Verkoelende VrijMiBo
Wie kent zichzelf?
ga zitten in een nieuw gewelf
en neem een korte, scherpe stift
die voor de drift en 't vliegend weer
van het gevoel niet aanstonds zwicht;
die wachten kan tot 't vergezicht
en 't donker landschap van de ziel
naar alle zijden openligt
onder het koopren avondlicht.
en als dan vogels zonder tal
zijn neergestreken in uw dal,
ga dan op reis, en laat uw
schaduw achter in de zaal.
vertel geen mens het doel van uwe reis;
hoevelen onzer zijn al niet bezweken
door 't heilloos en voortijdig spreken
van Londen en Parijs -
vertrek, verdwijn spoorloos naar nieuwe streken.
wees van binnen vuur, van buiten ijs.
Prettig weekend. En be nice.
Met Het Oog Op De VrijMibo
A woman's face with nature's own hand painted
Hast thou, the master-mistress of my passion;
A woman's gentle heart, but not acquainted
With shifting change as is false women's fashion;
An eye more bright than theirs, less false in rolling,
Gilding the object whereupon it gazeth;
A man in hue, all hues in his controlling,
Which steals men's eyes and women's souls amazeth.
And for a woman wert thou first created,
Till nature as she wrought thee fell a-doting,
And by addition me of thee defeated
By adding one thing to my purpose nothing.
But since she pricked thee out for women's pleasure,
Mine be thy love and thy love's use their treasure.
Prettig weekend. En be nice.
Oase vol VrijMiBo
Een ster: een klompken ijs tussen mijn hete tanden...
Terwijl ge onzichtbaar zijt, o zee, die naauwlijks hijgt;
terwijl mijn hart gelijk een oude zuster zwijgt,
komt deze stipte oneindlijkheid mijn lippen branden
- Mijn nachten waren ene mand vol droom aan droom;
mijn dagen, 't vast getal der appelen die zwellen
in elken boom-gaard en aan elken zwaren boom.
Ik had geen vingeren om mijn weelden aan te tellen.
Thans: ijlt'. De tijd is guur en onberoerd. De tijd
is als de kille en dorre zee, die zwoegt noch krijt.
Ik ben alleen; ik pers mijn strakke lippen samen
op eenzaam deze grote sterre, die ze bijt.
Prettig weekend. En be nice.
VrijMiBo met de dommen
De mensen dóen, maar weten niet waaróm
Zij doen, en zitte' in hun eentjes te wegen,
Hoe zij het meeste van het leven kregen,
't Leven dat langs hen gaat en ziet niet om, -
Hopen en haken of er níet wat kom,
Voelen hun hartjes van blijdschap bewegen,
Stil in hun lekkere bedjes gelegen.....
Maar áls 't wat geeft, dan houden zij zich dom:
Dan kijken ze uit een paar onschuldige oogjes,
Willen niet, maar willen wel, en zijn zo bleutjes....
't Leven zegt: 'zo!..' en neemt het weer weerom.
O, geef elkaar zo even maar wat droogjes
Oogjes en schuintjes en vriendelijke peutjes,
O, mensjes lief, wat zijn wij allen dom!
Prettig weekend. En be nice.
Anachronistische VrijMiBo
De schrille voorjaarsavondstad onttreden
Volg ik de donkere, verlaten straat,
- Door de' armen drom van 't klaterfeest gemeden -
Die naar de nachtelijke kaden gaat.
De dag is henen en zijn zwaarte is henen.
- Het luide en snelle leven, was dat hier?
Nu is er slechts een door de maan beschenen,
Verheerlijkt zeewaarts-stroomende rivier.
En een gedachte is als diep ademhalen
In de benauwenis des daags gedaald:
Hoe dat ik lang verworpen moest verdwalen
In leven, dat naar geen verlossing taalt,
Om ouder nu, maar de eendere, te komen
Tot dit zwart water, dezen reinen schijn,
En te beseffen, dat de vroege droomen
Achter de jaren niet gestorven zijn.
Prettig weekend. En be nice.
Het Sommetje van de VrijMiBo
Het slechte vergeet de mens en
het goede vergroot-ie,
en je telt gewoon alles op.
Dat zeg jij, zegt zij, maar zo werkt het niet,
niet bij mij.
Welnee, toen wij zogenaamd heerlijk
in het gras lagen, zegt zij, lagen we in scheiding,
dat zeg je er niet bij.
En dat van Madurodam is ook niet zo gegaan.
En die liefjes van jou
zegt zij, en die van mij...
En die keren dat we toch weer
bij elkaar kwamen, zegt hij,
en gelukkig waren
- en hebben geschreid, zegt hij er niet bij -
je telt alles gewoon op
uiteindelijk.
Prettig weekend. En be nice.
Joehoe. Het wordt ZOMER
Zondag de file naar Zandvoort maar eens testen
Zon, zee en aangebrand vlees en dan niet per se het soort dat je op moet eten. Nog een paar dagen bikkelen en dan worden de nachten heter, de biertjes kouder en de vrouwen beter, de rokjes korter, de benen bloter en de broekjes groter - het wordt namelijk zomers warm, 26 graden op zondag. Dan kun je denken: ach ja, die weerkneuzen weten niet eens of het over een kwartier gaat regenen ja ofte nee en daar kan iedereen dan weer wat van vinden om vervolgens een heftige discussie te starten over de kwaliteit van die stramme Hiemstraoïden in ons land, maar onder de streep komt iedereen hier toch alleen maar voor de foto van de verkwikkende douche van de mevrouw na de klik.
VrijMiBo is onkruid
The living room
is in a burrowed mood, like a Diane
Arbus photo of a Christmas tree
with detonating gifts. Rhyme riffs
as jazz blares from the Batmobile, its edgy
tires swiveling the avenues. To carry a sign,
to be real, to wait and see, to multiply
the options of acute anxiety,
is as quotidian as the moon outside the living
room that has now become a monochromatic square,
the election served on TV trays
like a granite biscuit. Who can eat?
Who can promise the ocean a deck chair,
a Frisbee? The margins of suffering squeeze.
Halos drop to the asphalt and ping
Vijf druppels VrijMiBo
It is all that I care for and it will not use me.
It is not to be shrugged off
so lightly. He went down in a fire of his own making
and if I could have stopped him I would have stopped him
or that could just be something I say to hide
what I really think which is that I don't know
what I really think and that too
If I could have stopped him I would not have stopped him.
I would have waited instead for the moment of impact
then cascaded down a heelworn stairway of stories,
each step a necessary murder, and told them all
what they wanted to hear, which is that it is not
their fault, that it could not be helped, and no man
would understand this better than myself
and me
VrijMiBo voor het volk der makkers
Ik die had kameraadschap uitgegeven
tot levenswachtwoord in mijn jong getij,
ik word nu door de makkers uitgedreven
en kan geen schred meer houden met hun rij.
Er is geen plaats in het broederlijk leven,
bij 't volk der makkers is geen plaats voor mij:
nu moet ik mij in d'eenzaamheid begeven
en hullen in herin'rings grauwe pij.
Daarom omfloerst nu waas van smart mijn ogen,
ik zie mij door de leege jaren zwerven
die liggen voor mij een verlaten veld;
en zie de bronnen van mijn kracht uitdrogen,
mijn hart verdorren in dit levend sterven:
ik had mijn zaak op broederschap gesteld.
Prettig weekend. En be nice.