Zomergasten: Dia-avond China
Net als Bettine Vriesekoop vind ik het Mandarijns net iets mooier van klank dan het Kantonees. Als Chinezen in het Kantonees een stuk groente aanwijzen klinkt het als een wedstrijd tractorpullen. Een soort hoesten. Mandarijns daarentegen, het woord zegt het al, is prachtig. Iedere zin een roedel herten aan een mistige horizon. De Chinese taal
Het was goed om te zien dat aan de andere kant van de wereld een talencursus op de televisie net zo zouteloos is als hier. Mensen in hele lelijke kamers die elkaar vertellen dat ze een vis willen kopen, ja, ik wil een vis kopen, wij willen allemaal een vis kopen, John wil een vis kopen, waarom wil John een vis kopen? John, die een vis wil kopen, heeft honger. Daarom wil John een vis kopen. Ga dan maar een vis kopen John. Daar gaat John, een vis kopen. Daaag John, succes bij het kopen van een vis!
Stamelende idioten zijn het, in talencursussen, steeds op weg om een uiterst eenvoudige handeling te verrichten. Eigenlijk allemaal Joris Luyendijks. Die staat ook zo in het leven. Je weet dat hij na kan denken, dat hij er ideeën op na houdt, boze boeken schrijft, maar als interviewer in Zomergasten verandert hij opeens in een verwonderd kind. Vriesekoop werd gisteren drie uur lang geïnterviewd door haar jeugdheld zelf, Joris Catweazle. Geacteerde verbazing bij ieder onderwerp. Af en toe op het absurde af.
Joris en sport
Dat schoot lekker op. Vriesekoop wilde een verhaal gaan vertellen over tafeltennis en had het over backspin. `Wacht even, Bettine, Backspin
. Even, voor de goede orde. Als je het over balletje hebt, dan bedoel je dat witte dingetje, dat tussen jullie in gaat. Ja? Ok. En die moet dan op de tafel. En je slaat dus met je handen en daar plak je rubber op? Nee? Hoe dan? Met een batje. Ok. Hoe groot is dat batje? Jeetje, dat is klein! Nou, ik vind het knap. Maar goed, die backspin, die moet je dan met je batje doodslaan terwijl er iemand een vis koopt, leg ik het zo goed uit?` Totale wereldvreemdheid opeens. Meneer had nog nooit een tafeltennistafel gezien. Rubber op de batjes, het was nieuw voor hem. In de traditie van Peter van Ingen is Joris een intellectueel die heel angstig naar Judo zit te kijken. Meneren met witte pakken aan, op een matje. Als daar maar geen ellende van komt. Rol een bal naar Joris toe en hij legt zijn oor er op. Luisteren of er iets in zit. Dat stoorde nog al, die houding, met een sporter aan tafel.
Luyendijk bleef naïef, ook bij de andere onderwerpen. Vriesekoop legde uit dat China echt op de goede weg was en dat het verder zin had om daar als journalist allerlei kritiek op te hebben. Ze wilde China het voordeel van de twijfel geven. Goed, als je in China de verkeerde website opent word je ergens in een kelder met een waterslang in je Chinese reet een half jaar met een stok op je voetzolen geslagen, maar als correspondent kon je daar niet zo veel mee. Tussendoor liet ze nog even wat foto´s zien van haar huis in China en meldde lachend dat ze wel zeker wist dat ze werd afgeluisterd. `Ja joh, natuurlijk.´ Maar goed, ja, dat hoorde er bij.
Luyendijk hoorde het allemaal aan. Vreemd, als je zijn boek `Het zijn net mensen` hebt gelezen. Hijzelf heeft juist om deze gemakzucht het correspondentschap neergelegd. Hij wilde niet langer een willoze, door de overheid gestuurde spreekpop van een regime zijn. Maar Joris ging die discussie gisteren niet aan. Bleef maar volharden in die kinderlijke interviewstijl, waarschijnlijk bedacht door de redactie om de gast zoveel mogelijk vrijheid te geven. `Jeetje joh, 17 jaar was je pas, toen in Noord-Korea?`zei hij nadat Bettine had uitgelegd dat die dictatuur daar dan wel een beetje lastig was geweest. ´Wilde je ergens naar toe liep er steeds iemand naast je. Dat vond ze dan minder, van zo´n regime, maar om daar nou tegen te protesteren, tsja, 17 jaar. Zinloos.´ Dat was Luyendijk helemaal met haar eens. Zeventien jaar en topsporter, wat wist je dan helemaal zeg. Niks.
Daarom valt er over deze Zomergasten bijna niets te vertellen. Gekabbel. Dom, oppervlakkig geneuzel over wijze lessen in het leven en dat niets is zoals het lijkt. Dat klopt. Ik dacht dat Vriesekoop een bewogen mens was, die als correspondent voor het NRC op zoek is naar de randen van de dictatuur maar niets is wat het lijkt. Een oud pingpongster, met een leuk huis en een assistente, die haar ogen uitkijkt in dat grote land en verder geen vragen stelt. Luyendijk die daar geen een kritische vraag over stelde. Zomergasten is onder Luyendijk aan het veranderen in een open platform voor kleine denkertjes, zoals Leon de Winter en over een paar weken Linda de Mol. Jammer.