Nederlanders op vakantie raken massaal kwijt
Er is een nieuw soort ramptoerisme. Het soort ramptoerisme waarbij Nederlanders op vakantie gaan en er vervolgens zelf een ramp van maken. Nederlanders zijn namelijk niet zo handig en in het buitenland valt dat extra op. Zo steeg het aantal vermissingen van 31 in 2014 naar 43 in 2015. En er werd 300 keer door ambassades, consulaten of het ministerie hulp verleend. Echt. Nederlanders kunnen niet nog een tentharing de grond in slaan zonder een been te breken. Nederlanders zijn in staat om tussen het inchecken in het hotel en het openen van hun kamer te verdwijnen en pas twee weken later op te duiken ergens in een grot in een woestijn, totaal uitgedroogd. Nederlanders krijgen het voor elkaar om zich bij de juiste gate op Schiphol te melden, maar als nog in het verkeerde vliegtuig richting het Kalifaat te stappen. Nu gaat het ministerie een speciaal noodnummer openen dat 24/7 bereikbaar is voor vakantiegangers in nood. Ons kent ons. Vijftig procent van de telefoontjes gaan over de vraag of je spruitjes in Spanje net zolang moet koken als in Nederland. De gemiddelde Nederlander is gewoon niet gemaakt voor het buitenland. En het buitenland niet voor de gemiddelde Nederlander. Zie ook: migratiecrisis. De enige reden dat Nederlanders op vakantie gaan, is omdat ze het zo'n heerlijk gevoel vinden om weer thuis te komen, op hun Leen Bakker-hoekbank te ploffen en RTL4 aan te zetten. Als ze de vakantie tenminste overleven.