achtergrond

Geenstijl

login

word lid

nachtmodus

tip redactie

zoeken

Arthur van Amerongen - Frans Timmermans. De mens, de mythe

Vandaag: De groeipijnen van een wonderkind

De politbureaus van GroenLinks en de Partij van de Arbeid hebben hun achterban lang in het ongewisse gelaten, maar de levende kanonskogel is door de kerk: een gezamenlijke lijsttrekkerscommissie heeft Frans Timmermans unaniem voorgedragen als kandidaat. Op 22 augustus wordt bekend of ook de leden van beide partijen hierachter staan. De partijen willen vanwege de snel naderende verkiezingen niet wachten met een stemming tot het gezamenlijke congres op 14 oktober. Levende kanonskogel klinkt wellicht iets te badinerend. Laat ik daar sloopkogel van maken. Frenske, de sloopkogel van D66. 

Attje Kuiken heeft inmiddels een extreme makeover ondergaan om er uit te zien de perfecte cheerleader van Frenske, maar ik denk niet dat de gedoodverfde nieuwe premier van Nederland gevoelig is voor de avances van de struise vraauwlu uut Grunn want het laatste waar ik bij Timmermans aan denk is seks en erotiek, al zou hij natuurlijk best een rolletje kunnen spelen in La Grande Bouffe: de musical. Denk aan de taartscène op het keukenblok met Andréa Ferréol en Ugo Tognazzi, of aan de sterfscène met Michel Piccoli. Overdosis aardappelpuree! 

Ik ben ervan overtuigd dat Timmermans onkreukbaar is als het aankomt op vrouwen en de mammon. Er was natuurlijk die ranzige roddel over het buitenechtelijk kind dat Timmermans verwekt zou hebben bij zijn toenmalige rechterhand Bonnie Horbach, maar die is gelukkig snel ontkracht door GeenStijl. 

De breedsprakige Timmermans heeft het in zijn ellenlange Facebook-postings vrijwel altijd over zijn tantes, en over ooms en opa’s in de mijnen maar hij schrijft amper over zijn eigen ouders. “Mijn tantes waren met mijnwerkers getrouwd, mijn vader kreeg het benauwd bij zijn eerste bezoek aan de proefmijn en koos de route van de krijgsmacht om niet naar ‘de koel’ te hoeven."

In een interview met Sara Berkeljon duikt heel terloops even zijn moeder op, als een figurant: 

Het gesprek aan de keukentafel in Heerlen is een half uur bezig. In de achterkamer staat de moeder van Frans Timmermans wasgoed te strijken, zoals elke zaterdag.

Timmermans heeft in al die jaren op social media slechts 1 foto van zijn moeder gepost, en ergens deelt hij mee dat het goede mens als typiste werkzaam was bij de Textielindustrie Mijnstreek, die de koel als belangrijkste klant had. Vervolgens gaat hij meteen weer over op zijn favoriete onderwerp over: Frenske als product van generaties koempels

Man van het volk Franciscus Cornelis Gerardus Maria Timmermans kwam op 6 mei 1961 ter wereld in Maastricht.  Dat is niet zo maar een dag, want ook Ernst-Daniël Smid, George Clooney, Gerrit Zalm, Sigmund Freud en Tony Blair zijn op 6 mei geboren. Toeval of niet: op de verjaardag van stier Frenske werd Pim Fortuyn vermoord. 

Over zijn enige broer Maurice komen we bijzonder weinig te weten bij Frenske, op deze FB-posting na, met als bijschrift: Mijn broer Maurice en schoonzus Silvia zijn 25 jaar getrouwd en dat vieren we in Diepenveen bij Deventer. Tussendoor even tijd voor een potje voetbal: zus Marieke, broer Felix en Marc, Max en Mare.

Marieke en Felix zijn halfzus en halfbroer, want vader Herman liet zijn gezin in de steek in het midden van de jaren zeventig en hertrouwde met een Duitse vrouw: Angelika Emminger. 

Frenske, die zichzelf regelmatig een open boek noemt, zwijgt daarover in bijna alle toonaarden. Max en Mare zijn de kinderen uit Timmermans' tweede huwelijk, met rechter Irene Timmermans, de kinderen uit zijn eerste huwelijk zijn Marc en Daphnée. Marc is online strateeg bij Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, daarvoor was hij projectleider communicatie bij Stichting De Noordzee, een organisatie die gaat over de bescherming en het duurzaam gebruik van de Noordzee. Daphnée Timmermans is apothekersassistente. 

In al die jaren op Facebook postte Frenske maar 1 foto van zijn vader, die dan in Karachi werkt en sprekend op Onassis lijkt. 

Bijschrift:  Mijn broer Felix stuurt mij deze foto. Het is mijn vader met op z'n nek mijn zus Marieke. En ik met de buggy. Karachi 1982.

In een reactie schrijft iemand: Ik heb sterk het vermoeden dat uw vader en waarschijnlijk moeder (partner) nog weleens bij ons over de vloer kwamen en met ons meegingen naar het strandhuis toen wij in Karachi woonden en ik voor Broekhoven Zeist werkte. Ik ben nog een keer of wat met zijn partner of vrouw mee geweest als begeleider naar de Karachi Olympics toen uw vader naar Nederland moest. Ik weet niet of hij het daar weleens over gehad heeft?

Het is mij nog steeds niet duidelijk wat precies de functie van Herman Timmermans was bij Nederlandse diplomatieke vertegenwoordigingen in onder andere Parijs, Brussel, Rome, Pakistan, Iran, Wenen, Boedapest, Berlijn en Sao Paulo.  

In interviews met Frans Timmermans is zijn vader achtereenvolgens marechaussee, beveiliger, nachtwaker, archivaris, kanselier en consul. 

Frans Timmermans: Als kind van ouders die veel verhuizen, moet je steeds door een rouwproces. Het levert je een enorme talenkennis op, ik denk er ook niet negatief aan terug, maar je moet altijd iets nieuws opbouwen – dat wordt onderschat. Daarom ben ik misschien gevoeliger voor migrantenkinderen en hun verschillende culturele contexten. Ik vind dat allemaal heel herkenbaar. 

Zo zien we Frenske graag: als mensenmens met veel empathie voor migrantenkinderen en hun verschillende culturele contexten. 

In een interview met De Standaard heeft hij het ook terloops over zijn vader: 

Hoe verhit de gemoederen er soms raakten, ondervond Timmermans aan den lijve toen hij in februari werd geïntimideerd door de Orban-pers. Hij zucht. ‘Ik krijg nog kippenvel als ik eraan terugdenk. Weet je, mijn vader werkte onder het communistische regime op de ambassade in Boedapest. Ik heb toen een volk gezien dat zo hunkerde naar de vrijheid van Europa. Ze vroegen mij letterlijk de jeans van mijn gat. De bevolking is erin geslaagd zich van dat systeem te ontdoen. Maar die dag, in februari, leek ik er weer in beland. Bang was ik niet, maar het raakte mij emotioneel.’

Op het anders zo persoonlijke Facebook-wandje, vol ontboezemingen over talloze ooms in de mijnen, geen woord over het overlijden van Herman Timmermans op 5 augustus 2021.

Mijn theorie is dat Frans altijd huizenhoog tegen zijn vader heeft opgekeken: de man van nederige komaf die zich van nachtwaker op ambassades omhoog werkte tot consul in Sao Paulo. Frenske geeft in interviews vaak aan dat het frustrerend was, als zoon van een Limburgse selfmade man tussen de diplomatenkinderen opgroeien. Hij werd nooit voor vol aangezien en voor Timmermans werd het een levensdoel om zichzelf te bewijzen. Wraak op die ongetwijfeld kakkineuze diplomatenkinderen uit zijn jeugd. Je zou denken dat zijn vader, die dus pas twee jaar geleden overleed, trots was op zijn zoon. Maar dat die zoon, dat open boek, nergens heeft vermeld dat zijn pa is overleden, vind ik onbegrijpelijk. Wellicht is Frenske altijd boos geweest omdat zijn pa hem, toen hij 14/15 was, in de steek liet voor een andere vrouw. Daar zit veel pijn, Frans. Ik ruik een roman! 

De Parijse jaren
*1964-1967 *

Timmermans zat in Parijs op de kleuterschool. “Ik heb van die vage herinneringen, aan de zandbak, aan het aparte geluid van de Panhard-auto, huh-puh-puh-puh-puh, en aan de straatarme Portugezen in de kelder, de arbeidsmigranten van toen.” 

Op Facebook: "Na de bijeenkomst in het Elysee, ga ik op weg naar Gare du Nord voor de trein terug naar Brussel. Ook een kort bezoek aan Parijs is voor mij altijd genieten, een soort thuiskomen. Parijs voelt voor mij als een lievelingsjas die je soms jaren vergeet uit de kast te halen, maar die altijd weer een glimlach op je lippen tovert als je hem bij toeval weer eens aantrekt. In 1964 verhuisden mijn ouders met hun twee jonge zonen naar Parijs. Mijn vader kreeg een baan bij de Nederlandse ambassade, waar hij - toen marechaussee - voor de veiligheid moest zorgen. Wij gingen wonen in L'Hay-les-Roses, voorstadje vlak bij Orly, toen de belangrijkste luchthaven van Parijs. Wij woonden elf hoog in een kleine flat, als mijn vader nachtdienst had gehad kon hij nauwelijks slapen door het verkeerslawaai van de snelweg aan de voet van het flatgebouw. Mijn broer en ik leerden razendsnel Frans op de kleuterschool en werden wandelende woordenboeken voor onze ouders. Als kleine kleuter al hielp ik mijn ouders de Franse taal machtig te worden. In 1967 verhuisden we naar Brussel, Parijs ging mee in het hart en op de harde schijf. Nog geen tien jaar later was mijn vader weer een tijdje terug in Parijs en ik logeerde een tijdje bij hem. In de ogen van een tiener is Parijs spannend vanaf de eerste stap op eender welk trottoir. Weer een aantal jaren later, toen ik studeerde, kwam ik een paar keer per jaar in Parijs. Toen leerde ik pas het verschil tussen Parigots en andere Fransen kennen. Parijzenaars worden geboren, maar vaker nog gemaakt als ze in Parijs aankomen omdat ze daar meer kansen zien of zich daar op hun plek voelen. Veel "gemaakte" Parijzenaars hebben mij gevormd, van Camus tot Brel, van Huysmans tot Stendhal, Renan tot Blum of Jaurès. Natuurlijk, Parijs is niet meer de navel van de culturele of intellectuele wereld."

Zo zien we Frenske graag: als "gemaakte”" Parijzenaar tussen Camus, Brel, Huysmans,  Stendhal, Renan, Blum en Jaurès.

De Brusselse jaren
*1967-1972 *

Timmermans op Facebook:  "En nu ik toch in de buurt ben... In dit gebouw heb ik 5 jaar basisonderwijs genoten. De openbare lagere school van Sint-Stevens-Woluwe. Op dit pleintje hebben we toen vooral veel gevoetbald. En als we weer naar binnen moesten, netjes op een rij per klas, kleinste kinderen vooraan, grootste achteraan. Ieder kind moest precies op een stoeptegel gaan staan. Wie 'babbelde' kreeg een draai om de oren van hoofdmeester Bosmans. U kan wel raden wie regelmatig een draai om de oren kreeg..."

En de enige foto van zijn moeder op Facebook komt uit die tijd. 

Grappig, deze foto die mijn broer Felix ergens heeft opgedoken. Mei '68. In Parijs hebben studenten ontdekt dat er een strand verborgen ligt onder de straatklinkers, in Vietnam sterven jonge mensen in een zinloze oorlog. En in Sint-Stevens-Woluwe vier ik mijn eerste communie. Heb hier de hypermoderne transistorradio in handen, draagbaar in een zwarte leren hoes, die ik van mijn ouders kreeg. Links naast mij tante Truus, de liefste tante ter wereld, helaas niet meer onder ons. Rechts mijn broer Maurice en mijn beeldschone moeder met haar prachtige kastanjekleurige haar. Wonderlijk, maar deze foto roept een vloed aan herinneringen op. Zo maar, tussen het drukke werk door, in een van de hectische perioden in de geschiedenis van de EU. Misschien omdat de foto mij het gevoel van rust en geborgenheid geeft - terwijl '68 ook een hele hectische periode was. Buiten was het misschien guur en stormachtig, binnen was het fijn en rustig. Sommige dingen zijn niks veranderd in bijna een halve eeuw..."

Zo ziet u maar: het leven van de kleine Frans stond toen al in het licht van grote gebeurtenissen. 

De Romeinse jaren
1972-1974

In het interview met Sara Berkeljon met de Volkskrant uit 2012: Uw vader was archivaris op de ambassade. Op de internationale school in Rome werd er door de ambassadeurskinderen op u neergekeken. 

'Dat klopt. Mijn vader verdiende niet veel. Wij gingen niet skiën, wij hadden geen dure kleren. Voortdurend werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt: je bent niet een van ons. Toen ik als 26-jarige als ambtenaar bij Buitenlandse Zaken begon, was de oudste generatie extreem sociaal bewust. Ze zeiden: u heeft vast aanleg hoor, maar iemand uit uw milieu, dat wordt niks. Dat stak me enorm. Ik dacht: ik zal je wat laten zien, vriend.'

In België was Frans Timmermans lid geweest van de Franstalige scouting. In Rome moest Frans Timmermans naar Saint George’s English School. Over die exclusieve Engelse school in Rome schrijft hij in zijn liefdesbrief aan het Engelse volk, in verband met Brexit: . 

"I recently read a delightful book of love letters to Europe. And it made me contemplate my love for Britain. It has just occurred to me that when you joined the European Economic Community I was in one of your schools. Not on your soil, mind you, but in Italy. Saint George’s British International School in Rome, to be precise. I was 12 years old and still learning English. That year I also dressed up in a kimono, as one of the “gentlemen from Japan” in the Mikado, the school play. Mrs Alcock encouraged me not to sing too loudly, so that my false notes would be less audible. But she kept me on stage. I loved it. Like I loved being part of the chorus in My Fair Lady the next year and the Mock Turtle in Alice in Wonderland the year after. More than 40 years have passed since then. So much has happened. My family went back to the Netherlands, I studied there and in France. I got married and became a father, did my military service, worked as a diplomat, divorced and married again, got elected to parliament, served in government and am now in the European commission."

Zo zien we Frenske graag. En we horen hem praten, posh en bekakt en nichterig als gay-icoon Quentin Crisp.

Graag zou ik een foto willen zien van Frenske in een kimono. De knaap, toen al dol op toneel en decorum, zat bij de Amerikaanse boyscouts, geleid door Amerikaanse priesters van het in Vaticaanstad gevestigde Pontifical North American College. Uit die tijd stamt zijn contact met Charles Rouse. In 2002 vertelt Timmermans aan zijn vriend Joep Dohmen dat hij misbruikt is door die priester. 

NRC Handelsblad: "Charlie Rouse was een jonge priester en leider van de scouts. Hij vroeg Timmermans in de herfst van 1974 of hij mee wilde naar de regio Abruzzo, om een geschikte plek te vinden voor het zomerkamp. Het zou twee dagen duren, met een overnachting in een hotel. Timmermans: ,,Ik sprak Italiaans en zou meegaan om te vertalen. Italiaanse jongens op school wilden volgens Charlie niet mee of hadden geen tijd. Achteraf begreep ik waarom. Maar mijn ouders vonden het goed.

Terugdenkend ontdekte Timmermans meer aanwijzingen voor de geaardheid van Charlie. In 1973, een jaar eerder, op de terugweg van een kamp in Duitsland had een van de scouts door de trein geroepen: Charlie is a faggot (Charlie is een flikker). Maar dat was een lastig ventje. Niemand die er iets achter zocht. Achteraf bezien was de reis naar Abruzzo een set up van Charlie, weet Timmermans. Want waarom moesten ze zo nodig overnachten? Het was nauwelijks honderd kilometer rijden.

Timmermans: ,,Charlie kwam me op vrijdag afhalen van school. ’s Avonds overnachtten we in het hotel, op één kamer. We hadden die avond lange gesprekken. Ik herinner me het nog goed. Toen vroeg Charlie opeens of ik zijn schouders wilde masseren. Hij was moe van het autorijden, zei hij. Ik deed dat, waarna hij zei dat ik het niet goed deed. Hij zou me weleens laten zien wat een massage was. Ik moest me uitkleden en op bed gaan liggen. Het duurde niet lang of Charlie zat met zijn handen in mijn kruis. Een vreemd gevoel maakte zich van mij meester. Ik wilde niet dat het gebeurde, en tegelijk vocht ik tegen de gevoelens die de massage opriepen.”

Timmermans deed of hij sliep, maar de priester hield niet op. Uiteindelijk duwde Timmermans Charlie van zich af. Tot verder seksueel contact kwam het niet. Timmermans sliep die nacht niet, lag wakker, in verwarring. Hij begreep het niet. De volgende ochtend deed Charlie alsof er niets aan de hand was."

Ik heb zo mijn nodige vragen bij dit verhaal en met name de bij de timing van het interview, en kom daar in een latere aflevering van deze serie op terug. Timmermans die zich kennelijk schaamt voor zijn vader en moeder en dus nooit iets over hen schrijft, maar ineens uit de kast komt als “misbruikt”: ik vind dat raar. 

La Stampa en het gezaghebbende Die Welt pakten in 2017, 15  jaar na het NRC Handelsblad, nog eens flink uit: "Als Kind bin auch ich ein Opfer von Missbrauch gewesen“

De Heerlense jaren
1975-1980

Timmermans over Heerlen: "Bijna veertig jaar geleden, na jaren in Frankrijk, België en Italië, gingen mijn moeder, mijn broer en ik wonen op de achtste etage van deze flat aan de Peter Schunckstraat in Heerlen. Toen werden taal, cultuur, gebruiken, sociale omgangsvormen van buiten ineens precies dezelfde die wij van binnen ons gezin kenden. Dat was nieuw voor ons; meestal was binnen Limburg, maar buiten een hele andere wereld. Dat vonden wij doodgewoon. En toen werden binnen en buiten als het ware synchroon. Heerlen, al ons hele leven vaste logeerplek tijdens alle vakanties bij opa's en oma's, werd thuis. Ook omdat iedereen met wie wij in contact kwamen ons meteen thuis deed voelen. In de flat, in de buurt, op het Bernardinuscollege, bij de voetbalclub, op de tribune bij Roda JC Kerkrade. Alleen de man achter de toonbank van Sporthuis Diana in de Emmastraat niet. Mijn broer Maurice en ik gingen er voetbalkousen kopen. Bij het afrekenen zei de verkoper: "Jullie zijn niet van hier, hè?" Dodelijk beledigd waren wij. En zelfs veertig jaar later herinner ik mij dat moment nog alsof het gisteren was. Want als wij niet "van hier" zouden zijn, van "waar" dan wel? Waar ter wereld Maurice en ik ook mogen zijn, wij zullen altijd "van hier" zijn. Reken maar."

En: "Toen wij uit Rome naar Heerlen verhuisden, ging ik voor het eerst naar een Nederlandse school, het Bernardinuscollege. Heerlen was thuiskomen, maar de school was nieuw, alles was anders dan wat wij gewend waren. Dus je let goed op, probeert snel de geschreven en ongeschreven regels te doorgronden. Soms op eigen houtje, soms met hulp van andere scholieren of leraren.

Herinneringen zijn bedrieglijk, want ons geheugen werkt selectief. Maar als ik terugdenk aan mijn kinderjaren, alle vakanties waren bij familie in Heerlen, was de koel ook visueel overal. Bij opa en oma op de Huskesweg, aan de voet van de steenberg, zo dicht op de koeltorens dat je ze bijna aan kon raken. Bij tante Ans in de Kristalstraat, ’s avonds gefascineerd kijken naar de ringen van rode lampen om de schoorstenen Lange Jan en Lange Lies van de mijn. In de stad, op de markt, de eindeloze treinen op het rangeerterrein, het lawaai van de mijnlift, de fluit bij sjiecht. De bussen met mijnwerkers, mijnwerkers op de fiets, ’s zondags na de mis bij de doeven, in het café of langs het voetbalveld."

Ondanks zijn nomadenbestaan schoot Timmermans uiteindelijk wortel in Heerlen, in zijn geboortegrond Limburg. "Dat vind ik in mezelf een heel verrassende ontwikkeling. Ik merkte met carnaval hoezeer het echt thuis is."

Uiteindelijk mocht Timmermans toetreden tot de Broederschap van de Orde van de Gulden Humor. Hier het verhaal over de toetreding in de Groene Amsterdammer: 

"Vier van die mannen belden een half jaar geleden aan in Brussel. De security was ingeseind, de persoonlijke assistente zat in het complot. De enige die van niets wist was Frans Timmermans zelf. ‘Toen we hem vertelden waarom we er waren, was hij op slag emotioneel’, vertelt het Limburgse Statenlid Max Ruiters. Hij herinnert zich hoe Timmermans de heren vroeg om een klein momentje zodat hij snel zijn iPhone uit zijn zak kon grissen. Daarop zocht hij naar dat ene liedje van de Heerlense charmezanger Wiel Knipa, de man naar wie zijn vader vroeger ook altijd luisterde. ‘Met één klik had Frans het juiste nummertje gevonden.’ De mannen – waaronder de burgemeester van Landgraaf en een Limburgs Statenlid – konden hem vertellen dat hij toe mocht treden tot de Broederschap van de Orde van de Gulden Humor."

De wonderen zijn de wereld nog niet uit want ik heb Frenske nog nooit betrapt op een grap of op zelfspot, maar vooruit.

Valse tranen en een verzonnen Vlaams accent

Reaguursels

Dit wil je ook lezen

Wilders drukt aangifte tegen Timmerfrans door

'Wilders verzoekt het Openbaar Ministerie om een strafrechtelijk onderzoek in te stellen naar Timmermans'

@Mosterd | 22-04-24 | 17:54 | 447 reacties

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.