Geenstijl

Minder, minder, minder? De voorkeur voor de PVV in diverse buurten https://t.co/j05b8PMcqu

— Stuk Rood Vlees (@StukRoodVlees) 31 januari 2017

Interessant artikel op de site van de momenteel anders beziggehouden politicoloog Armen Hakhverdian. Al tijden lees je in de minder geleerde krantenkolommen namelijk twee tegenstrijdige verklaringen voor het succes van Wilders: de ene kant roept dat IEDEREEN DIE PVV STEMPT HEP NOG NOOIT EEN MARREKAAN VAN DICHTBIJ GEZIEN en de andere kant JA NATUURLIJK STEMP IEDEREEN PVV KOM DOOR AL DIE MARREKANE. Nou hop, Joran Laméris, Michael Savelkoul, en Jochem Tolsma dat uitzoeken. Wat blijkt? De andere kant heeft gelijk: als er in een buurt meer dan 15% niet-westerse-migratie-achtergrondiërs wonen, is de kans groter dat de inwoners van de autochtoonse persuasie meezingers met Annemiek zijn. "Juist deze stemmers hebben het idee dat hun buurt erop achteruit is gegaan door de komst van minderheden. Deze ervaren (of gepercipieerde) etnische dreiging is een sterke voorspeller voor de steun voor de PVV, en radicaal-rechtse partijen in het algemeen (zie bv. deze studie). Behalve meer dreiging, is er in buurten met meer niet-westerse minderheden ook meer positief interetnisch buurtcontact. Hoewel eerder onderzoek heeft aangetoond dat positief interetnisch contact negatieve houdingen ten opzichte van etnische minderheden kan verminderen (zie bv. deze studie), vinden wij nauwelijks bewijs dat het interetnische buurtcontact de steun voor de PVV dempt." Oftewel: reuze leuk dat die meneer van de Turkse supermarkt altijd zo vriendelijk hallo zegt, maar als je dochter een keer wordt bespuugd door hanggroepjongeren, dan geeft dat laatste de doorslag. Stukkie nuance want zo zijn wij: in de meeste buurten (5 op de 6) wonen MINDER dan 15% niet-westerse allochtonen. En ook in die buurten stemmen mensen toch echt wel eens op de PVV. "De etnische samenstelling van de lokale woonomgeving is dus niet de verklaring voor het electorale succes van de PVV." Weet u dat ook weer.