Helper whiteys heel hard in poes geraakt door 'grofgebekte' Herman Brusselmans
Herman Brusselmans zegt 'neger', Alma Mathijsen en Bregje Dinges verlaten zaal
U kent het doodvermoeiende pak dubbelvla (maar dan met heel weinig bruin) Alma Mathijsen hopelijk niet, maar hij is een matig getalenteerd 'tampontypiste' met een heel hoog havermelkgehalte en een lading zand op precies de verkeerde plekken, wat hartstikke mooi is voor Alma Mathijsen; jammer genoeg worden anderen er (gelukkig niet zo heel vaak) mee geconfronteerd. Over Alma Mathijsen schreef Arjan Peters (*) aanvankelijk dat haar verschrikkelijke schrijfstijl 'bakvis' en 'onbeholpen' was en pardoes was het zogenaamd heel erg goed, dan weet u wel wat er tijdens de lunch is gebeurd qua uitdelen van superdikke ballen van de Volkskrant. Alma Mathijsen is een spierwitte Atlas die samen met een roedel dinnetjes de Schuld van Afrika op haar rug draagt en als er ergens een achterkleinzoon van de neef van een slaaf zijn teen stoot, sterft er een stukje Alma Mathijsen, voor zover ze nog niet hartstikke dood is. Van totale dementor Bregje Hofstede heeft ook nog nooit iemand met gevoel voor humor gehoord, maar na een beetje Googelen vonden we: "Mijn krantenabonnement heb ik laatst opgezegd, ik vond het heftig het wereldnieuws op je ontbijtbord te hebben." Dan heeft u ook genoeg informatie over háár pindakaas-hagelslag-gehalte. Voorts zijn we maar matig geïnteresseerd in de wandel van Bregje Dinges dus dan maar zo: "Zij is een mentaal doodziek kuiken dat zich uitgeeft voor heteroseksueel maar ze is every inch a butch, met haar opgeschoren nekhaar, haar snor en de legerkisten aan haar plompe poten. Ze is een tietloos factotum, een ontwijfde minkukel, die in Nederland een soort van speerpunt is voor de kwakkelende woke-generatie. Ze schrijft onleesbare columns voor het praktisch niet te ontcijferen internetblad De Correspondent en ze is frontwijf van De Bovengrondse, een feministische club die zich inzet, zoals feministen meestal zonder resultaat doen, voor de rechten van de vrouw. (...) Weet je wat het is? Zo’n Bregje Hofstede verlangt ernaar om ‘ns heel hard in de flamoes te worden gebuffeld door een echte man als ik. Maar tevoren moet ze wel haar snor afscheren."
ENFIN. Herman Brusselmans dus, van bovenstaande omschrijving. Hield tijdens een literair avondje elkaar helemaal kapotpijpen een voordracht over een nieuwe James Bond. "Brusselmans gaf aan dat volgens hem alles bespreekbaar is en noemde bijvoorbeeld een zwarte, lesbische actrice een mogelijkheid. Hij gebruikte een keer het n-woord en dat was voor Bregje Hofstede en Alma Mathijsen het moment om de zaal te verlaten." Vermoedelijk staat het n-woord voor neger, maar misschien staat het ook wel voor neuken, nazisme of gewoon een keertje normaaldoen, allemaal dingen waar Alma Mathijsen en Bregje Dinges vrij veel moeite mee hebben. DIT is dus de Stand van het Literaire Land. Van de hemeltergende middelmaat, het elkaar zelf verzonnen kruisjes opspelden en dan met twintig spierwitte wijven in de hoek van de hal wijzen naar de rest van 't land, waar iedereen gewoon bier drinkt en normaal doet. Die Stand van het Literaire Land kunnen we natuurlijk nooit mooier en gracieuzer duiden dan onze vroegere vrind Zentgraaff - en het wordt verdorie alleen maar actueler.
"Het heeft er alle schijn van dat de vrouwen al lang gewonnen hebben in de literatuur (een pyrrhusoverwinning, want niemand leest meer, er zijn bijna geen boekwinkels meer over en de uitgevers lijden een kwijnend bestaan), dus waarom dan toch weer de strijd? Het lijkt erop dat het gewoon een traditie geworden is, een makkelijke en voorspelbare vorm van activisme, een beetje zoals dat linkse studenten in Amsterdam gaan demonstreren tegen vanalles omdat het aktivistenwereldje voor hun een soort vervangende studentenvereniging is. Diversiteit is voor demense in Letterland een beetje als Harleys voor Hell's Angels: doe je er niet moeilijk over, dan hoor je niet bij de club. Het lijkt er ook niet op dat de vrouwen uit de Rest van Nederland (die het leespubliek vormen) ook erg geïnteresseerd zijn in al die identitaire feministische discussies, want kennelijk lezen en kopen ze nog steeds liever Boze Witte Mannen. Het is een strijd die met de ogen op elkaar gericht is, als literaire klasse: de gewone lezer in het land geeft kennelijk geen fuck om het feit dat mensen binnen de A10 elkaar de maat nemen over hun juiste positie in de Grote Strijd tegen de Witte Man. Dan kan het meningenkartel wel met man en macht zo'n Simone van Saarloos pushen (die met de De vrouw die... een wondertje van politiek correct zeikdenken schreef) - Zomergast, interview in alle kranten - maar komt zo'n boek toch nauwelijks aan de man, omdat mensen nu eenmaal niet zo geïnteresseerd zijn in het Sowjetrealisme van de deugende klasse (...) Dat die tampontypistes dan maar de frustratie over hun slechte verkopen en de weerbarstige dominantie van de diepe bas als stem in de literatuur uitventen in postmodern gekrijs blijft fascinerend voor de halve buitenstaander. Het literaire wereldje blijft een soort terrarium voor afgunstige alcoholisten, voor bozige bezigheidstherapieschrijfstertjes en voor linkse lutsers zonder clue die de hele dag bezig zijn met de geestdodende orthodoxie van de postmoderne tijd, die al hun gebrek aan erkenning en succes omzetten in platgetreden "systeemkritiek"."
Fin.