Expert: Aanpak radicalisering in onderwijs te soft
Hey, kijk nu. De sociale wetenschap zadelt het land weer eens op met de eigen foprealiteit en wenst alle problemen de deur uit. Wat de gemeente Utrecht eerder deed, gebeurt nu landelijk. Namelijk ontkennen dat islamitische radicalisering een probleem is dat met wortel en tak moet worden uitgeroeid. Gelukkig heeft dit land nog altijd een koene academicus als de onderwijskundige Casper Hulshof achter de hand, die op een zondagavond besloot deze nieuwe richtlijn eens fijntjes uit elkaar te trekken. De richtlijn, "Puberaal, lastig of radicaliserend", is dé nieuwe handleiding die docenten zou moeten vertellen hoe om te gaan met radicaliserende krachtjeugd. Het enige probleem is dat de richtlijn zo'n beetje alles doet behalve docenten vertellen hoe om te gaan met potentiële plofbars. Volgens Hulshof "is het duidelijk dat de opstellers van het rapport de zachte en milde weg kiezen en liever beschrijven hoe om te gaan met de bestaande situatie dan er daadwerkelijk iets aan te doen. De onderzoekers zoeken hun heil in het tonen van begrip en het gesprek aangaan." De enige concrete aanbeveling die wel in de richtlijn staat is dat de "docent er melding van moet maken" als een leerling al dan niet voor de grap zegt dat hij binnenkort afreist om in Syrië/Irak zijn buskruitsnuffelstage te doen. Zo rolt Nederland gidsland: drie volledige stichtingen moeten door het ministerie van onderwijs gesubsidieerd worden, om een handleiding van 45 pagina's over radicalisering op te stellen waarin alleen die ene aanbeveling te vinden is. Echt, deze tragikomische kijk op de werkelijkheid begint ons steeds beter te staan.