VrijMiBo van Erven Dorens
Little Lamb, who made thee?
Dost thou know who made thee?
Gave thee life & bid thee feed
By the stream & o’er the mead;
Gave thee clothing of delight,
Softest clothing, wooly, bright;
Gave thee such a tender voice,
Making all the vales rejoice?
Little Lamb, who made thee?
Dost thou know who made thee?
Little Lamb, I’ll tell thee,
Little Lamb, I’ll tell thee:
He is callèd by thy name,
For he calls himself a Lamb.
He is meek, & he is mild;
He became a little child.
I a child, & thou a lamb,
We are callèd by his name.
Little Lamb, God bless thee!
Little Lamb, God bless thee!
Prettig weekend. En be nice.
Een engeltje pist over de VrijMiBo
Come to me when grief is over,
When the tired eyes,
Seek thy cloudy wings to cover
Close their burning skies.
Come to me when tears have dwindled
Into drops of dew,
When the sighs like sobs re-kindled
Are but deep and few.
Hold me like a crooning mother,
Heal me of the smart;
All mine anguish let me smother
In thy brooding heart.
Prettig weekend. En be nice.
VrijMiBo met wijn & sigaretten
Te leven in een tijd
Waar niets meer waarde
Heeft dan geld is als
Boksen in de hel zonder
Helpers en zonder bel
Je stoot je leeg en in-
Casseert zonder één se-
Conde rust want voor je
Het weet is het gebeurd
En zit je op je reet
De strijd is zwaar en
Zonder zin want uitein-
Delijk is er maar één
Die gaat strijken met
De winst en dat is Hein
Dus boks gerust maar
Vergeet nooit dat wie
Het ook is je altijd met
Je tegenstander in het-
Zelfde schuitje zit
Prettig weekend. En be nice.
De Uil van VrijMiBo
I sing the glorious Power with azure eyes,
Athenian Pallas! tameless, chaste, and wise,
Tritogenia, town-preserving Maid,
Revered and mighty; from his awful head
Whom Jove brought forth, in warlike armour dressed,
Golden, all radiant! wonder strange possessed
The everlasting Gods that Shape to see,
Shaking a javelin keen, impetuously
Rush from the crest of Aegis-bearing Jove;
Fearfully Heaven was shaken, and did move
Beneath the might of the Cerulean-eyed;
Earth dreadfully resounded, far and wide;
And, lifted from its depths, the sea swelled high
In purple billows, the tide suddenly
Stood still, and great Hyperion's son long time
Checked his swift steeds, till, where she stood sublime,
Pallas from her immortal shoulders threw
The arms divine; wise Jove rejoiced to view.
Child of the Aegis-bearer, hail to thee,
Nor thine nor others' praise shall unremembered be.
Prettig weekend. En be nice.
Lieve VrijMiBo
Zie je ik hou van je,
ik vin je zo lief en zo licht -
je ogen zijn zo vol licht,
ik hou van je, ik hou van je.
En je neus en je mond en je haar
en je ogen en je hals waar
je kraagje zit en je oor
met je haar er voor.
Zie je ik wou graag zijn
jou, maar het kan niet zijn,
het licht is om je, je bent
nu toch wat je eenmaal bent.
O ja, ik hou van je,
ik hou zo vrees'lijk van je,
ik wou het helemaal zeggen -
Maar ik kan het toch niet zeggen.
Prettig weekend. En be nice.
Hou je bek en VrijMiBo
He put the Belt around my life
I heard the Buckle snap —
And turned away, imperial,
My Lifetime folding up —
Deliberate, as a Duke would do
A Kingdom's Title Deed —
Henceforth, a Dedicated sort —
A Member of the Cloud.
Yet not too far to come at call —
And do the little Toils
That make the Circuit of the Rest —
And deal occasional smiles
To lives that stoop to notice mine —
And kindly ask it in —
Whose invitation, know you not
For Whom I must decline?
Prettig weekend. En be nice.
VrijMiBo met bier en borsten
Smooth it glides upon its travel,
Here a wimple, there a gleam--
O the clean gravel!
O the smooth stream!
Sailing blossoms, silver fishes,
Pave pools as clear as air--
How a child wishes
To live down there!
We can see our colored faces
Floating on the shaken pool
Down in cool places,
Dim and very cool;
Till a wind or water wrinkle,
Dipping marten, plumping trout,
Spreads in a twinkle
And blots all out.
See the rings pursue each other;
All below grows black as night,
Just as if mother
Had blown out the light!
Patience, children, just a minute--
See the spreading circles die;
The stream and all in it
Will clear by-and-by.
Prettig weekend. En be nice.
VrijMiBo aan het Kruis
Wij sloegen hem aan 't kruis. Zijn vingers grepen
Wild om de spijker toen 'k de hamer hief -
Maar hij zei zacht mijn naam en: 'Heb mij lief -'
En 't groot geheim had ik voorgoed begrepen.
Ik wrong een lach weg dat mijn tanden knarsten,
En werd een gek die bloed van liefde vroeg:
Ik had hem lief - en sloeg en sloeg en sloeg
De spijker door zijn hand in 't hout dat barstte.
Nu, als een dwaas, een spijker door mijn hand,
Trek ik een vis - zijn naam, zijn monogram -
In ied're muur, in ied're balk of stam,
Of in mijn borst of, hurkend, in het zand,
En antwoord als de mensen mij wat vragen:
'Hij heeft een spijker door mijn hand geslagen.'
Prettig weekend. En be nice.
Andere VrijMibo
Zaterdagochtend is het en verdacht
dinamies in de stad.
Ik ben vrij.
Om te rijden.
Om een bezoek af te leggen. Aan wie
ik wil.
Waarheen
ik wil.
Waar
ik wil. Ik haast mij, want haast
- maar een brug, een onmogelijke brug is dat
niet verdacht dinamies?
En kranig (?)
Stervenslangzaam passeert er 1 elevator.
Tarwe barst los in een ruim.
Een indruk
waaraan ik me niet kan onttrekken:
bepaalde personen worden op mijn weg bepaald vijandig
aan mijn oog onttrokken.
(Ik zie het met andere ogen:
dezelfde stad,
hetzelfde solide reisdoel
met andere ogen.)
Maar ik dwaal af. Ik bedoel
dit: ik heb zo mijn waterdichte dagdroom
en ben serieus onthutst
door het plotseling kalmeren van mijn pedalen.
Prettig weekend. En be nice.
Gebruikelijke gang van VrijMiBo
This is what it's like:
you sit in the white room
singular, knees together
arms over your head
to break the noise from the radio
that is false as a drunk's promise
to loan you his car next week.
Of course next week never comes
lies continue, nobody disbelieves them
but some are ready for the real story
the young man involved breaks her tired heart
it's the usual: spilt liquor,
broken dishes, wrecked cars.
Prettig weekend. En be nice.