Premature Vrijmibo
Ik, kleine slaaf van poëzie en taal,
mij was ter borst de eerste melk al schraal.
Zó droef, zó dun klonk 't moedermonds verhaal,
waar het kanon in doorklonk van Transvaal,
en zó vol tranen was het kleine lied
van bruut verraad en simpel boers verdriet,
dat, wat mij voedde, woord en melk en brood,
dit àl doortrokken was van dood en dood.
Prettig weekend. En be nice.
VrijMiBBBo
Een hoofd zo woest en ledig als het gruis
van 't pad, dat blind omhoog kruipt naar het huis,
waar in de holle en verschrikte kamer
't onnozel bloed kleeft aan de bitse hamer;
waar het hooghartig voorhoofd van de deur
en 't stuurs gordijn met de verbeten scheur
zien naar 't onthutst en half ontklede bed,
de houten stoel, gebroken in 't verzet,
en naar de wekker, naar de kleine nijd,
die driftig voortknaagt aan de dode tijd...
Zo hol, zo troosteloos als de hoge hoed,
die in de regen achter 't lijk aan moet;
zó ruïneus geblakerd en beroet
is 't brein, dat men met moord en doodslag voedt.
Prettig weekend. En be nice.
Vertrouwen in de VrijMiBo
Zó, voor zich heen, in 't donker zingen,
terwijl je niemand meer verwacht;
met sterren, die je brein omkringen
en leed, dat weegt, maar wordt veracht;
terwijl, onhoorbaar op haar zwingen,
de vleermuis de eenzaamheid verzacht,
kan 's morgens weer de leeuwrik zingen:
'Het is volbracht! Het is volbracht!'
Prettig weekend. En be nice.
VrijMiBo in het park
Alle banken hebben hun gelieven
aan de moede scheemring toevertrouwd.
En zij huiveren diep in eigen hout
sinds de minnenden zich stil verhieven.
Nacht en regen. Soms een roep door 't woud
van een duif en het onhoorbaar klieven
van het duister, dat zich slapend houdt
om de laatste liefde te gerieven.
Verder niets. De nacht en ik alleen,
eenzaam wandelend aan de rand der tijden,
zó verheugd en zó bedroefd meteen
om mijn voeten die een afscheid schrijden...
En de zachte regens om mij heen
of iemand ingehouden schreide...
Prettig weekend. And be nice.