GS Collage Tour 6 - Zwart als Roet
GeenStijl Historisch Verantwoord! We hebben een zomercolumnist weten te strikken met een bijzondere reputatie op het gebied van cartoons & spotprenten. Deze zomer is Kris Wellen onze eenmans interredactionele werkgroep cartoonduiding, om te laten zien dat het jankeballen over 'kwetsende cartoons' van nu, volstrekt verbleekt bij de hardheid, scherpte en ferme beledigingskracht van historische cartoons over slavernij, religie, koningshuizen en de vrijheid van meningsuiting. Klas, pak een kladblok en je kleurpotloden. We gaan weer wat leren vandaag! Ditmaal gaat het over roetzwarte kindslaafjes.
Bovenstaande Engelse spotprent uit 1801 toont een boze Franse kapper die een grijnzende schoorsteenveger toespreekt. De schoorsteenveger is nog in opleiding en draagt een koperen plaat met de naam van zijn meester. Morbieu! You black Devils! see have You make black all my Jacket! How I can go to dress my Lord? for what you not wear white Clothes, aldus de kapper. De schoorsteenveger is niet onder de indruk. Hij wijst op zijn linkerarm en riposteert: Look ye here, d n You! what Youve done you French Frog I shant be able to get the White out for Six Months to come. Om de grap te begrijpen, is het noodzakelijk te weten dat rond 1800 nog altijd pruiken werden gedragen en dat die pruiken door kappers werden gepoederd.
De Romeinen stookten al met steenkool om water in badhuizen te verhitten, maar het duurde nog tot de veertiende eeuw voordat Engelse woonhuizen er mee werden verwarmd. Toen ontbossing de Engelsen dwong af te stappen van hout en houtskool nam het gebruik van steenkool een grote vlucht. In de zestiende en zeventiende eeuw werd het principe van haard, schouw en rookkanaal ontwikkeld zodat via het fenomeen trek de haard bleef branden. In het gemetselde rookkanaal werd as en roet afgezet. Om trek te bevorderen en schoorsteenbranden te voorkomen was het van belang het rookkanaal schoon te houden, vandaar de opkomst van een beroep als schoorsteenveger. In de achttiende eeuw was de schoorsteenveger een alledaags verschijnsel en zijn er veel spotprenten gemaakt rond het thema schoorsteenvegen.
Omdat kinderarbeid volstrekt normaal was, had een Meesterschoorsteenveger apprentices (leerlingen) in dienst die door de uiterst krappe rookkanalen moesten kruipen om as en roet te verwijderen. De meeste apprentices waren weeskinderen en vaak jonger dan acht jaar. Als loon kregen de stumpertjes kost en inwoning bij de Meesterschoorsteenveger. Wanneer apprentices deze gruwelijke vorm van kinderarbeid overleefden stikken of levend verbranden kwam regelmatig voor ontwikkelden ze op latere leeftijd kanker.
In 1819 verscheen The History of Poor Bob, the Chimney Sweeper van de schrijfster Maria Edgeworth. Het door de cartoonist George Cruikshank geïllustreerde pamflet over de teloorgang van het schoorsteenvegertje Bob werd aangeboden aan de Society for Superseding the Necessity of Climbing Boys. Voor een goed begrip: het fruitige jongetje Pretty Bob is hier aangekleed als een meisje, zoals destijds de gewoonte was. Bandy Bob betekent kromme Bob.
Reeds in 1760 waren er Britten die zich het lot van apprentices aantrokken maar een wetsontwerp (uit 1788, dat de minimumleeftijd op acht jaar stelde, werd niet ingevoerd. Een wet die wél werd ingevoerd de Chimney Sweeps Act van 1834 werd niet nageleefd. Evenmin als de aangepaste Chimney Sweeps Act van 1840. In 1864 werd de Chimney Sweepers Regulation Act door het Britse parlement aangenomen, maar ook deze wetgeving bood geen soelaas. Pas in 1875 werd met de Chimney Sweepers Act, die de politie dwong op te treden, een einde gemaakt aan de wantoestanden.
De toenemende Engelse verontwaardiging aan het einde van achttiende eeuw over slavernij die uiteindelijk in 1833 werd afgeschaft staat in schril contrast met het gebrek aan parlementaire steun voor afschaffing van kinderarbeid. Met als argument dat er geen apparaten bestonden die het door schoorstenen jagen van kinderen overbodig zou maken, hebben de Engelsen dus letterlijk vuile handen gemaakt.