Adjudant der Infanterie roept Pechtold tot de orde

Tja... vroeger... Momenteel is het even wat anders. Zelfs de Commandant der Strijdkrachten stelt nu dat het met de situatie van Defensie deplorabel is, en ik kan hem geen ongelijk geven. Niet alleen is er een tekort aan munitie (niet alleen oefenmunitie, maar ook scherpe munitie), reservedelen voor ons materiaal zijn er nauwelijks, om één voertuig rijdend te krijgen, hebben we delen uit twee andere voertuigen nodig... Opleidingen worden ingekort en onze nieuwe soldaten moeten een deel van hun skills&drills leren bij het parate onderdeel. Scheelt opleidingstijd en dus geld.
Ik mag mijn uniform nog twee jaar dragen, daarna ga ik als reservist met pensioen. Een uniform waar ik verd*md trots op ben en waar ik heel veel dingen in heb meegemaakt. In Nederland en tijdens diverse missies in het buitenland. Missies die uitgevoerd zijn omdat "de politiek" ons de opdracht gaf. Maar blijft dat zo? Het ogenblik komt dichterbij dat militairen opstaan en massaal tegen de politiek zeggen: "Als jullie zaken van ons verwachten, moet je ons het gereedschap leveren!" Politiek klinkt het wel aardig: "Defensie heeft er de laatste twee jaar miljoenen euro's bijgekregen!" Inderdaad. Maar het simpele feit dat de jaren daarvoor er MILJARDEN van de Defensiebegroting zijn afgehaald, wordt door de politiek even "vergeten".
Soms wordt er een vergelijking gemaakt met 1940. Da's te makkelijk. Als u de geschiedenis kent, weet u dat een dergelijke situatie zich reeds in de 17e eeuw heeft voorgedaan, aan het begin van een prille Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. In 1675 werd Michiel de Ruyter met een vlootje van slechts 18 schepen uitgezonden naar de Middellandse Zee om een opstand helpen te beteugelen. (Tegenwoordig zouden we het een "Peace-enforcing-missie" noemen.) De Ruyter vond dat zijn eskader te zwak was, en liet dat in de Staten-Generaal luid en duidelijk merken. In de wandelgangen vroeg iemand aan hem: "Wordt je bang op je oude dag?" (Waar haal je als politicus overigens het lef vandaan?) Waarop de Ruyter zei: "Nee, ik ben niet bang. Ik heb mijn leven over voor mijn land, maar ik ben verwonderd en teleurgesteld dat de heren politici zo weinig over hebben voor hun land!" Later in het gesprek zei hij: "De heren hebben mij niet te verzoeken, maar te gebieden. Zelfs al kreeg ik maar één schip onder bevel: ik zou gaan. Als de politiek de vlag er aan waagt, zal ik mijn leven wagen!"
Michiel Adriaanszoon de Ruyter sneuvelde tijdens die missie: tijdens de zeeslag bij Agosta werd zijn rechterbeen verbrijzeld en een deel van zijn linkervoet er af geschoten door een kogel. Na enkele dagen overleed hij aan wondkoorts.
De Krijgsmacht van nu zit in een vergelijkbare situatie. "De politiek" (lees: de kiezer, oftewel het Nederlandse volk!!!) vraagt van alles van Defensie, maar het mag vooral niets kosten! En de militairen? Ja, ze doen het maar weer. Beroeps of reservist, dat maakt niet zo veel uit. Tijdens een uitzending kun je de reservist niet van zijn beroeps-collega onderscheiden. Ze gaan naar Mali, ze vliegen boven Irak, ze trainen Peshmerga's, ze gaan naar Oekraïne om daar stoffelijke resten te zoeken van de MH-17-ramp en de doden te identificeren. Ze zijn nog steeds in Afghanistan, in Bosnië, op de Golanhoogte en een aantal andere "kleine missies". Ze ondersteunen de Baltische staten met lucht- en zeestrijdkrachten, ze doen mee met de "flitsmacht" in Polen, oefenen in vrijwel geheel Europa, ondersteunen de Vierdaagse, het 5 Mei concert, de Bloesemtocht, Veteranendag, Koningsdag, Prinsjesdag en, als er ergens in Nederland een bosbrand oplaait moeten er weer militaire helikopters vliegen om de brand te blussen. Als er een gewonde op een Waddeneiland naar het ziekenhuis moet, vliegt Defensie hem of haar wel over. Met militair materieel. Als er een dijk door dreigt te breken, als er een IC-afdeling van een ziekenhuis niet inzetbaar is: Defensie lost het wel op. Jawel...
Totdat: het materiaal het niet meer doet. De kogels écht op zijn. En er geen goed getrainde militairen meer zijn omdat alles is uitgedeeld. Totdat de militairen tegen de politiek zeggen: "Sorry... Nu even niet. Zorg eerst maar dat we de spullen krijgen om jullie ambities waar te maken."
En dan? Wie haalt dan de kastanjes uit het vuur? Hilarisch, nietwaar? Dát noem ík nou humor. Galgenhumor.
Met vriendelijke groet
(Reserve) Adjudant der Infanterie
R. van Essen.