Safari Eurabia, of hoe Augurkjesman op fopsos door de siertuinen van Granada stiefelt
De Profeet van Molenbeek op op bedevaart voor Safari Eurabia. Vierde halte: Granada
Met een kater des doods lig ik languit op een bankje in een van die prachtige mohammedaanse siertuinen van het Alhambra in Granada. Bijna ijlend lispel ik een flard tekst van Darkness, dat opwekkende liedje van Leonard Cohen:
I've got no future
I know my days are few
The presence, not that pleasant
De afgelopen nacht, tijdens een epische kroegentocht met mijn maat Ivo Teulings, was ik nog een frisse, fruitige adonis en had ik sjans met mannen en vrouwen en zigeunermensen en Afrikaanse meneren die handelden in handgesneden portefeuilles en riemen en prachtige houten beeldjes van giraffen en nijlpaarden en andere eerlijke huisvlijt uit de Derde Wereld.
Ik vroeg aan zo’n Amadou of hij niets iets lekkers in de aanbieding had en toen stak hij zijn tong uit en daar lagen allemaal bolitas op, als eieren in een nestje. Ik vermoed dat de geheime negotie van de beste man bestond uit een mix van gemalen tl-buis met aspirine, in het beste geval aangevuld met manitol en wat lidocaïne voor de smaak. Zestig euro per gram kostte deze grap mij, met garantie tot aan de voordeur. Niet goed, geld weg. Maar in combinatie met een dozijn bellen Cuarenta Y Tres hielp die fopsos ons toch op de been.
We waren de dag optimistisch begonnen met een glazen ontbijt, bestaande uit drie copas Sol y Sombrade de man. Dan weet de kenner genoeg. En nu hier in het Alhambra, de Efteling van Andalusië, was ineens de man met de hamer gekomen, of beter gezegd: de kalief met zijn kromzwaard. Ik wist dat dit niet mijn dag zou worden toen ik bij het verlaten van ons appartement in Albaicín, de oude Moorse wijk, het ratelen van een rolkoffer verwarde met flamencogeklap.