Feynman en/of Feiten - Alles ist vorbei
Vorige week gaf het IMF ons kabinet een onvoldoende voor de hypotheekschulden van jongeren, en hekelde het de nadelige effecten in ons pensioenstelsel voor jongeren. Deze grafiek des doods laat keurig zien hoe diep de put is. Waar Duitsland de individuele consumptie met 15% zag stijgen tussen 2008 en 2013, zag Nederland die met 7% dalen. Alleen Griekenland en Cyprus verschrompelden sneller sinds de kredietcrisis. Waarom presteren Rutte & Asscher een kwart slechter dan Merkel? Al gelang welke politiek gekleurde statistische bron je pakt, is nu ongeveer 49,8 % van alle Nederlandse uitgaven via de schatkist. Dat percentage verschilt per berekening, want in de miljoenennota ontbreekt immers nogal wat gedwongen winkelnering bij zorgverzekeraars, waterschappen en halve & hele overheidsinstellingen. Laten we het schatten rond de helft. Naar goed Westers gebruik groeit onze staat sneller dan de economie die haar draagt. Deze buitengewoon dominante positie geeft ook enorme verantwoordelijkheden. De Nederlandse economie volgt niet alleen wereldwijde conjunctuurbewegingen, maar ook de waan van de dag van een marktpartij die de helft van de nationale omzet in beheer heeft: de overheid.
Helaas zie je een soort tunnelvisie op de miljoenennota, met de koopkrachtplaatjes als product en sluitpost. Terwijl die koopkracht de omvang van de economie is, en dus het fundament onder de belastingafdracht. Een fundament wat volgens het IMF bij een complete generatie in het veen aan het wegzakken is. Jongeren kunnen niet tegelijkertij hun schulden betalen én de motor onder de economie zijn.
Het is vreemd dat in Nederland politici niet worden gekielhaald op de uitblijvende economische groei, terwijl aan de andere kant van de tijdelijke grens zo compleet anders gepresteerd wordt. Duitsland is ook maar onderdeel van dezelfde wereld en dezelfde economische ruimte. Met een vergelijkbare cultuur, opleidingsniveau, arbeidsethos, rechtsstaat en financieel klimaat. Even wat kapotte categorieën van naderbij bekijken:
1. Arbeid laat zich niet centraal aanjagen
Waar Duitsland haar werkloosheid zag kelderen van 7,5% naar 5% sinds 2008, zag Nederland deze ruim verdubbelen van 2,6% naar 7%. De échte werkeloosheid telt in beide landen een veelvoud. Waar Duitsland geniet van extra productie, lonen en belasting, zien we hier veel meer arbeiders bij het UWV voor gratis geld, lege fabrieken en een gat in de rijksbegroting. Hier gaat Nederland failliet.
Je kan bij dergelijke cijfers gewoon beter ophouden met regeren, terugkeren naar de Kamer en bewezen oplossingen uit andere landen gaan importeren. Ieder ander debat is het negeren van een acuut hartinfarct. Zeker gezien tekorten aan personeel in specifieke sectoren en langdurig openstaande vacatures. Het aanbod van arbeiders ontmoet de vraag naar werknemers niet meer.
2. Verkeerde afwegingen in het onderwijs
Commerciële onderwijsinstellingen duiken met glanzende folders op risicoloze studies met weinig kosten en gegarandeerde rijksbetalingen. Dat de studenten worden opgeleid voor een uitkering, daar voelen ze niets van. Kansen voor mbo-niveau 2 & 3 zijn sinds de crisis gehalveerd. Overheden en bedrijfsleven falen erin het simpele werk in de maatschappij simpel te houden.
Nederland voert pas een numerus fixus in voor een opleiding als de docenten op zijn. Niet op het moment dat er eigenlijk vanuit de samenleving geen behoefte bestaat voor soms de gehele productie van bepaalde opleidingen. En langdurig werkelozen krijgen wél een budget in de re-integratiemaffia, maar géén tweede opleiding bij een geaccrediteerde instelling voor scholing in een richting waar wel werk in te vinden is.
3. De zorg als voorbeeld voor falend totaalvoetbal
Het kabinet zou vanuit de samenleving als geheel moeten denken, omdat de staat die zij besturen dat bij benadering al bijna is. Eerst een probleem zo effectief en goedkoop mogelijk tackelen, en later pas nadenken of dat onder de vlag van de staat, het bedrijfsleven of het volk moet. Nu zien we eerst de rekening exploderen, om daarna elkaar de tent uit te vechten wie het moet betalen.
Het maakt niet uit of we onze zorg direct, via de inkomstenbelasting, het ziekenfonds of een zorgverzekeraar betaal. Nederland heeft alle vier die systemen gekend. En ongeacht welke we hanteerden, langzaam gingen we steeds meer indirect betalen, dus bureaucratisch en met minder controle en overzicht. Dat staat echter los van het feit dat we technisch meer zorg kunnen & willen leveren. De reeks stelselwijzigingen raken het probleem niet.
Staat, speel nou eens op de bal
Te vaak worden we afgeleid door tijdelijke stimuleringsmaatregelen, die wanneer ze ook echt gebruikt worden overhaast weer worden afgebroken. Zuinige auto's, kinderopvang, het toeslagencircus en dergelijke. Een heleboel beleidsvorming, bureaucratie en uitvoering, om aan het eind van de rit vooral kapitaalvernietiging en een onbetrouwbare overheid te hebben in wat eigenlijk marginale dossiers zijn.
Op dossiers die procenten werkgelegenheid kosten, zoals unieke jarenlange doorbetaling bij ziekte, enorme belastingdruk op arbeid en verkeerd of gebrekkig onderwijs, is geen enkele progressie zichtbaar. Dat het geld kost om de problemen op te lossen, is geen argument. Het is namelijk hoe dan ook dúúrder om het probleem te laten escaleren. Duitsland kiest anders dan Nederland en heeft niet eens een begrotingstekort.
Werkgelegenheid is maar 1 stapje opzij van een houdbare staatsschuld, een begrotingstekort en al die andere financiële krachttermen. Vanuit een liberale agenda moet er veel meer werk aangeboden worden, vanuit een sociale agenda moet er veel meer werk gedaan worden. Beide ideologieën falen tot een tastbaar resultaat te komen. Dit Nederlandse resultaat viert haar verjaardag op 7 juli 1974: totaalvoetbal, zonder winst.