TK2017 - Het mysterie van de vroege campagne
De pepernoten lagen al eind augustus in de schappen en ook de campagnes voor de verkiezingen voor de verkiezingen van maart 2017 zijn al volop afgetrapt. Rutte c.s. hadden twee mooie, zorgvuldig geregisseerde mediapuntjes vol voorgekookte ophef (Zomergasten en de H.J. Schoo-lezing) en ook bij GeitenwollenSokken is het theaterseizoen geopend: in poptempel Melkweg sprak de Pseudotrudeau een roomblank festivalpubliek van ware gelovigen toe. De PVV heeft ook al het verkiezingsprogramma op een A4'tje gekalkt en zelf het CDA roert zich. De enige die weer met de broek op de enkels overvallen worden door dit campagnegeweld is de PvdA, waar de voorman (/vrouw/Asha) nog niet eens bekend is. Maar goed, de PvdA was dan ook druk bezig met verhuizen. Waarom? Politieke commentatoren en armchair generals op twitter vroegen zich al af of dit allemaal niet wel erg vroeg is: zes maanden campagnevoeren, wie houdt dat nou vol? Een logisch argument, ware het niet dat het campagnevoeren in 2016 wezenlijk anders is dan in de vorige eeuw. Twee belangrijke veranderingen verdienen hierbij de aandacht: de professionalisering van de politiek en de specifieke managementstijl van Mark R.
Ten eerste zijn partijen dus niet meer wat ze geweest zijn. Geen grote aanhang meer (het aantal partijleden staat op een historisch dieptepunt) en het traditionele folderen op winderige marktjes van Dronten en Weert is steeds minder belangrijk geworden: profilering op (nieuwe) media heeft het jehova'en voor de goede zaak behoorlijk in verdrukking gebracht. Partijen die hier het best in zijn hebben dus een streepje voor (lees ook het gitzwarte essay van collega Van Rossem over de marketing van de VVD). Bovendien hebben professionele mediamarketeers het geduld dat vrijwilligers niet hebben: als je ettelijke duizenden euro's in de maand op je rekening gestort krijgt om leuke memes over de VVD te posten, dan mag zo'n campagne best een half jaartje duren, zo niet langer. Dit effect wordt nog eens versterkt door het feit dat al die communicatietreutels steeds vaker doorstromen naar bijvoorbeeld het kamerlidmaatschap. Zoals onderzoek van De Volkskrant aantoonde zijn kamerleden steeds jonger en steeds vaker afkomstig uit de partij zelf. Doorgewinterde professionele politici die nooit de maatschappij van binnen gezien hebben, maar hun hele "arbeidzame" bezig geweest zijn met spinnen en lobbyen. Er dreigt een kaste van frisse marketingmutsen (andermaal m/v/Asha) te ontstaan die onderling de partijbaantjes verdeelt. Again, een groep die baat heeft bij een zo lang mogelijke campagne en zoveel mogelijk modderworstelen met de media. Alleen op het slagveld, weet Achilles, is eeuwige roem te verwerven: de professionele klasse van spindoctors moet dus een permanente staat van politieke oorlog veroorzaken om zichzelf aan het werk te houden.
Dan is er de managementstijl van Rutte. De campagne begint ook zo vroeg, omdat men vrij nauwkeurig het campagnepad uit kan stippelen: immers, het kabinet gaat toch wel de rit uitzitten; de media-agenda kan dus met grote precisie ingevuld worden. Hoe bereikt Rutte deze stabiliteit? Door de politiek terug te brengen tot een managementprobleem. Het genie van Markiemark is dat hij weet dat het systeem groter is dan de poppetjes en dat persoonlijke verantwoordelijkheid er niet meer toe doet. Vroeger kon een kabinet vallen omdat de bewindspersonen de verantwoordelijkheid voor bepaalde beslissingen niet meer wilde dragen: op één kwestie op één departement kon een kabinet vallen. Bij Mark niet: de bewindspersoon met issues gaat dan gewoon "meer tijd besteden aan zijn gezin" of een "uitdaging zoeken buiten de politiek", er komt weer een volstrekt inwisselbare partijslaaf voor in de plaats en het hele circus draait gewoon weer door. Daarnaast stelt door de soevereiniteitsoverdracht aan de EU en het verlies van de controle over de munt de politiek gewoon niet zoveel meer voor. TINA: "there is no alternative" is een kreet die men vaak hoort, zij het uit linkse hoek als kritiek op het neoliberalisme, maar desondanks is het nuttig om met een dergelijke bril naar de politiek te kijken. De grote lijnen staan toch wel vast: de mars van de EU moet door, de migratiestromen moeten door en controle over de huishoudbeurs is er nauwelijks omdat het monetair beleid niet meer in eigen land gemaakt wordt. Het gaat dus alleen nog maar over het detailmanagement, iets waarvoor persoonlijke verantwoordelijkheid niet zo belangrijk is, maar managementervaring en kadaverdiscipline des te meer. De marges voor persoonlijk optreden verkleinen en de stabiliteit neemt, door het wegnemen van de factor van het individu, navenant toe. De planners van de campagne kunnen er dus op vertrouwen dat het kabinet tot maart blijft zitten: het gevaar dat de foldercentrale Oost-Groningen ineens opgetrommeld moet worden is er niet en dat verandert ook het karakter van de campagnes.
Concluderend kan men stellen dat de politiek verworden is tot één groot marketingfeest van een paar BKB'erts, waarbij men de politieke strijd en de polarisatie maximaal opklopt om zoveel mogelijk relevantie voor de klasse van beroepspolitici te creëren, terwijl de relevantie van de landelijke politiek nog nooit zo laag was. Dus om met de wijze woorden van de DENK-ers te spreken (die ook al lekker vroeg begonnen zijn met hun campagne van afgunst, wantrouwen, etnonationalisme en polarisering): TRAP ER NIET IN!