Bassiehof- De ene swastika is de andere niet

Wat wil het geval. De Amsterdamse PvdA-burgemeester Eberhard van der Laan had verordonneerd dat er bij de Pegida-demonstratie geen hakenkruizen mochten worden vertoond. Zeer terecht uiteraard. Toch stond er op het Pegida-spandoek een hakenkruis. In een prullenbak welteverstaan. Een variatie op een bekend icoon: het hakenkruis in de prullenbak van de geschiedenis.
Net zoals met de kwestie van het varkensmutsje kun je wederom de vraag stellen: waarom is een hakenkruis in een prullenbak verboden? Waarom moeten mensen worden opgepakt voor een dergelijk wederom tussen aanhalingstekens vergrijp?
Weet u nog, de Haagse anti-Israël demonstratie in de zomer van 2014? Daar werden de hakenkruizen ongemoeid gelaten. De ene swastika is de andere niet, zoveel is duidelijk.
Begin deze maand bleek al dat Amsterdam dankzij de SP en GroenLinks geen tolerante stad is. D66-raadslid Bert-Jan Vroege besloot daar zaterdag een schepje bovenop te doen. Nadat een cameraploeg van Powned fysiek was aangevallen door links-radicalen stelde de sociaal-liberaal dat het hun eigen schuld was: uitlokking. Voorwaar een Noord-Koreaanse opvatting van persvrijheid.
Nog één observatie dan. Toen Wagensveld werd afgevoerd riep een Pegida-aanhanger luid en duidelijk KUT-JODEN naar de politie. Voor zover ik kon zien werd deze man ongemoeid gelaten. Onbegrijpelijk.
Voorts ben ik van mening dat Pegida moet oprotten. Maar niet onder valse voorwendselen zoals varkensmutsjes en swastikas in prullenbakken.