Tekstverklaren met Frank Boeijen
Enkele weken geleden las ik een interview met een van de grootste tekstdichters van Nederland, Frank Boeijen. Frank koppelt een heel Nederlandse kijk op de dingen aan juist weer een heel Franse manier van denken, maar helaas ontgaat dat de meeste luisteraars omdat Frank nauwelijks is te verstaan. Frank kan daar niet aan doen. Als kind is hij met zijn vader mee geweest naar Indonesië en op Bali is hem door een uitheemse water en vuurvrouw een Sabelo Loehoe gegeven, een vlezige vrucht die zich langzaam door je stembanden heen vreet. Net zoals duizenden Indonesische vrouwtjes en mannetjes die ergens in het oerwoud driftig aan hun blote reet staan te krabben en van alles willen zeggen, is Frank tot niet meer in staat dan het uitstoten van wat keelklanken, veelbetekenend met de ogen rollen en dan maar hopen dat de mensen er iets van begrijpen.
Ik vind dat jammer, want godverdomme wat zit er een rijkdom in de teksten van Frank. Daarom zal ik deze weken proberen een lans te breken voor zijn werk en zijn belangrijkste teksten/gedichten proberen te duiden. We beginnen met zijn bekendste hit, Zwart-Wit.
Hij liep daar in de stad
's Avonds laat
Plotseling aan de overkant
Zag hij ze staan
Frank zet hier in enkele pennenstreken een felrealistische situatie neer. Het kan over ons allemaal gaan. Daar loop je met je opengewerkte leren broek om heerlijk te gaan fistcruisen in het naburige vliegenbos, je kijkt opzij en daar zie je ze staan, de potenramgang van Robin and The Gayburners. Maar tegelijkertijd kan het gaan over je zes ex-vrouwen die nog achterstallige alimentatie van je moeten ontvangen en plotseling met je veertien kinderen aan de overkant staan. Dat is de kracht van Frank. Zijn openingscouplet is universeel en zet de moderne mens neer als een dolende ziel in een steeds harder wordende wereld. De 'hij' uit het verhaal kan ook Van Jole zijn die 's avonds dertig reageerders van GeenStijl tegenkomt, vlak na hun wekelijkse cokeparty. Angst en onthechting, daar heeft Frank het hier over. Helaas onverstaanbaar.
Iemand riep
Je hoort niet bij ons
Mes steek pijn
Denk goed na aan welke kant je staat
Een enorm krachtige statement en tegelijk ook een heel praktisch advies. "Denk goed na aan welke kant je staat" is, als je gestoken wordt, vrij essentieel. Sta ja aan de straatkant van de stoep dan kan je eigenlijk alleen nog maar als een Theo naar de grond zakken, je broek vol schijten en heel lullig roepen dat ze je moeten sparen. Sta je aan de kant van de huizen dan kan je in ieder geval nog als een gillend wijf op een deur gaan staan rammen dat iemand naar doet en je heeft geprikt met een mes. Ook Franks haiku 'mes steek pijn' is een prachtige vondst. Een iets mindere tekstdichter zou hier hebben gekozen voor 'darm stuk au'. Frank speelt hier met de taal. 'Iemand riep je hoort niet bij ons' is een prachtige, bijna visionaire verwijzing naar Jong Oranje en de morele knoet die de Surinaamse spelers daar sinds kort hanteren. Naar nu bekend is geworden moesten de blanke spelers Ron Vlaar en Daniël de Ridder verplicht dertig kilo sperzieboontjes schoonspoelen zodat Ryan Donk en consorten vlak voor de wedstrijd nog even samen Sambal Boontjes konden eten. Frank had dat toen al door.
Denk niet wit denk niet zwart
Denk niet zwart wit
Denk niet wit denk niet zwart
Denk niet zwart wit
Maar in de kleur van je hart
Nou ja, duidelijk lijkt mij. Spreekt voor zich. Zwart, wit en hart en dan kleur en nadenken, dat is eigenlijk wat Frank wilde zeggen, stel hij zou verstaanbaar kunnen zingen
Donker was de straat
Op weg naar het plein
Een taxi
Het is te laat
Het is voorbij
Wie wil er bloed
Op de achterbank van de werkelijkheid
Denk goed na aan welke kant je staat
Hier zit de essentie in de zin "op de achterbank van de werkelijkheid". Een heel aards beeld van Frank. We hebben er allemaal wel eens op gezeten, die achterbank van de werkelijkheid. Je zit lazarus van drank in de taxi en die chauffeur begint tegen je aan te lullen dat hij zus en zoveel voor zijn taxi betaalt en dat het allemaal steeds moeilijker wordt om zijn hoofd boven water te houden en jij wilt alleen maar eigenlijk in een keer die zes broodjes Donner Kebab op de achterbank van zijn werkelijkheid er uit kotsen en je bent te moe om te roepen 'HOU JE TIEFUSTAXI KOP PROLEET DER LAGE LANDEN'. Nou ja, Frank vangt dat allemaal in een zin. Hij had kunnen zeggen 'de asbak van de luchtigheid', "het autoraam van je geboortejaar", 'het achterwiel van de duidelijkheid', maar nee wat doet Frank, hij kiest juist voor die achterbank van de wekelijkheid'.
Denk niet wit denk niet zwart
Denk niet zwart wit
Denk niet wit denk niet zwart
Denk niet zwart wit
Maar in de kleur van je hart
Spreekt voor zich. Wit, wart en dinges enzo.
Volgende keer 'Kronenburger Park''.