Den Haag heeft een nieuw logo en het is kudt
Even een kleine rant over waarom het nieuwe beeldmerk van Jihadcity perfect de treurige crisis van de Nederlandse cultuur illustreert. Heel lang geleden was er in Den Haag een wethouder citymarketing, eerste in zijn soort: Frits Huffnagel. Een moeilijke Engelse bullshittitel, een ietwat bombastische naam en een pafferige liberalenkop doen vermoeden dat de heer H. een typetje is uit de stal van Haagse helden Koot & Bie, maar helaas, hij bestaat echt. Sindsdien heeft Den Haag als hobby idioot veel geld uitgeven aan reclame voor zichzelf. Lullig voorbeeld: het zaadcelletje, of pardon, de vlieger van Corbijn. Achter op een viltje getekend, als grapje om te kijken of de volgevreten pluchelaven in het IJspaleis erin zouden trappen. Maar natuurlijk. Tot overmaat van ramp besloot de gemeente Al-Haag een launch party van een brute 190.000 eypo te organiseren, waar niemand op af kwam. Je moet het maar durven.
Logo of no go?
Maar goed, exit zaadcel.
Blijkbaar was een onduidelijk cumspoor toch niet helemaal geschikt om hordes toeristen naar de Hofstad te lokken. Er is dus een nieuw beeldmerk en deze keer is er niet gekozen voor een duurbetaalde celeb, maar voor extragratis uitbuiting van studenten van de Kunstacademie. Beter voor de belastingbetaler, maar qua professionals respecteren dan wel weer kudt.
De studenten zijn aan de slag gegaan met een setje door de gemeente opgelegde deugideeën. Het logo moet natuurlijk dialoog, verbondenheid en allerhande lauwe jobcohenkwak uitstralen en zo ziet het logo er helaas ook uit. Aan de linkerkant een keurige, peopsaaie schreefletter, als symbool van de ambtelijke molen op en rond het binnenhof. Aan de rechterkant een semihip schreeuwlettertje in jaren 80-mintgroen, om de creatieve en volkse kant van Den Haag weer te geven. Het leidt tot een typografisch treinongeluk in het midden; het is maar goed dat ze niet voor iets Arabierisch of iets anders multicultis zijn gegaan, dan was de Clash of Typographic Cultures helemaal niet meer te overzien geweest.
Nu is het weergeven van de dichotomie op zich nog wel te verdedigen in de stad van Zand en Veen; als regeringsstad is, net als in Brussel en Washington, de kloof tussen de regenten in dikke BMWs en de onderklasse - Haagse Sjonnievariant of Hakbar - oneindig groter dan waar dan ook in Nederland. De schizofrenie van Den Haag, met aan de ene kant Aadsje Mansveld en aan de andere kant de baronessen van schuift u de pannenkoek maar onder de deur deur is inderdaad zeer typisch, maar om te denken dat daar enige toenadering in gebracht kan worden? Dat soort wensdenken hadden we in de Puinhopen van Paars moeten achterlaten. Bovendien, om nu in het stadslogo de vuile was buiten te hangen
Het toont maar weer eens aan dat design by committee en het verwerken van zachtaardige deugprincipes alleen maar leidt tot halfslachtige, lelijke eindproducten. Bovendien is het uitdragen van een schizofrene identiteit nogal ongemakkelijk, met als resultaat dat niemand zich echt in het beeldmerk herkent. Dit wordt pijnlijk duidelijk als men het naast echte, geslaagde citymarketing legt. Benchmark in het vak, voor zover men van een vak mag spreken, is natuurlijk I HARTJE NEW YORK. Prima slogan, gewoon typografisch sterk en herkenbaar werk. Eenduidig. Hoppa. Iedereen kan zich erin herkennen, iedereen kan mee met de Amerikaanse droom. If I can make it there, I can make it anywhere, sprak de Profeet Frank (vzmh).
Zelfde verhaal met Amsterdam - I AMSTERDAM - een keurige slogan. Ook ik ben Amsteldam, denkt de Chinese toerist, de Spaanse blowert, de Britse vrijgezellenfeestvierder, de huismoeders+dochters uit Appingedam die zich een dagje door de Kalverstaat laten trekken. Iedereen kan met die letters voor des Rijks Museum op de selfie, iedereen blij. Voor de egomane stad waar duizenden pretentieuze eigengeilers met een narcistisch bord voor de kop in de tram stapt is het een perfect beeldmerk.
Kankâh
Dan nog even terug naar Den Haag. Eigenlijk heeft Jihadcity al een prima beeldmerk: Kankâh. De onsterfelijke kreet van Haagse Harry, duizendmaal in herkenbare, losse hanepoten gekrast door de vorig jaar - aan kankâh - overleden Marnix Rueb. Het is misschien niet heel netjes om met kanker te schelden (wegens kwetsen enzo, iedereen heeft wel een familielid dat wel eens van de trap gekankerd is), maar het werkt fantastisch.
Dat komt door het Kodakprincipe: toen George Eastman voor zijn fotorolletjesbedrijf een wat handiger naam wou hebben dan The Eastman Dry Plate Company, Rochtester, New York ging hij met wat mooie letters aan de slag: de K is een mooie, krachtige letter, vond George, dus die kwam twee keer terug in het fantasiewoord. Het werkte. De ouderen onder u kennen misschien nog wel het Kodakmomentje: ijzersterke marketing. En welk woord bevat nog meer twee Ks? Juistem. Op het grote boze internet zijn deze twee letters voldoende. Kk vet, kk lelijk, kk joden: wij hoeven u niet uit te leggen wat dat betekent.
Daarnaast is, met een beetje goede wil, er genoeg Haags te relateren aan de term. Ten eerste natuurlijk de algehele corrumpering der taal en zeden: men scheldt tegenwoordig maar met de meest vreselijke ziekten, een trend die ongetwijfeld in Den Haag begonnen is. Daarnaast is er de almaar uitdijende en belastingrovende overheid, de voortwoekerende privacyschendingen en de kwaadaardige uitzaaiing van de zwartebanierenislam. Met Dinand Woesthoff en Di-Rect is ook de popmuziek onherstelbaar door Den Haag aangetast.
Voor degenen die toch nog een beetje symboliek willen hebben in hun beeldmerk: in het dakkie boven de â mag u gerust het puntdak van de ridderzaal herkennen.