'Hoog tijd om moedig te versoepelen'
Onlangs publiceerden we een paar coronalessen van inzender Anton van den Beukel. Hij zat wederom in de mail, en dit is wederom prima plaatsbare polemiek. Bij dezen, dus:
Joe Foyster receives a free haircut from Michael Douglas, whilst having a pint of Heineken at a pop-up hairdressing station at The Gregorian pub in Bermondsey, London on the first day that pubs and hairdressers re-open.
Hoog tijd om moedig te versoepelen
De versoepelingen zijn voorlopig weer van de baan. Heel verrassend is dat niet. Een aantal OMT-leden had in de afgelopen dagen al zijn veto uitgesproken. Volgens Andreas Voss komen eventuele versoepelingen een maand te vroeg. Marion Koopmans wist te vertellen dat we door nu te versoepelen in no time terug bij af zijn. En het hoofd van Diederik Gommers staat er nog niet naar. Bij de laatste stopzetting van de vaccinatie met Astra Zeneca kwam Marion Koopmans echter met een interessante redenering. Als we die redenering volgen kunnen we nu alles toch gewoon opengooien.
Op 2 april twittert Marion Koopmans dat de kans op trombose na vaccinatie met Astra Zeneca tussen de kans op overlijden door een aanval door een hond en de kans op overlijden door de bliksem in zit. Met andere woorden, de kans is zo ontzettend klein dat het fout gaat met een vaccin van Astra Zeneca dat je niet moet zeuren. Deze redenering is een variatie op het inzicht: ‘risico’s horen nu eenmaal bij het leven.’ En: ‘je moet voor- en nadelen tegen elkaar afwegen.’
Koopmans heeft met deze tweet natuurlijk helemaal gelijk. Het is onzin om een groter risico toe te laten omwille van het voorkomen van een kleiner risico. We zijn het ook gewend dat te doen. De meest ingrijpende beslissingen nemen we zonder ook maar een keer met onze ogen te knipperen. Het komt niet in ons op om al het verkeer stil te leggen om verkeersdoden te voorkomen. We vinden het vanzelfsprekend dat we dit verlies moeten pakken. Anders komt heel de samenleving tot stilstand en is het leed niet te overzien. Maar zo vanzelfsprekend is dat niet. Of beter: niet meer.
Het wordt interessant als we de cijfers van het aantal coronadoden in de groep mensen onder de 50 jaar nemen. In deze leeftijdsgroep zijn er vier keer zoveel verkeersdoden per jaar als coronadoden. Ook het aantal long-covid patiënten in deze groep is kleiner dan het aantal mensen dat met zwaar letsel in het ziekenhuis wordt opgenomen en vervolgens geruime tijd moet revalideren. Het komt niet in ons op om het verkeer stil te leggen. Maar corona is wel een reden om al het intermenselijk verkeer zo goed als te verbieden met alle gevolgen van dien.
Je kunt natuurlijk zeggen dat je elke dode die je kunt voorkomen moet voorkomen en dat we daarom de samenleving op slot gooien. Maar dat vinden we helemaal niet. In het afgelopen coronajaar zijn er ongeveer 16.000 coronadoden geteld. In hetzelfde jaar zijn er ook ongeveer 20.000 mensen overleden door roken. In het komend jaar zullen er naar verwachting zeker geen 16.000 mensen meer aan corona overlijden. Maar komend jaar kunnen we vrijwel zeker wel weer 20.000 rokersdoden bijschrijven. Dat vinden we blijkbaar prima. Want roken mag nog steeds. Wat het nog bijzonderder maakt is dat een verbod op roken de samenleving niet tot stilstand zal brengen. Het scheelt alleen wat belastinginkomsten.
Essay - Drie coronalessen voor de toekomst
\
Al bijna een jaar beheerst corona ons leven. Hoog tijd om terug te blikken. We zijn eindelijk aan het vaccineren. Het einde is in zicht. Toch kan het volgens het RIVM nog maanden duren voordat iedereen is gevaccineerd. Het is daarom ook goed om vooruit te blikken. Bevat de coronatijd tot nu toe lessen voor de komende maanden? Ik denk van wel.
De corona-aanpak van het afgelopen jaar kent (tenminste) drie belangrijke uitgangspunten:
1. We hanteren het voorzorgsbeginsel.
2. We houden de zorg overeind.
3. We lossen dit probleem samen op (‘samen tegen corona’).
Dit zijn redelijke uitgangspunten. Als het gaat om de praktische uitwerking van deze uitgangspunten is er echter ruimte voor verbetering. Voeren we deze verbeteringen door dan komen we goed uit deze crisis – en zijn we gewapend tegen nieuwe crises. Want de vraag is niet of, maar wanneer die komen. Hierbij drie coronalessen voor de toekomst.
**Het eerste uitgangspunt: het voorzorgsbeginsel
**Het kabinet en de ruime meerderheid van het parlement vinden het verstandig de corona-uitbraak met het voorzorgsbeginsel te lijf te gaan: we weten nog steeds weinig van dit virus en nemen het zekere voor het onzekere – ‘better safe than sorry’. Dat is een begrijpelijke en goed verdedigbare strategie. Al is het maar omdat het een strategie is die we ook in het dagelijks leven voortdurend toepassen. In de auto doen we onze gordel om. We stoppen voor rood licht. We kijken eerst naar links en rechts voor we oversteken. Het is verstandig om te proberen ongelukken te voorkomen.
Maar het voorzorgsbeginsel op zich is niet zaligmakend. Als we alleen daarop koersen, komen we zelfs tot niets. Ik ga ’s morgens met de auto naar mijn werk, ook al weet ik dat de kans bestaat dat ik door een verkeersongeluk om het leven kom. Uit angst voor een ongeluk kan ik natuurlijk besluiten voortaan thuis te blijven. Maar de kans dat ik dan mijn hypotheek niet meer kan betalen en al snel een huisvestingsprobleem heb, is levensgroot. En dat is nog maar het begin. Daarom laat ik het risico van een ellendig leven zwaarder wegen dan het risico van een voortijdige dood in het verkeer. Daarin sta ik niet alleen. We maken bijna allemaal dezelfde afweging en nemen bijna allemaal dezelfde beslissing. Sterker nog, als mensen uit angst voor een verkeersongeluk de deur niet meer uitkomen, zeggen we dat ze een angststoornis hebben.
In de praktijk plaatsen we steeds het evenredigheidsbeginsel naast het voorzorgsbeginsel: we wegen voortdurend risico’s tegen elkaar af. Daarbij houden we ons aan het gebod van Shaffy: ‘Mens durf te leven.’ Doen we dat niet, dan gaat alles op slot. Het is de paradox van ons leven: wie de dood buiten de deur probeert te houden, verliest het leven.
Vanuit dit perspectief bezien is onze houding ten opzichte van de corona-uitbraak in het afgelopen jaar opmerkelijk. Door onze radicale toepassing van het voorzorgsbeginsel ontwrichten we hele maatschappelijke sectoren; nemen we persoonlijk leed dat hierbij hoort op de koop toe (bijvoorbeeld schulden, stress en werkloosheid); beschadigen we onze sociale infrastructuur (bijvoorbeeld de kerkgemeenschappen, sportverenigingen en andere verbanden die gedijen bij de macht der gewoonte); onderbreken we de sociaal-emotionele ontwikkeling van jongeren (een ongeëvenaard sociaal experiment); verbreken we sociale bindmiddelen als trouwerijen, feesten en de kroeg; en schuiven wij grondrechten terzijde. Met dat we de dood buiten de deur proberen te houden, geven we het leven op.
De eerste les die het afgelopen jaar ons leert is daarom: pas het voorzorgsbeginsel niet toe zonder het evenredigheidsbeginsel. Blijf altijd risico’s tegen elkaar afwegen.