Oase vol VrijMiBo
Een ster: een klompken ijs tussen mijn hete tanden...
Terwijl ge onzichtbaar zijt, o zee, die naauwlijks hijgt;
terwijl mijn hart gelijk een oude zuster zwijgt,
komt deze stipte oneindlijkheid mijn lippen branden
- Mijn nachten waren ene mand vol droom aan droom;
mijn dagen, 't vast getal der appelen die zwellen
in elken boom-gaard en aan elken zwaren boom.
Ik had geen vingeren om mijn weelden aan te tellen.
Thans: ijlt'. De tijd is guur en onberoerd. De tijd
is als de kille en dorre zee, die zwoegt noch krijt.
Ik ben alleen; ik pers mijn strakke lippen samen
op eenzaam deze grote sterre, die ze bijt.
Prettig weekend. En be nice.