MinPres over referendum: 'Wat wacht u al lang he?'
156 dagen al. Zo lang is het geleden sinds op 12 april de uitslag van het referendum van 6 april officieel bekrachtigd werd door de Kiesraad. En nog steeds weten de met 61% winnende tegenstemmers niet wat Rutte met de uitslag gaat doen. Woensdagavond was er een debat over de EU borreltop in Bratislava dan dit weekend, en Omtzigt stelde - als enige - een vraag of Hoe Het Nou Eigenlijk Zit Met Het Antwoord Op Dat Nederlandse Referendum. Maar zelfs D66 greep de kans aan om Rutte te vragen wanneer hij ein-de-ijk eens een antwoord geeft op de binaire vraag 'uitkomst accepteren en verdrag intrekken' of 'uitslag negeren en de nationale democratie doodverklaren'. De EU gaat het antwoord niet geven, want dat moet Rutte zelf doen van z'n dronken oom in Brussel. De MinPres kwam wel tot nieuwe inzichten: "De mensen die nee gestemd hebben bij het referendum, willen dat het verdrag niet in werking treedt." Potdorie zeg, die lauwe zomergast heeft het ein-de-lijk begrepen. Nou dat antwoord nog. Gelukkig zegt hij 156 dagen later dat "het niet te lang moet duren voordat het kabinet met een voorstel komt" over het (al dan niet) intrekken van het Associatieverdrag. Maar wanneer dan, dát weigert hij nog steeds te zeggen. CDA, SP en D66 werden keurig terug naar de wachtkamer verwezen - evenals 4.113.613 kiezers, waarvan vooral de 2.509.359 tegenstemmers zich elke dag een beetje meer geschoffeerd mogen voelen.
Stukje debatvideo. Hoop bureaucratentaal natuurlijk, maar Omtzigt legt Rutte in ieder geval het vuur nog ff goed aan de schenen over zijn uitgestelde antwoord op de uitslag van 6 april. Transcript van het Oekraïnegedeelte van het debat na de breek.
TRANSCRIPT VAN DEBAT-GEDEELTEN DIE OVER HET REFERENDUM GINGEN
TL;DR: "Ik weet het ook niet en ik heb meer tijd nodig" - Mark Rutte.
VRAAG:
De heer Omtzigt
[...] Tot slot over Oekraïne. Vijf maanden en één dag geleden hebben wij in deze Kamer een debat gevoerd over de uitkomst van het Oekraïnereferendum. Het kabinet vroeg ruimte. Die is wat mij betreft nu uitgebreid en zeer ruim genomen. Hoe staat het ervoor? Wat is de inzet op dit gebied tijdens de Europese top? Graag krijg ik daarop een reactie.
ANTWOORDEN
Minister Rutte:
Voorzitter. Ik zal een paar algemene dingen zeggen over Bratislava. Ik zal in het bijzonder ingaan op de vragen over brexit, het Stabiliteits- en Groeipact en veiligheid. De minister van Buitenlandse Zaken zal vervolgens ingaan op het MFK, migratie, grens- en kustwacht, defensie, buitenlandsezakenbeleid en klimaat en energie. Ik vond dat een goede verdeling: ik de hoofdlijnen en de rest voor de minister van Buitenlandse Zaken. Eerst zeg ik iets over de setting van de aankomende top. Uiteraard vindt die plaats ... o, is er nu al een vraag?
De voorzitter:
Mijnheer Beertema, de minister-president is net begonnen.
De heer Beertema (PVV):
Hij komt net met zijn indeling in kopjes. Kunnen we er ook een kopje Oekraïnereferendum bij doen?
Minister Rutte
Er is nog één vraag gesteld over het Oekraïnereferendum. Bij de Kamer is bekend wat de regering op dat punt doet. Uit het raadplegend referendum is een overtuigend "nee" gekomen. Dat onmiddellijk vertalen in het niet tekenen van het associatieakkoord dat heet geloof ik "een intrekkingswet indienen" zou er naar mijn absolute overtuiging toe leiden dat de andere 27 lidstaten gewoon doorgaan. Ze zullen een paar dingen juridisch moeten regelen, maar het kan dan gewoon doorgaan. Ik meen dat we de nee-stemmer dan geen recht doen, want die dacht dat het verdrag van tafel was, wat dan niet zo is. Ik vind dus dat we moeten bekijken of we met 28 lidstaten een inhoudelijk antwoord kunnen vinden op de bezwaren die naar voren zijn gekomen in de discussie in aanloop naar 6 april. De kans dat dit lukt, acht ik niet groot, zoals ik vaker heb gezegd. Ik denk dat de kans groter is dat dit niet lukt dan dat het wel lukt. De kans is dus nog steeds groter dat wij een intrekkingswet indienen dan dat het lukt een antwoord te formuleren, maar ik vind het wel waardevol om dat te proberen. Zo kun je met 28 lidstaten de zorgen in de maatschappelijke discussie in Nederland adresseren, zoals de vraag of het verdrag een pretoetreding was, wat meer geld erbij betekent en wat er gebeurt met corruptiebestrijding en defensiesamenwerking. Dan geven we een inhoudelijk antwoord op de uitkomst van het referendum. Ik denk dat we zo meer recht doen aan de nee-stem dan als we niet ratificeren en alles door zou gaan zonder Nederland. Dat proberen we dus.
Ik kan geen enkele voorspelling doen over de snelheid. Het is buitengewoon complex. We hebben te maken met een krachtenveld in Europa, en met Oekraïne zelf. Als er een uitkomst is en Oekraïne zegt niet meer te hoeven, moeten we daar ook rekening mee houden. We proberen het dus op een zo verstandig mogelijke manier te doen. Dat is een stap-voor-stapproces.
De heer Omtzigt (CDA):
Ik wil niet ingaan op het tijdstip, maar de premier zegt wel: als we nu onmiddellijk iets gaan doen. Dat zou dan na 150 dagen zijn. Dat is niet helemaal mijn definitie van "onmiddellijk". Als je belasting moet betalen aan staatssecretaris Wiebes en "onmiddellijk is 150 dagen" zegt, heb je wat dwangbevelen aan je broek hangen.
Ik werd getriggerd door een ander punt, namelijk dat de premier zegt dat het toch wel doorgaat als wij niet meedoen. Dit is een gemengd verdrag. Dat kan alleen van kracht zijn als de EU en al haar lidstaten op dit moment 28 en natuurlijk de andere partij, Oekraïne, het verdrag geratificeerd hebben. Als Nederland niet ratificeert, kan er binnen het Unie-framework, binnen het Unie-verdragsrecht niet eens een nieuw verdrag met Oekraïne afgesloten worden. Op basis van welke analyse zegt de premier dus dat dit associatieverdrag in substance, dus niet in de vorm, overeind blijft als Nederland een intrekkingswet zou indienen die door beide Kamers geaccepteerd zou worden?
Minister Rutte:
Op basis van het Fiscal Compact uit december 2011. Het VK weigerde mee te doen en uiteindelijk is, dacht ik, ook Hongarije afgehaakt. Toen het VK afhaakte, was het niet mogelijk om dat ding communautair te maken. Toen hebben we het intergouvernementeel gedaan. Dat kan nu ook. Ik denk dat de 27 andere landen het echt niet laten zitten als Nederland niet tekent. Die gaan met elkaar om tafel zitten en intergouvernementeel, precies zoals de heer Omtzigt het zegt, materieel 99,9% doen van wat er op tafel ligt. Dat is mijn politieke inschatting. Misschien heb ik ongelijk, maar ik denk dat die kans levensgroot is. Mijn opvatting is dat Jan Roos en alle andere nee-stemmers dan uiteindelijk een kat in de zak hebben gekregen, want zij hadden verwacht dat bij een nee-stem de hele zaak van tafel zou zijn. Daarom vind ik het waardevol te bekijken of de nee-stem inhoudelijk geadresseerd kan worden met 28 lidstaten. Nogmaals, of dat lukt zullen we moeten afwachten. Ik ben niet optimistisch.
De heer Omtzigt (CDA):
Ik snap het voorbeeld van het Fiscal Compact. Dat verdrag is inderdaad niet getekend door alle EU-lidstaten. Er zijn meer voorbeelden van kopgroepen, maar dit is het belangrijkste; daarom noemt de premier het ook. Maar dat is een verdrag tussen EU-landen. De EU is formeel geen partij bij het Fiscal Compact. Er zijn eindeloze discussies in Brussel over de vraag of men gebruik mag maken van de gebouwen van de instellingen en ook kan men niet naar het EU-hof, omdat niet alle partijen het verdrag getekend hebben. Een associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne is helemaal geen associatieverdrag met de EU, want het kan niet eens getekend worden door de andere 27 lidstaten vanwege het feit dat een gedeelte ervan exclusief de competentie van de EU is. Zo'n verdrag is dus helemaal niet mogelijk. Ik zou dus graag willen weten op basis waarvan de premier tot de conclusie komt dat ze dit toch wel zullen doen. Volgens mij komen ze juridisch niet zo heel ver.
Minister Rutte:
Ik denk het wel, want 27 soevereine landen kunnen gewoon met een ander land een intergouvernementele afspraak maken. Die zal materieel, is mijn verwachting, grotendeels bestaan uit wat er nu op papier staat. Ik verwacht dat ze dat gaan doen. Dat is een politieke inschatting. Zeker weten we het niet, maar die kans is levensgroot en dan heb je een kat in de zak.
De heer Omtzigt (CDA):
Maar 80% van het verdrag
De voorzitter:
Dit is uw tweede interruptie.
De heer Omtzigt (CDA):
80% van het verdrag bestaat uit acquis van EU-regelgeving. Dan zou je acquis van EU-regelgeving regelen in een verdrag waarbij de EU zelf geen partij mag zijn. Dat wordt een raar verdrag. De premier doet hier een voorstel dat volgens mij totaal niet gaat lukken.
Minister Rutte:
Ik doe geen voorstel, ik schets wat ik verwacht dat er gaat gebeuren. Het belang dat de andere 27 lidstaten aan het verdrag hechten is zo groot dat ik verwacht dat ze hun weg zullen vinden, mocht Nederland de handtekening niet zetten. De heer Omtzigt noemt alle problemen die zich zullen voordoen. Ik heb gezegd dat dat niet de huidige tekst kan zijn, dus die tekst moet worden omgebouwd. Je krijgt een andere juridische basis, intergouvernementeel, 28 lidstaten et cetera. Maar ze gaan hun weg vinden om grofweg, grotelijks, wat er nu op tafel ligt toch te doen, zonder Nederland. Dat was niet de bedoeling van de nee-stem. De bedoeling van de nee-stem wat dat dat ding van tafel zou gaan. Hier zie je dus ook dat een referendum over een internationaal verdrag uiterst ongelukkig is, want je kunt dat niet als Nederland per definitie altijd tegenhouden. Je kunt hoogstens zeggen: wij tekenen niet. Ik acht de kans dat we uiteindelijk die intrekkingswet indienen nog steeds groter dan dat we dat niet doen, maar ik vind het nog steeds aantrekkelijk om te bekijken of je inhoudelijk een antwoord kunt formuleren op die nee-stem. Dan krijg je per saldo meer voor elkaar voor de nee-stem dan als we niet tekenen.
De heer Omtzigt (CDA):
De bedoeling van de nee-stem was intrekking van het verdrag. Dat is nogal een radicale wijziging van een eerder ingenomen standpunt. Dat merk ik even op. De premier doet hier een uitgebreide beschrijving van wat hij denkt dat er zou gebeuren als Nederland niet zou ratificeren. Ik neem aan dat hij hier uitgebreid over heeft gesproken met de andere EU-lidstaten en de Commissie. Is de visie die hij hier presenteert gebaseerd op gesprekken die hij heeft gevoerd met andere EU-landen of is dit het resultaat van een interne exercitie in Nederland?
Minister Rutte:
Dit is mijn politieke inschatting van wat er gebeurt als Nederland niet tekent. Die geef ik graag voor een betere. Ik merk dat de heer Omtzigt het er niet mee eens is, maar ik verwacht dat dit gaat gebeuren. Het belang dat deze andere 27 hoofdsteden hechten aan deze afspraken is zo groot dat zij een weg zullen vinden. Mijn politieke overtuiging is dat ze die ook gaan vinden.
De heer Beertema (PVV):
Het zijn heel veel woorden. Ik wil het toch even op een rijtje zetten voor die 4.113.613 geldige stemmen die zijn uitgebracht. 61% stemde tegen. De belofte van de premier was om zo snel mogelijk na 23 juni met een reactie te komen. Daarna werd dat voor de zomer. Daarna werd het de Europese top op 28 en 29 juni. Nu begrijpen we dat het eigenlijk niet gaat gebeuren. Misschien is het goed om dat op te merken voor de Handelingen. Is dat nou de positie, omdat de premier nog steeds bezig is om dat nee te wegen en er verder geen invulling aan kan geven? Dat nee was voor de kiezer ontzettend duidelijk: nee was nee. Wat is nou het verhaal?
Minister Rutte:
Ik vind de heer Beertema een knappe man dat hij dit zo goed weet te formuleren. Ik schets nou juist dat het mijn politieke inschatting is dat nee helemaal geen nee is. Als wij het parlement zullen voorstellen dat Nederland uiteindelijk niet tekent, dan krijgt de nee-stem zijn nee. Ik acht de kans nog steeds groot dat dat gaat gebeuren. Mijn verwachting is dat de nee-stem dan zal zien dat het praktisch allemaal doorgaat, maar dan zonder Nederland. Dat was niet de bedoeling van het nee-kamp. Laten we daar maar duidelijk over zijn. Ik durf die inschatting echt nog wel even te maken op basis van de discussie in de aanloop naar het referendum. Ik vind het dan waardevol om te kijken of je de inhoudelijke bezwaren die naar voren kwamen recht kunt doen. Ik noemde er net een aantal en er zijn er nog wel meer. Dat is ingewikkeld. Het "zo spoedig mogelijk" staat nog steeds. Het is nog steeds "zo spoedig mogelijk". Dat verandert niet. Maar het is wel complex.
De heer Beertema (PVV):
U geeft aan alle kanten aan dat het complex was, is en zal blijven. Waarom moeten wij dan toch meer dan 150 dagen wachten op die intrekking? Doe het gewoon. Dan doet u recht aan die stem van het Nederlandse volk, dat zich daarvoor heeft uitgesproken.
Minister Rutte:
De partij van de heer Beertema was voor het nee-kamp. Dat nee-kamp heeft overtuigend gewonnen. Ik ben ervan overtuigd dat het nee-kamp zal zeggen "ik heb een kat in de zak gekocht" als blijkt dat Nederland niet tekent en het grotendeels allemaal doorgaat. Ik zeg tegen dat nee-kamp: geef mij de kans om te kijken of wij de bezwaren inhoudelijk kunnen adresseren. Daar zijn wij druk mee bezig. Kan dat niet, dan zullen wij alsnog niet ratificeren. Maar naar mijn politieke overtuiging zal het vervolgens grotelijks allemaal doorgaan. Dat gaat echt gebeuren; dat voorspel ik u.
De heer Verhoeven (D66):
Ik ben het wel eens met de politieke inschatting van de premier. Ik denk dat hij gelijk heeft als hij schetst dat de 27 andere landen zullen doorgaan. Dat is ook de reden waarom D66 heeft gezegd: wij willen zo spoedig mogelijk die uitvoering. Maar het kabinet heeft van deze Kamer, althans van de PvdA en de VVD, de mogelijkheid gekregen om te zoeken naar een oplossing. De PVV komt met een wet om het in te trekken. Dat is de eenzijdige, eendimensionale manier van denken. Er zijn echter ook partijen die welwillend zijn en die wel ruimte willen bieden voor een alternatief voor het intrekken. De premier maakt het die partijen niet makkelijk. Ik ben het er helemaal mee eens dat je recht moet doen aan de uitslag, maar je kunt partijen als D66 en het CDA niet zo lang in de wachtkamer zetten en steeds zeggen: zo spoedig mogelijk; ik kan er niks over zeggen; het is allemaal heel ingewikkeld. Dat kun je niet maken als het al meer dan 150 dagen duurt. Kan de premier iets doen om ervoor te zorgen dat er wél een gevoel van urgentie bij het kabinet ontstaat en dat er wel duidelijkheid richting de Kamer ontstaat over de invulling van "zo spoedig mogelijk" in dat complexe proces? Wij kunnen niet eindeloos op een oplossing wachten als alternatief voor het intrekken van de ratificatie. Dat snapt de premier ook.
Minister Rutte:
Dat snap ik en ik begrijp ook dat de heer Verhoeven zegt: omdat wij verder geen inzicht hebben in wat er achter de schermen gebeurt, nemen wij vooralsnog aan dat er niks gebeurt. Dat begrijp ik, maar ik kan hem verzekeren dat dat niet klopt. Er wordt achter de schermen verschrikkelijk hard gewerkt om te kijken welke vormen denkbaar zijn. Dat is buitengewoon complex. Dan heb je te maken met de route die gekozen moet worden, met de vraag of dat ook maar enigszins haalbaar is bij de collega-lidstaten, met de vraag of je dan nog recht doet aan die nee-stem. Dat is buitengewoon complex. Daar werken wij ambtelijk en politiek verschrikkelijk hard aan: wat zou een route kunnen zijn? Ik snap wat de heer Verhoeven zegt, ik snap dat hij ons aanspoort om het zo kort mogelijk te maken, omdat het lijntje anders te ver uitgerekt raakt, maar ik kan nu niet schetsen aan welke route wij denken, want dan wordt de kans dat het die route wordt, een stuk kleiner. Ik kan ook niet met zekerheid zeggen wanneer wij met iets komen, maar ik kan wel met zekerheid zeggen dat ik de heer Verhoeven heel goed heb verstaan.
De heer Verhoeven (D66):
Dat is toch al heel wat op deze avond. Mijn partij heeft er behoefte aan dat het kabinet iets laat doorschemeren van de processtappen. Laat iets zien van het moment waarop het op een top daadwerkelijk aan de orde kan komen. De premier heeft tot nu toe gezegd: de brexit domineert alles; als ik er nu mee kom, word ik uitgelachen. Dat vond ik op dat moment begrijpelijk. De zomer kwam eroverheen, er waren gebeurtenissen rond de coup in Turkije en het migratiebeleid, maar er moet een moment komen waarop het kabinet het onderwerp volwaardig op de agenda van een Europese top of een ander overleg zet, zodat de Kamer kan anticiperen op een vervolgstap, waarbij duidelijkheid ontstaat over
Minister Rutte:
Eens!
De heer Verhoeven (D66):
Ik begrijp heel goed dat de premier geen tussenstappen kan doorgeven, dat hij geen denkrichting kan aangeven, maar ik vraag hem om de Kamer zo veel mogelijk houvast te geven zodat wij in ieder geval het gevoel krijgen dat er stappen gezet worden en dat er op een gegeven moment een keer iets komt te liggen. Mijn partij kan niet aan de gang blijven met wachten. Op een gegeven moment bereikt het "zo spoedig mogelijk" het plafond.
Minister Rutte:
Dat snap ik.
De heer Verhoeven (D66):
Doe iets wat wel kan binnen alle onmogelijkheden die er ook zijn.
Minister Rutte:
Dat kan ik niet vanavond doen, maar zodra ik maar enigszins
Nogmaals, ik hoor de heer Verhoeven heel duidelijk en ik vind het ook volstrekt redelijk wat hij zegt. Wij kunnen niet nog meer haast maken dan wij al maken. Ik kan de heer Verhoeven verzekeren dat wij geen moment verliezen. Zodra wij in de openbaarheid zo'n stap kunnen schetsen, zullen wij het onmiddellijk doen.
De heer Van Bommel (SP):
Dit punt dreigt nu helemaal weg te lopen. Eerst was het voor de zomer, nu is het na de zomer. De PvdA spreekt over het najaar en de minister-president blijft maar herhalen: zodra ik iets te melden heb, kom ik bij u. Dat valt allemaal onder de noemer "zo spoedig mogelijk" en dat kan worden vertaald als "Sint-Juttemis". Kunnen wij van de premier op zijn minst de belofte krijgen dat er in september een brief naar de Kamer komt hierover? Kan die belofte worden nagekomen of wordt het najaar of voor het einde van het jaar of voor de verkiezingen? Wat is het nu?
Minister Rutte:
Ik heb het antwoord net gegeven aan de heer Verhoeven. Ik kan pas inzicht geven in een volgende stap zodra dat mogelijk is gegeven de stand van de gesprekken die achter de schermen plaatsvinden. Ik heb de heer Verhoeven goed verstaan. Hij zegt dat hij bereid is om constructief te kijken naar wat het kabinet doet. Hij zegt terecht dat hij eigenlijk eerst de intrekkingswet wil en daarna pas in gesprek, dat een meerderheid van de Kamer dat niet heeft gewild en dat dat nu de situatie is. Hij is bereid het kabinet een kans te geven, maar het moet niet te lang duren. Dat ben ik met hem eens. Ik beschouw dat als een aansporing om sneller en harder kan niet met nog meer energie dat zo snel mogelijk te doen. Ik kan niet nu tegen de heer Van Bommel zeggen wanneer of waar dat zal zijn. Daarvoor zijn de gesprekken nog gaande.
De heer Van Bommel (SP):
Het moet niet te lang duren. Het duurt naar mijn opvatting al te lang. Ik had het graag meteen na het referendum willen zien gebeuren, eventueel meteen na de brexit. De minister-president zegt dat het niet te lang moet duren. Wanneer is dan wat hem betreft te lang?
Minister Rutte:
Dat is niet te knippen. Wij zullen met voorstellen komen als wij verwachten dat die een redelijke landingsgrond hebben. Het zou ook kunnen dat de gesprekken achter de schermen ons tot de conclusie brengen dat wij niet tot een voorstel kunnen komen dat recht doet aan de inhoudelijke bezwaren die genoemd zijn in de referendumdiscussies. Dan komen wij eerder met een intrekkingswetsvoorstel. Het kan ook zijn dat wij denken dat er wel kansen voor zijn. Wij gaan proberen dat in Brussel zo snel mogelijk openlijk uit te onderhandelen. Dan kan het nog steeds zo zijn dat die onderhandelingen mislukken, want het zal echt ingewikkeld zijn.
Overigens nog even een antwoord in de richting van de heer Omtzigt. Hij is verdwenen. O, hij is er wel. Hij vraagt naar mijn inschatting van wat er gaat gebeuren. Het is nog erger. Ik heb ambtelijk de precieze percentages aangereikt gekregen. Het associatieakkoord dat er nu ligt en waarover het referendum heeft plaatsgevonden, gaat grotendeels om bevoegdheden die in handen van de Commissie liggen, EU-only. Dat betekent dat, als dit verdrag van de baan is, de Commissie een verdrag EU-only kan presenteren dat qua inhoud 85% overeenkomt met het huidige verdrag, maar dat niet afhankelijk is van de instemming van welke lidstaat dan ook. Dat is 85%. Dan houd je 15% over en daar kun je mogelijk een aantal intergouvernementele dingen doen. Dan telt het langzaam op tot 90% à 95%. Dat is echt de situatie. Ik ben ervan overtuigd dat men zich terecht zeer bekocht zal voelen als dat uiteindelijk gebeurt, zo zeg ik nogmaals tegen de heer Beertema en alle nee-stemmers.
De SGP heeft mij een vraag gesteld over complex et cetera. Ik denk dat ik die vraag al beantwoord heb in de discussie. In die Europese werkloosheidsverzekering zien wij niets. Er is gevraagd of wij fondsen kunnen stoppen als lidstaten zich niet houden aan de afspraken. Dat kan. Het Stabiliteits- en Groeipact voorziet in de mogelijkheid van opschorting van aanspraken met betrekking tot de Europese structuur- en investeringsfondsen.
Er is gevraagd naar de stappen voor meer veiligheid en hoe het zit met de uitwisseling van gegevens tussen inlichtingendiensten. Er gebeurt heel veel door Nederland. De DG van de AIVD en zijn mensen, een club die indrukwekkende prestaties levert, hebben het afgelopen jaar onder het Nederlands voorzitterschap een impuls gegeven aan de Counter Terrorism Group. Dat is een Europees platform. Ik ben daar deze week op werkbezoek geweest. Het wordt nu ook fysiek vormgegeven, zodat mensen permanent gestationeerd zijn. Het is echt indrukwekkend. Er is intensieve operationele samenwerking en er is uitwisseling van inlichtingen op regelmatige basis. Daarmee worden misverstanden en communicatiestoringen geminimaliseerd en wordt er maximaal gezorgd dat het net zich sluit rond degenen die onze manier van leven bedreigen. Het is echt iets om trots op te zijn. Het is een Nederlands initiatief vanuit de AIVD.
Voorzitter. Dat waren de vragen die aan mij waren gesteld. Binnen de aan u geschetste rolverdeling is het mijn beleefde suggestie dat de heer Koenders het overneemt.
Hele transcript hierrr (.doc).
Rutte zei vanavond: 85% Oekraineverdrag is exclusieve competentie EU. Dat kan EU zonder instemming NL in werking laten treden. (1)
— Pieter Omtzigt (@PieterOmtzigt) September 14, 2016
Rutte weigerde voor het referendum consequent te vertellen welk deel Oekraïneverdrag exclusieve bevoegdheid EU was (2)
— Pieter Omtzigt (@PieterOmtzigt) September 14, 2016
Een week voor het referendum ontdook Rutte de vraag welk deel Oekraine verdrag exclusieve competentie EU is:https://t.co/22m00nA1tg (3)
— Pieter Omtzigt (@PieterOmtzigt) September 14, 2016