Kuzu: 'Politieke broedermoordaanslag van Öztürk'
Kuzu noemt Öztürk een matennaaier
BÖEM. Hoorde u dat? Dat was het zorgvuldig in elkaar geknutselde geraamte van de politieke partij DENK, dat met donderend geraas in elkaar lazert dankzij veel te grote ego's, de baard van Öztürk en de sloopkogel van Ton F. van Sloopkogel. In een statement op Facebook (na de klik) maakt de 'wegens MeTöö' uit DENK gekieperde Tunahan Kuzu (nummer 8 in de GeenStijl-ranglijst der allerbeste Kamerleden) op zijn beurt korte metten met zijn politieke bloedbroeder Selcuk Öztürk, die hij een 'politieke broedermoordaanslag' in de schoenen schuift. Chantage, complottheorieën, broedermoord, leugens, matennaaierij, de hele mikmak. TL;DR mag u allemaal na de klik lezen, maar we verheugen ons nu al op 6 juni, als Kuzu aanwezig zal zijn bij de Algemene Ledenvergadering van DENK: "Om mijn kant van het verhaal te vertellen en de leden ervan te overtuigen dat matennaaierij geen kernwaarde van DENK is." Even de straat op om te tüteren. Het lijkt verdömme de LPF wel.
Verklaring Tunahan Kuzu
Politieke broedermoordaanslag
Ruim een week geleden, zaterdag rond 12 uur. Driftig trilt mijn telefoon. Het blijkt te gaan om journalist Ton F. van Dijk die een sappig verhaal over mij in handen zou hebben. De beschuldiging zoals die uiteindelijk werd opgeschreven heeft me zwaar getroffen. Wat me nog meer raakte, was de manier waarop deze kwestie door mijn ‘strijdmakker’ werd misbruikt om mij politiek te lynchen. Het heeft ervoor gezorgd dat ik een week lang verdrietig en boos voor me uit heb gestaard. De moeilijkste week van mijn leven.
Hoofdrolspelers in deze politieke klucht zijn Öztürk en ikzelf. Inmiddels ouwe kameraden, strijdmakkers en oprichters van DENK. Samen hebben wij een politieke partij uit het niets opgebouwd en parlementaire geschiedenis geschreven. Naaide uitgerekend Öztürk mij een oor aan?
Altijd ben ik voor hem opgekomen en heb ik hem beschermd. Totdat ik de persverklaring van DENK van 30 maart las, waarin ik voor de bus werd gegooid door mijn ‘strijdmakker’. Vlak daarna las ik de ledenbrief waarin wordt beweerd dat er geen verdeeldheid zou zijn binnen de partij. Niets is minder waar.
Ja, in mijn privéleven heb ik een zware periode achter de rug. Daarover wisten een beperkt aantal mensen, waaronder mijn fractiegenoten. Ook politiek was het zwaar. Interne conflicten waarbij het mijn voornaamste rol was om de fractie bij elkaar te houden. Ook al was het moeizaam en heb ik daar offers voor gebracht, het lukte.
In de evaluatie van de desastreuze campagnes van 2019 maakten we de afspraak dat we onze inhoudelijke punten nog meer naar voren zouden brengen. In de week erna was het tot drie keer toe Öztürk die in de Kamer bewust de confrontatie opzocht met iedereen die hij tegenkwam. Alsof dat niet genoeg was, zette hij onze persvoorlichter onder druk om zonder goedkeuring een persbericht de deur uit te doen en een fractiemedewerker een zeurderige brief te laten opstellen richting het bestuur van de Tweede Kamer. Tijdens het wekelijkse Kamerledenoverleg kreeg Öztürk een waarschuwing.
Na het zomerreces van 2019 nam de irritatie alsmaar toe. Öztürk ging steeds meer zijn eigen gang, ondermijnde mijn politiek leiderschap en plaatste zichzelf steeds meer op een zijspoor in de Kamerfractie. Hij deed nauwelijks debatten in de Tweede Kamer. In de tussentijd was hij bezig om zijn machtspositie uit te breiden in de vereniging. Zo stelde hij zonder medeweten en toestemming van de fractie een verkiezingsprogrammacommissie en een kandidaatstellingscommissie in.
Bij Öztürk knapte het toen Azarkan en ik vanuit het vliegtuig naar Istanbul een selfie stuurden naar de whatsappgroep van DENK. “Waarheen?” vroeg hij verbaasd. In Istanbul spraken wij vanzelfsprekend over de politiek en de toekomst van de partij. Bij terugkomst kreeg Azarkan een aangetekende brief van het partijbestuur. Dat de reis en de tweets die waren verstuurd vanuit Istanbul schadelijk zouden zijn voor de partij en dat het bestuur daar onderzoek naar zou doen.
Mijn verbazing maakte plaats voor ontsteltenis. Ik vond het onacceptabel dat het bestuur, nota bene met Öztürk als voorzitter, onderzoek zou instellen naar een collega-fractielid. Ik sprong in de bres voor Azarkan en dwong het bestuur die brief in te trekken. Met veel gemor werd de brief uiteindelijk ingetrokken.
De spanning tijdens de wekelijkse overleggen met de Kamerleden waren om te snijden in die periode. Vlak na het Kerstreces ging Öztürk met mij het gesprek aan. Hij begreep niet dat hij me aan het kwijt raken was. Zo opperde hij dat Azarkan wel iets over me zou moeten hebben waardoor ik chantabel was, terwijl dat niet het geval was. Kenmerkende complottheorieën van Öztürk die ik heb weggevaagd.
Niet veel later kreeg ik een mail van het partijbestuur dat ze het gesprek met mij wilden aangaan over ‘zaken in mijn privésfeer’. Ik reageerde dat mijn privéleven het voltallige bestuur geen malle moer aangaat, maar dat Öztürk vrij was om daar met mij over te praten.
Dat gesprek kwam er. Hij rakelde een kwestie op uit 2018. Een kwestie waarvan hij ook mijn kant van het verhaal kende sinds 2018 en waarover wij destijds uitvoerig hadden gesproken. Hij vertelde dat Arib ervan zou weten, terwijl daar geen aanwijzingen voor waren. Öztürk geloofde erin dat Arib dit vlak voor de verkiezingen zou gaan lekken om DENK te saboteren. Hij leek niet te begrijpen dat niet Arib, maar hijzelf DENK begon te saboteren. Hij verspreidde niet alleen moedwillig deze kwestie binnen de partij via zijn vertrouwelingen, maar fantaseerde daar nog meer roddels bij, die actief door zijn vertrouwelingen werden verspreid. Dat ging zelfs zo ver dat hij beweerde dat er beeldmateriaal zou zijn wat een flagrante leugen is. Ik hamerde erop dat degene die stelt moet bewijzen. Dat bewijs is nooit gekomen.
Op 16 maart kwamen we bijeen in Apeldoorn. Het enige wat mondeling werd medegedeeld was een stukje uit een whatsappgesprek. Dat whatsappgesprek, de roddels en de zogenaamde dreiging van Arib was voor het bestuur voldoende reden om mij niet als lijsttrekker te willen. Öztürk zei letterlijk: ‘het bestuur wil je niet als lijsttrekker’. Zo was het niet Azarkan, maar Öztürk die mij regelrecht chanteerde. Ik gaf aan dat het bestuur zijn eigen plan mag trekken. Mijn vertrouwen verdween als sneeuw voor de zon en ik besloot 21 maart aan te kondigen dat ik ermee zou stoppen.
Een week geleden, zaterdagmiddag 28 maart trilde dus mijn telefoon. De journalist: “ik weet waarom jij bent opgestapt”. In het artikel wordt duidelijk wat ik eigenlijk al vermoedde, namelijk dat Öztürk bewust deze zaak zelf heeft opgerakeld om mij ten val te brengen. Ik was niet alleen van slag door de beschuldiging van grensoverschrijdend gedrag, maar nog meer dat de man die ik al die tijd mijn broer had genoemd, hieraan had meegewerkt. Broedermoord op zijn pijnlijkst.
De afgelopen dagen heeft Öztürk heel erg zijn best gedaan om via het kader van DENK en onze lokale volksvertegenwoordigers de opinie binnen de partij te beïnvloeden. Het zal hem niet lukken. Want DENK is meer dan Kuzu. DENK is zeker meer dan Öztürk. DENK is de stem van al die mensen die niet werden gehoord. DENK is een partij die een kwart miljoen stemmers had in 2017 bij de eerste verkiezingen. Die mensen werden niet aangesproken door de baard van Öztürk (10.000 stemmen), maar het verhaal van Kuzu (126.000 stemmen) en Azarkan (60.000 stemmen). DENK is een partij met 4000 leden, die het laatste woord hebben tijdens een ledenbijeenkomst.
Op de ledenbijeenkomst, die juridisch gelijk staat aan een Algemene Ledenvergadering en die helaas niet eerder zal plaatsvinden dan 6 juni vanwege de coronamaatregelen, mogen de leden een oordeel vellen over deze kwestie. Daarbij zal ik aanwezig zijn om mijn kant van het verhaal te vertellen en de leden ervan te overtuigen dat matennaaierij geen kernwaarde van DENK is.
Ik wil iedereen die de afgelopen week mij berichten heeft gestuurd om me een hart onder de riem te steken, bedanken. De vele steunbetuigingen ondanks deze publiciteit raken mij diep in het hart. In het bijzonder veel lof voor mijn vrouw en mijn familie die zich sterk hebben gehouden. Tegen alle mensen die zich solidair hebben getoond met mij in mijn moeilijkste week van mijn leven zeg ik wat Nietzsche heel mooi heeft gezegd: “alles wat mij niet doodt, maakt mij sterker!” (via)
Reaguursels
Dit wil je ook lezen
7 oktober een jaar later - DE REACTIES
Het wordt vanzelf weer 4 mei
Martin Bosma nog niet-welkommerder in Amsterdam: motie krijgt meerderheid
Kun je in dit land jezelf nog zijn als Martin Bosma
LOL. Fractievoorzitter DENK Amsterdam wil Martin Bosma VERBANNEN
Cry me a river to the sea
BBB-kandidaat Yasin Makineli van de lijst wegens Armeense genocide, 'schuld van DENK'
(dat ie van de lijst is, niet de genocide)