De patriotten van Chega: Iberische bonvivanten van het houtje
Europese Patriotten, deel IV - Portugal. Tekst & foto's Arthur van Amerongen
“Nou nou, dat zou in Nederland niet kunnen horen hoor, zo’n gigantisch schilderij met negerslaven”, fluister ik tegen Ricardo Regalla Dias Pinto, de kabinetschef van Chega!, de derde partij van Portugal en tevens de meeste patriottische. Chega betekent genoeg. Basta!
Op het enorme schilderij zien we hoe de legendarische ontdekkingsreiziger Vasco da Gama (bekend van de sigaren en een fijne straat in 020-Gaza) met alle egards wordt ontvangen door de samorijn, de vorst van Kozhikode (Calcoen in het Nederlands) aan de Malabarkust in het huidige Kerala in India. De negerslaven buigen voor Vasco.
Dit racistische schilderij was in Nederland natuurlijk allang in de fik gestoken door de Sturmabteilung van Antifa en Bij1, of een of andere zot had zich er aan vast gelijmd.
De Portugezen, van de linkse en de rechtse persuasie, daarentegen zijn trots op hun verleden en schamen zich daar dus absoluut niet voor. Oikofobie kennen wij niet in Lusitania.
In een vorige aflevering van Europese Patriotten schreef ik hoe de grandeur van het Portugese wereldrijk op kleine schaal werd nagebouwd in Coimbra: in Portugal dos Pequenitos. 'Portugal van de Kleintjes' is een bijna zeventig jaar oud attractiepark dat zich laat vergelijken met Madurodam. De markantste gebouwen uit steden als Porto, Lissabon, Coimbra en streken als de Algarve en de Alentejo zijn er in het klein nagebouwd. Portugal dos Pequenitos met zijn kasteeltjes en torentjes doet denken aan het decor van de Vliegende Fakir in de Efteling.
Vergezeld door Arie Pos, staan we in de Salão Nobre, de Edele Zaal van de Assembleia da República, het parlement van Portugal, in het statige Palácio de São Bento in Lissabon.
Dit is andere koek dan ons parlement, met die onsmakelijke klimmuur. De Edele Salon is geheel in de stijl van Salazar’s Estado Novo. De zeven schilderijen die er hangen, zijn een hommage aan de Portugese ontdekkingsreizigers: Infante (kroonprins) Dom Henrique de Zeevaarder overhandigt zijn revolutionaire plan voor de ontdekkingsreizen aan de kapitein van de Portugese marine, Diogo Cão, ontdekt de monding van de Congo-rivier, Bartolomeu Dias ontdekt Kaap de Goede Hoop, Pedro Álvares Cabral landt in Vera Cruz in Brazilië. Malakka wordt ingenomen door Afonso de Albuquerque en tenslotte het meest omstreden schilderij: Vasco da Gama wordt ontvangen door de samorijn.
De vrolijke Ricardo Regalla is overtuigd monarchist (aanhanger van Duarte Pio van Bragança, de laatste troonpretendent die in Sintra woont) en heeft een koninklijke snor, zoals de betreurde Dom Carlos de Eerste. De tweede man van Chega zegt dat de gedeputeerde Joacine Katar Moreira eiste dat de zeven schilderijen verwijderd moeten worden.
Moreira stelt dat deze kunst de erfenis is van dictator Salazar en de onderwerping van andere volkeren en culturen en het Portugese koloniale verleden verheerlijkt. Ze suggereert dat er maar een apart museum voor moet komen. Dat doet me denken aan mijn favoriete museum; de Alte Pinakothek in München, dat vol hangt met “entartete” kunst.
Herr Adolf Ziegler was van 1936 tot 1943 voorzitter van de Reichskulturkammer. Zijn taak was om de kunst in Duitsland te zuiveren. De werken van Joodse kunstenaars en andere subversievelingen werd in beslag genomen of vernietigd. Ziegler organiseerde de grote nazitentoonstelling "Entarte Kunst" in 1937 in München, met 650 moderne schilderijen, grafiek en sculpturen uit 32 musea, waaronder belangrijke meesters als Wassily Kandinsky, Emil Nolde, Lyonel Feininger en Ernst Barlach en Ernst Ludwig Kirchner.
Het baasje van de Reichskulturkammer stelde ze tentoon in de Pinakothek, vergezeld van antisemitische slogans en treiterende opmerkingen.
Ik ben dol op met name Nolde en Kirschner (die tot de stroming Die Brücke behoorden) maar ik ben ook gek op de koloniale schilderijen in het Portugese parlement en op de oriëntalistische erotiek van Eugene Delacroix, in zijn schitterende museum in Parijs. Ricardo Regallo: “de grap met die juffrouw van kleur die de schilderijen wil cancellen, is dat de negerslaven op het schilderij niets te maken hebben met Vasco Da Gama maar bezit van de Indiase heerser waren.”
Wokisme leeft niet erg in Portugal. Dat is iets uit Angelsaksische buitenlanden, lezen we hier in krant en weekblad. Een verleden met vier en een halve eeuw koloniale macht en uitbuiting in Afrika, Azië en Brazilië, slavenhandel, inquisitie en bloedige onafhankelijkheidsoorlogen leidde nog niet tot mea culpa’s of excuses. Alleen niet-Portugese historici van de the empire writes back-school herinneren aan de minder fraaie kanten van Portugals roemruchte eeuwen als ontdekkersnatie en wereldgrootmacht.
De ontdekkingsreizen en het imperium worden ook van staatswege nog altijd ongegeneerd gevierd als founding myth voor de nationale trots, en die trots blijft groot. De Portugese voorvaderen hebben ver weg iets groots verricht en ‘de wereld nieuwe werelden geschonken’, zoals bij de vele herdenkingen steevast wordt beweerd naar de woorden van Camões uit Os Lusíadas (1572), (koop die vertaling van professor Pos dan!) Portugals nationale heldenepos over Vasco da Gama en zijn ijzervretende kornuiten in de Oost.
Black Lives Matter is ook niet echt een issue hier. Met kleuronderscheid moet je oppassen in Portugal, juist vanwege de koloniale erfenis. Premier António Costa heeft een kleurtje vanwege zijn familieroots in India, de vorige minister van justitie: Francisca Van Dunem. Zij heeft haar kleurtje uit Angola en haar achternaam van een verre Nederlandse voorouder, veel Algarvianen zien er uit als Arabieren en de Joodse factor in het Portugese DNA is groot. Verschillig zijn is dus niet makkelijk. Portugezen zetten zich makkelijker af tegen zigeuners, Spanjaarden, Roemenen of Russen dan tegen de moeilijk te ontwarren knoop van hun eigen genetisch materiaal.
Er valt zo weinig te cancelen zonder dat de nationale trots een knauw krijgt. Bussen schoolkindertjes brengen nog altijd enthousiaste bezoeken aan het reeds genoemde ‘Portugal dos Pequenitos’ in Coimbra. Terwijl in Spanje het dikbuikige en -lippige negertje van de zakjes Conguitos (Spaanse Maltezers) verdwenen is, kun je in Porto nog altijd terecht in de beroemde delicatessenzaak ‘O Pretinho do Japão’ (het negertje uit Japan), waar je door een levensgroot gekleurd jongetje van hout in bediendenkloffie wordt verwelkomd. Aan de webpagina van de winkel wordt momenteel gewerkt. Een veeg teken?
Manuel Matias en Sir Raymond de Souza schuiven aan bij de rondleiding. Manuel is de factotum van Chega en een fervente anti-abortus activist. Hij was de leider van de Pró-Vida-partij die eind 2020 opging in Chega, en is al geruime tijd adviseur van partijvoorzitter André Ventura. Manuel’s dochter, de beeldschone Rita Matias, is een van de afgevaardigden van de partij. Raymond is een Portugees die geboren werd in Brazilië, naar Zuid-Afrika verhuisde, door migreerde naar Australië en uiteindelijk neerstreek in de Verenigde Staten. Hij reist de hele aardkloot over als vliegende ambassadeur van International Missions for Human Life International (HLI).
Chega en Andre Ventura worden in de Portugese pers - zonder uitzondering “progressief” - onophoudelijk gedemoniseerd. Ventura verliet de linksige Partido Social Demócrata en trok veel kiezers van de PSD en de Partido do Centro Democrático Social (CDS) weg. Hij is tegen abortus, euthanasie en tegen het homohuwelijk maar Chega telt veel gays onder zijn leden. Met een thema als immigratie scoor je niet in Portugal (2.5 miljoen Portugezen wonen buiten het moederland) en islam is ook geen verkiezingsdingetje, met 0,001 procent mohammedanen in het land. Chega heeft geen enkel probleem met Oekraïense vluchtelingen maar staat erg argwanend tegenover de motieven van veel gelukszoekers uit islamitische landen. Om maar een voorbeeld te geven: een paar jaar geleden was heel Fuseta in rep en roer vanwege de komst van maar liefst 800 vluchtelingen uit de Levantijnse rimboe. Fuseta is een schattige vissersdorpje tussen Olhão en Luz de Tavira, net Egmond aan Zee rond 1930, met judeo-christelijke normen en waarden en good clean fun voor de hele familie.Er wonen amper 2500 mannen en vrouwen in Fuseta en die zijn allemaal familie van elkaar. De Syriërs zouden in een schitterend hotelcomplex midden in het dorp worden geparkeerd. Nou leeft Fuseta van toerisme en als je dan iets niet moet hebben op een maagdelijk strand met zonnebadende katholieke Portugese bakvissen, is het een peloton ongeschoolde mohammedaanse testosteronbommen die nog nooit een meisje in bikini hebben gezien.
Eind goed, al goed want de Syriërs weigerden naar Portugal te komen. Ze vonden het een arm, onbeschaafd en aggenebbisj rotland, met smerig haram eten, weinig zon & cultuur en ze stoorden zich vooral aan de alom aanwezige kwetsende en respectloze Jezusbeelden en Jezusafbeeldingen.
Ik ben een keer of vijf in Syrië geweest en je kunt er lekker hummus vegen maar ik zag vooral dat die gribus niet snel een Nobelprijswinnaar, een hersenchirurg of een raketgeleerde zou voortbrengen, laat staan een fatsoenlijke parodontoloog.
De Syriërs in kwestie wilden naar Duitsland en om ze niet schofferen werden ze op hun wenken bediend. Nu wonen ze allemaal aan de Kurfürstendamm. De Portugese hotemetoot die verantwoordelijk was voor deze schandalige mensenhandel, zag een vette vluchtelingenbonus aan zijn neus voorbij gaan.
Aan de patriottische leus Deus patria e familia heeft Chega trabalho toegevoegd: werk. Wat ik charmant vind aan de club, is hun onvoorwaardelijke steun aan Israël en hun eis dat de Portugese ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem verhuisd.
Chega is erg populair in rurale gebieden als de Algarve en de Alentejo en in de arbeiderstad Setubal, waar veel teleurgesteld links werkvolk woont. Chega, de derde partij van Portugal, heeft geen enkele burgemeester, net als de PVV in Nederland. Ik ken inmiddels een aantal gestaalde kaders van de partij, vriendelijke bonvivanten (een soort gezellige Vlaams Belangers maar dan heel rooms) en ben benieuwd naar hun partijcongres in Santarem, waarvoor ik, Arie Pos en Geert Wilders zijn uitgenodigd.
volgende week een vlammend verslag van uw razende rechtse reporter!
Reaguursels
Dit wil je ook lezen
Arthur van Amerongen - Moslims zijn niet zielig
Tante Tuur is boos (tevens: Stamcafé)
Arthur van Amerongen - Hoerenman
Soep van de Week, teven Stamcafé
GeenStijl-columnist interviewt GeenStijl-redacteur over overstap naar GeenStijl in het Stamcafé
Wij van GeenStijl vinden GeenStijl ook erg goed
De Bolle Gogh: een bruisende biografie over de Hemelse Roker
De Bolle Gogh is een rollercoaster. De biografie dendert bijna 700 pagina’s onvermoeibaar door, net als het leven van Theo. Ik ben van dezelfde generatie als Theo en het boek is een feest der herkenning voor iedereen die met name de jaren tachtig in het - toen nog - zo lekker gore Amsterdam heeft meegemaakt.
Arthur van Amerongen - Soep van de Week: Eric Smit en Akwasi verklaren de oorlog aan Musk
Nieuw op GeenStijl: Arthur van Amerongen soept door de hete teeks van deze week in zijn nieuwe rubriek Soep van de Week, vandaag tevens ook Stamcafé. Vanaf nu: iedere week!