GeenStijlus Botanicus (3). Toscaanse jasmijn, een vulploegmedewerker maar dan wel leuk
Uw favoriete tuinrubriek is terug
Belangrijke sociologisch-olfactorische constatering: sommige mensen gebruiken véél te veel parfum. Tijger, je bent Maikel uit Purmerend-Weidevenne en je verandert niet in Johnny Depp door je voorafgaand aan je shift bij de DekaMarkt voor te douchen met Versace Eros. Je bent een wandelende Airwick, Samantha wordt ook wel geil van Axe Africa en het enige oriëntaalse aan je geur is dat mensen oriëntaals onpasselijk van je worden. Het is ook altijd Versace, of Gucci (spreek uit: Gukkie) of Paco Rabanne, in het vliegtuig gekocht, terug van een weekend toeteren op Mallorca. Ruften in het vliegtuig, ruften in de metro, ruften in de supermarkt als de erwtjes op hun plek worden gezet, ruften ruften ruften. U ruikt het momenteel ook in ONZE tuinen, of bij een doodgewone wandeling door de wijk. Een zoetige, weeïge geur, maar dan wél leuk. En daar staat ze dan, in volle bloei, met haar glanzende huid, haar verleidelijke bloemen en haar door de Hand van God gecreëerde rondingen, als prime Katja Schuurman in de Oesters van Nam Kee. De Toscaanse jasmijn / sterjasmijn (Trachelospermum jasminoides) is de grote winnaar van uw tuin. Zet haar in de zon en ze doet niet moeilijk, een wintergroene kampioene en een winterharde koningin, en na een periode van bezinning komt ze altijd terug op het toneel, als een feniks uit de as. Mits ze een beetje tegen zichzelf in bescherming wordt genomen. De Toscaanse jasmijn, ze is uw nieuwe beste vriend.
GeenStijlus Botanicus (2). De roze ooievaarsbek, sjonge jonge wat een gezellige asielzoeker
Eerst de haagwinde, nu de roze ooievaarsbek
Beetje ingewikkeld verhaal maar die winterharde woekerlul van de foto hierboven is een geranium. Je hebt de Nederlandse geranium, u wel bekend omdat u erachter zit, maar die heet eigenlijk pelargonium wat lijkt op perineum maar dat is weer wat anders. Deze geranium met z'n lieflijke roze blaadjes is een échte (Latijnse) geranium al noemen wij 'm hier liever roze ooievaarsbek. Als Eric van der Burg een tuin had, stond-ie vol met de roze ooievaarsbek. De roze ooievaarsbek is namelijk een asielzoeker. Sjonge jonge wat een gezellige asielzoeker. Ineens staat-ie in je tuin, je kunt er helemaal niks aan doen. En dan denk je nog: goh wat een alleraardigste asielzoeker, fleurt de hele tuin op met z'n bloemetjes, hartstikke gezellig - het moment dat er allemaal leuke Syrische eettentjes worden geopend in de Kanaalstraat en je een paar keer bij de buren mag meevreten. Maar voor je het weet openen ze moskeeën, scholen, plekken waar de vrouwtjes niet mogen komen, worden al je andere inheemse plantjes omgevolkt en dan staan AL JE BORDERS vol met die godvergeten roze ooievaarscrack die zich maar niet wil aanpassen aan de normen en waarden VAN JOUW TUIN. Er is derhalve maar één oplossing: het sluiten van de borders. Sta je daar met je heggenschaar (eruit rossen aan de wortel is beter trouwens), komt de buurvrouw weer beppen. Goh wat een gezellige borderplantjes met die roze bloemetjes, roze ooievaarsbek welcome, vluchtelingen zijn ook planten, het is het tuinbeleid niet de vluchteling, u kent het allemaal wel. Het worden er echter steeds meer en steeds meer en steeds meer tot de roze ooievaarsbek je hele fucking tuin heeft ingepikt. En wat woekert er mee in het kielzog van de roze ooievaarsbek? Juist, de brandnetel, het humorloze extreemrechts in je perkje. Wel heel leuk dat vlinders allemaal kunstjes doen op de brandnetel, maar het zorgt voor een gepolariseerde botanische strijd van hebben we jou daar. Er zit dus maar één ding op, nu het nog niet te laat is: strenge regels voor de roze ooievaarsbek. Roze ooievaarsbek natuurlijk welkom, maar zéker geen spreidingswet en laten we het in godsnaam een beetje behapbaar houden met z'n allen. Immers, DE TUIN VOL = DE TUIN VOL.