialist. Wel raadde hij mij een kleine operatie aan, er zat een knoopje in een of andere zaadkanaaltje dat naar mijn teelballen liep. Na een wachttijd van zes maanden was ik aan de beurt. Mijn schaamhaar werd weggeschoren, mijn vriendin kreeg een lachstuip. Na de couveuse had ik nog nooit eerder in een ziekenhuis gelegen. Toen ik aan de chirurg vroeg of ik mocht meekijken, met een spiegeltje, reageerde hij geïrriteerd: ‘mijnheertje, u doet uw werk en ik het mijne’. Mijn toon werd jovialer en de chirurg steeds bozer. Hij vroeg of ik wellicht naast hem in de schoolbank had gezeten. Uiteindelijk had de ingreep geen gunstige invloed op mijn sperma.
In de ochtend bij Teun aan de keukentafel een deel van mijn interviews met de kopstukken van de Vlaamse beweging uitgewerkt, in het kader van Europese Patriotten. Filip Dewinter voor komende zaterdag. Daarna de trein van Antwerpen naar Charleroi. Veel treinen zijn uitgevallen, zoals altijd in Belgikistan. Ik had uitgerekend dat vier uur reizen voldoende moest zijn, maar door alle vertragingen wordt het nog krap. De bus van Charleroi naar de luchthaven gaat om het half uur, en ik heb geluk. Ryanair is altijd weer een spektakel, een optocht van genetische narigheid. De freakshow van Manchester naar Faro staat in mijn top 10, maar deze vlucht is ook heel bijzonder. Spuuglelijke Walen, in bizarre vodden, steenkolen-Frans kwebbelend. Mijn pijnen gedijen goed in dit voorgeborchte van de hel. Ik haat vliegen. Wonder boven wonder had ik één keer seks in een vliegtuig. Dat was niet toevallig want ik had kennis aan een prachtige struise stewardess en we gingen op kerstvakantie naar Mombasa in Kenia. Tijdens de lange nachtvlucht (Sjoukje had dienst) waren er twee feestelijke momenten: ik passeerde voor het eerst de evenaar en vervolgens schoof ze in werkkleding maar zonder slipje bovenop me en zei op vrolijke toon toen het klaar was: 'welcome to the mile-high club, baby!'
Troostende muziek van mijn held Burt Bacharach. Ook dood. 94 geworden. Ik moet er niet aan denken zo oud te worden, zonder pensioen, met een AOW’tje van een paar stuivers, kwijlend in een rolstoel en een verpleger die mij voortdurend in elkaar mept.
Bart en Dieuwertje halen mij op in Faro, mijn verloofde heeft een cater-klus. Hondjes door het dolle heen. Ik mik er een paar pijnstillers in en val in slaap met het vertrouwde gebrul van de Atlantische Oceaan en de scheten van de snurkende hondjes.
Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (5)
Tuur achter de tap in het Stamcafé
Woensdag 1 februari
Zowaar een lichtpuntje in mijn droeve bestaan, wachtend op de verlossende zeisslag van mijn trouwe metgezel Magere Hein alias the Grim Reaper: mijn nieuwe bestseller De Boze Blanke Man is uit!
U kunt dit vrolijke boekje het best direct scoren bij mijn uitgever (gesigneerd en gepreegd) want als u het bij de boekhandel koopt, pakt die 42% van de verkoopprijs. En bij Ezo Wolf krijgt u mijn geschriften ook nog eens gepreegd en gesigneerd. Wat wil een mens nog meer? Ja, 'zuipen, hoeren neuken en nooit meer werken!', hoor ik de trouwe lezer denken.
Vorige week vertelde ik u hoe ik van luchthaven Charleroi naar professor Teun Voeten in Antwerpen treinde. Die had een pan troostende erwtensoep op het vuur staan en dat was maar goed ook, want ik was een beetje droefgeestig geworden van het grauwe weer en van de spuuglelijke mensen in de trein, die bovendien heel vies roken. Mijn geurenkabinet sloeg spontaan aan en ik was weer terug in het België van 1980. In dat geurenkabinet koester ik reukherinneringen, van de ochtendbolus van mijn vader in combinatie met sigarenrook tot zuur vagijnzweet op een Texelse camping in 1975 en gifgroene slingerpoep als gevolg van een bedorven broodje warm vlees in een sloppenwijk van Caïro, medio augustus.
Al in 1980 woonde ik in Antwerpen, aan de Italiëlei, en 't Stad was een punkparadijs, met kroegen als het oude Pannenhuis, de Groene Michel, de Vagant en de legendarische Cinderella aan de Stadswaag, kroegen die nooit sloten en waar je als een zot de pogo kon springen of kon stuiteren op geweldige Jamaicaanse dub. De Belgische punks waren hartstikke lief en ik had nog een poosje kennis aan Bie, die er gevaarlijk uitzag maar altijd op fluistertoon sprak, een euvel dat vaker voorkomt bij Vlaamse maskes. Ik heb Bie nooit boos gezien, terwijl ik me soms best wel misdroeg. Ik zag de sinjoren eigenlijk alleen maar boos worden als Nederlanders na een nacht stappen stomdronken tegen de kathedraal en de kerken rond de Vogeltjesmarkt stonden te pissen.
Na fijne man-tot-man-gesprekken met den Teun, bleef ik alleen achter in de keuken en ging ik Belgische plaatjes draaien, van TC Matic, Gorki, dEUS to Adamo en Bobbejaan Schoepen. Ik denk vaak dat ik een Slavische ziel heb. Melancholisch, op het pathetische af, en vooral wanneer ik drink. Gelukkig heb ik nooit een een kwade dronk. Hoogstens een kwade kater.
Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo
Het Stamcafé is weer vervuld met de beslommeringen van onze lievelingsaap
Woensdag 25 januari
Memento mori
Bus van Evora in de Alentejo naar huis: Villa Vischlugt in de Algarve. Sinds ik met Annus Horribilis begon, word ik overladen met berichten van oprecht bezorgde lezers. Maar er is ook haatpost: “je verdiende loon, klootzak, met al je gezuip en je onbeschaamde gepromoot van levensgevaarlijke rotdrugs. Je gaat sterven als een hond”.
Dat valt mij vaak op bij ruige toetsenbordridders, dat ze zo keurig, kleinburgerlijk en dus voorspelbaar zijn. Type polsbandjesvakantie in Antalya. Die knurften schrijven heel belerend: een pilsje bij de vrijmibo met de collega’s is prima hoor, van Amerongen, en één jointje in het weekend moet ook kunnen, maar waarom zuip je op een gewone maandagavond een hele fles wijn leeg in je eentje?
Ik heb nog geen tijd gehad om naar mijn geneesheer te gaan. Niet dat ik bang ben, maar het kwam er nog niet van omdat ik op reis ben voor GeenStijl. Het werk gaat voor het meisje. Aanstaande maandag vlieg ik naar Brussel, op stap met Vlaams Belang in het Europese Parlement en met Filip de Winter naar Antwerpen en Aarschot. Hahaha, hoor ik al iemand lachen. Aarschot ligt met Kontich en Reet in de anale driehoek van Belgikistan.
Mijn algehele toestand is als een jojo. Op het ene moment voel ik me relatief fris en fruitig, na een paar dagen noodzakelijke abstinentie, en dan begint opeens het gedonder in de keel, het gehemelte, de strot en de longen weer. Ik doe mijzelf voor als heel luchtig en opgewekt, maar de dood is mijn trouwe metgezel. Eigenlijk al vanaf mijn geboorte. Dat is het nadeel van opgroeien in een cultuur waarin de predestinatie heerst: het onvermijdelijk lot, of noodlot desnoods, dat door de onbarmhartige Heere der Heerscharen al is bepaald voor het zaadje uit de pielemuis van papa is geknald. Mohammedanen kennen de voorbestemming ook en noemen het maktoeb: alles staat geschreven in het grote boekhoudboek van Allah. Dat verklaart veel over hun fatalisme: het lot is onafwendbaar. Maar zij gaan naar de hemel en ik naar het djahannam, de hel.
Ach, wie kent de kunst van het sterven nog, de zogeheten arte bene moriendi, en de strijdkreten die daarbij horen: vado mori ('ik ga sterven'), vanitas ('alles is ijdelheid') en memento mori ('gedenk te sterven'). De prachtige tekening van Cortés bij deze serie is natuurlijk een knipoog naar Gerard Reve, maar het thema is oeroud: vanitas dus.
Met tranen in mijn ogen keek ik afgelopen week naar de documentaire die mijn dierbare vriend Adjiedj Bakas - de trendwatcher des vaderlands- mij stuurde. Het is een gefilmd portret van zijn man Vinco David, die uitbehandeld is. In november traden ze nog op tijdens het Tweede Bullebal dat ik met Rob Muntz organiseerde.
Mijn leed is klein bier, in vergelijking wat Vinco en Djiedj doorstaan.
De waan van de dag: in het noorden van Duitsland heeft een man zeker negen treinreizigers aangevallen met een mes. Daarbij zijn twee mensen gedood en zeven gewonden gevallen. De knul was waarschijnlijk geen extremist, zeggen veiligheidsbronnen tegen persbureau DPA. De bronnen vermoeden dat de Palestijn geestelijk in de war was.
Jaja.
Precies een jaar geleden kwam een team psychiaters er na 4 (vier) maandenonderzoek achter dat de bebaarde Syriër in jurk en op plastic bidslippers en met kalotje die vier mensen neerstak in een ICE-trein en allahoe akbar riep, uiteindelijk toch geen verwarde man bleek te zijn maar een heuse islamitische moslimterrorist van de mohammedaanse persuasie.
Ik bedoel maar.
Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo, deel 2
Deel 2 van een nu al legendarische serie (tevens Stamcafé)
Woensdag 11 januari
De geruchten over mijn dood zijn schromelijk overdreven. Helaas is deze kwinkslag niet van mij, maar geleend van Mark Twain, de vader van de Amerikaanse roman. Ook mijn grafschrift - ik heb een schitterende tombe gereserveerd op de schattige dodenakker in Fuseta - is geplagieerd: Ik zei jullie toch dat ik ziek was!
Die komt namelijk van Spike Milligan, de peetvader van de Britse humor.
Ik werd na de ouverture van deze serie overstelpt met steunbetuigingen vanwege mijn laatste stuiptrekking, maar helaas niet met geld. Er bevonden zich ook geen lekkere meisjes van 16 onder de bezorgden. The story of my life, dat er daarom gelukkig bijna opzit. En fotograaf Wim Kan publiceerde nog een mooi doodsportret van mij, dat wellicht rechtenvrij op mijn grafsteen kan worden geplakt.
Overigens werd ik eens een een maand dood gewaand. Rob Muntz had naar alle kranten in Nederland dit persbericht gestuurd:
Schrijver, publicist en documentairemaker Arthur van Amerongen, genomineerd voor de AKO literatuurprijs met het boek Brussel: Eurabia, winnaar van de prestigieuze Prijs van de Nederlandse Dagbladjournalistiek in 2006 en winnaar van de Nipkowschijf voor het radioprogramma De Inburgerking in 2005 is voor het laatst gesignaleerd in de snackbar van de Heineken-ontvoerder Frans Meijer in hoofdstad Asunción. Van Amerongens vriendin stuurde mij een noodoproep. In eerste instantie dacht ik aan een grap van Van Amerongen, zoals wel vaker gebeurd was in het verleden. Arthur Van Amerongen verbleef het afgelopen jaar vooral tussen oorlogsmisdadigers, neonazi’s, door Interpol gezochte criminelen en moslimstrijders in opleidingskampen van Hezbollah. Dit in het kader van zijn nieuwe boek Paranoia Paraguay, dat gepland stond voor de lente van 2009. Van Amerongen heeft een problematisch drugs- en drankverleden. Ik vermoed dat de schrijver in de cocaïnehandel verstrikt is geraakt, al dan niet samen met de heer Meijer. Het kan ook zijn dat de Spaanse vertaling van Brussel:Eurabia slecht gevallen is bij extremistische moslims in Zuid-Amerika. Ik vertrek daarom zondag halsoverkop naar Paraguay om, met gevaar voor eigen leven, mijn boezemvriend te gaan zoeken. Arthur Van Amerongens vorige uitgever Atlas heeft geen belangstelling getoond voor financiële steun aan de speurtocht naar de auteur, ondanks de internationale bestseller Brussel: Eurabia. Ik maak daarentegen van de nood en deugd en neem het een en ander op voor een radioregistratie. De NPS radio wil mijn speurtocht t.z.t. onder voorbehoud uitzenden in het programma Radio Doc, afhankelijk van de kwaliteit en de afloop.
Dit persbericht werd door een aantal kranten klakkeloos overgenomen. Het Dagblad van het Noorden had het zelfs op de voorpagina geplaatst. Alleen de Nederlandse honoraire consul in Asunción was niet zo blij, want die werd door BUZA in de Haag gebeld met de vraag of hij mij kon opsporen, dead or alive, met groot materieel van de legers van Paraguay, Argentinië en Brazilië. Want uiteraard was ik vermist geraakt in de jungle rond het drielandenpunt. Bij een glaasje rietsuikervuurwater en een fijne Cohiba hebben de consul en ik het bijgelegd. Dat is pas de ware bonhomie.
Gelukkig vloeiden er twee bloedstollende radiodocumentaires voort uit dat authentieke foppersbericht van Herr Muntz:
En we maakten in ene ruk door meteen die tiendelige iconische serie voor GeenStijl: Nazihunters.
Even een update van mijn gezondheid, of wat daarvoor doorgaat.
Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo
We hebben weer iets nieuws op de GeenStijl. Onze eigenste Arthur van Amerongen, bekend van het internet, doet speciaal voor ons en voor u verslag van zijn verschrikkelijke jaar 2023. Een rubriek vol geouwehoer waar de zegen op rust. Hier is: deel 1!
Week 1 - Zondag 1 januari
Waarom ben ik vooral bang voor de dood als ik een kater heb? Ik heb nu al 4 weken slijm in de keel, een gemene rochel en pijn bij het slikken. Natuurlijk ben ik die symptomen gaan googelen en ja hoor: kanker...
Ik kan kiezen tussen keel-, slokdarm-en longkanker en ik heb hoogstens nog een maand te leven. Ik rook natuurlijk al bijna vijftig jaar als een ketter, maar verder eet ik best gezond en ga ik iedere avond om een uur of negen naar bed. Nou ja: bijna iedere avond. Letterlijk met de kippen op stok want veel andere opties zijn er niet in de Algarve, het poepgat van Europa.
Ik moet er toch niet aan denken dat ik weer in een grote stad woon, een stad zoals Rio de Janeiro of Tel Aviv, met een bruisend nachtleven en vol geilheid.
De schrijver te Rio
Ik heb inmiddels al zoveel getuigenisgeschriften voorbij zien komen van mensen die terminaal zijn, dat ik geen zin heb om ook nog eens mijn eigen stinkende keutel op de dampende mesthoop van kankerlectuur en kankerliteratuur te kakken. En mijn kankerfobie is bovendien al eens vastgelegd in een radiodocumentaire voor de NPO: Lachen met Kanker. Qua hilariteit kan ik daar niet over heen met een boekie.
Goed, eerst maar eens een fluimucil-kuurtje, en als de kater is weggezakt kijk ik wel verder. Omdat dit toch mijn laatste jaar is, ga ik mijn lijdensweg naar de verlossende dood, mijn trouwe metgezel, maar eens minutieus vastleggen voor het nageslacht. Ik kan zo’n Privé-domeinesque dagboek natuurlijk niet alleen maar vullen met persoonlijke narigheid dus zal ik het nieuws blijven volgen omdat gratuite opmerkingen, kwinkslagen en voorspelbare rants daarover toch lekker vullen.
Toch verbaast het mij dat ik met de dood voor ogen in staat ben gewoon de actualiteit te volgen. Mijn moeder kreeg in het sterfhuis een volmaakte rust over zich, de wereld en de waan van de dag gleden eindelijk van haar af. Maar goed, ze geloofde dan ook heilig in de hemel. Ik kijk nog even naar mijn Twitter-tijdlijn van gisteren en vanmorgen vroeg. Ik moet flink in de lorum zijn geweest en zo schmaltz en sentimenteel als de neten, want ik plempte de tijdlijn vol met onder andere de oudejaarsavondvoorstelling van Wim Kan uit 1958 (Waardig over de drempel), Ome Thijs van Wim Sonneveld, Godfried Bomans over vrouwen die hun man in de rede vallen bij een sterk verhaal, Simon Carmiggelt over humor en de krankzinnige Grote Gerard Reve Show uit 1974, bij de VPRO. Met Gerard Cox in een Nederlandstalige versie van The Whiter Shade of Pale, begeleid door Gerard Reve op het kerkorgel.
Als meneer Musk de stekker eruit trekt, pleeg ik zelfmoord (live op Twitter). Zonder Twitter is mijn leven voltooid, voleindigd en vooral zinloos. Verder lag ik onledig op de bank met drie bibberende en angstig piepende hondjes (vuurwerk). Moeder de vrouw lag al te snurken. Thuisblijven met oud en nieuw is de beste optie want de nacht is voor het ongedierte, zei mama altijd.