Deze VrijMiBo staat op beveiligingscamera
Het is weekend. Je zult maar beveiligingscamera zijn. Wat een inept leven heb je dan. Daar hang je. Hoog boven het gepeupel aan een paal of aan een kale muur. Meestal gefixeerd op één bepaalde plek. Waar de figuranten van je leven in en uit lopen. Zonder dat je ziet waar ze vandaan komen. Of kan herleiden waar ze heen gaan. Soms, heel soms, heb je als beveiligingscamera geluk. Kun je meedraaien. Als de Overlord het behaagt. Maar dit dient enkel om het lijden uit te stellen. Te rekken. Hoeveel graden je ook kunt draaien, je ziet nooit de wortels van de mensen die zich begeven in je zicht. Je ziet nooit het doel waar zij naar op weg zijn. En mocht het zo zijn dat het lot zich naar je schikt en het incident zich afspeelt voor je digitale iris, dan nog. Dan nog. Ingrijpen kun je niet. Slechts kijken naar de horror op de plek die urenlang, dagenlang, wekenlang, maandenlang niks was dan loze stoeptegels met loze mensen die loom in en uit beeld sjokken. Je kunt alleen maar toekijken. En wachten tot de horror ophoudt. Waarna de loomheid wederkeert en de verdwenen hel slechts bijdraagt aan de droefenis van het statische beeld. En dat is de misere van de beveiligingscamera die alles zag. Prettig weekend. En be nice.