Hans Jansen - Abraham
Abraham speelt een grote rol in de islamitische propaganda die op christenen gericht is. Die propaganda is effectief gebleken. Er zijn christenen die zich hebben laten overtuigen dat 'islam, christendom en jodendom samen de drie abrahamitische religies vormen'. Beroepschristenen krijgen een verzaligde blik in de ogen wanneer ze vrome teksten murmelen over 'de God van onze vader Abraham die wij samen met onze moslimse broeders aanbidden'. Hoe vromer iets klinkt, hoe zekerder u er van kunt zijn dat het onzin is. Abraham als gemeenschappelijke proto-heilige voor moslims, christenen en joden is propagandeuze flauwekul. Wie was Abraham? Hij komt voor in verhalen in het eerste bijbelboek, Genesis. Die verhalen zijn prima, maar ze lijden aan een klein gebrek: er zit geen enkele aanwijzing in naar het antwoord op de vraag: 'In welke tijd speelde dat allemaal?'. Geen enkele naam van een koning of vorst waarvan uitgezocht zou kunnen worden wanneer hij geregeerd heeft. Geen hoofdsteden van wereldrijken die sindsdien verdwenen zijn. Geen materiële cultuur met dateerbare voorwerpen. Het is allemaal tijdloos, of eigenlijk staat de tijd stil, net als bij Donald Duck en Roodkapje.
Abraham trekt vanuit Noord-Irak naar Palestina. Hij speelt zijn rol in een aantal bekende scènes waarvan het niet offeren van zijn zoon de bekendste is. In het bijbelverhaal luncht hij met God, zijn vrouw lacht God uit, hij onderhandelt met God over het lot van Sodom en Ghomorra, vreest moeilijkheden omdat zijn mooie vrouw mogelijk een verkeerd soort aandacht zal trekken. Zijn nakomelingen komen terecht in Kanaän (het huidige Israël), maar trekken vanwege een hongersnood naar Egypte. Daarvandaan trekken ze, een onbekend aantal decennia later, onder leiding van Mozes weer naar Kanaän, en veroveren dat. De meeste wreedheden in de bijbel waarvan de vrienden en de vriendinnen van de islam zeggen dat die even erg zijn als de huidige jihadistische moordzucht, spelen tijdens deze ondateerbare verovering.
Bijbelgeleerden vermoeden dat er twee overleveringen waren onder de joden in Jeruzalem en omstreken over waar ze vandaan kwamen: ze stamden af van Abraham, en ze waren onder leiding van Mozes uit Egypte gekomen. De verteller die in Genesis aan het woord is, heeft die twee overleveringen aan elkaar geknoopt, waarbij het verhaal van Jozef die als slaaf naar Egypte verkocht wordt, het bruggetje tussen de twee verhalencycli is. De auteurs van Genesis hebben hun werk goed gedaan: er is geen scene waar je geen klassiek schilderij over kunt maken, geen regel waarover je niet een preek van 2000 woorden kunt schrijven.
Archeologisch is het daarentegen allemaal even droef als het leven van Mohammed zelf. Er is geen enkele archeologische vondst die ook maar enig onderdeel van het verhaal, al was het maar zijdelings, bevestigt. Integendeel, wat er wel gevonden is, is eigenlijk in tegenspraak met de bijbelverhalen over aartsvader Abraham. Aartsvader, omdat de joden afstammen van Abraham en zijn zoon Izaäk en diens zoon Jacob. Aartsvader, omdat de Arabieren en de moslims afstammen van Abrahams zoon Ismaël. Voor de christenen is er dan geen aartsvader meer over, tenzij je (zoals wel gedaan is) Esau, de tweelingbroer van Jacob, als voorvader van de christenen wil zien. Gelukkig lijkt de naam Esau wel een beetje op de naam Jezus.
Het christendom gebruikt de verhalen over Abraham om uit te leggen wat geloof nu precies is. Generaties van bijbeluitleggers en theologen hebben hier fraaie constructies over opgericht, die misschien weinig met het origineel te maken hebben, maar wel diepzinnig zijn.
De islam gebruikt Abraham voor iets heel anders. Mogelijk was het de eerste moslims niet helemaal duidelijk wat nu precies de verschillen waren tussen het jodendom en het christendom. Mogelijk hebben joden aan de eerste moslims verweten dat ze er naast zaten. Mogelijk hebben ook christenen moslims verweten dat ze er naast zaten. De koran komt dan met een oplossing die aan al dat gekissebis een einde maakt: Abraham, volgens zowel joden als christenen een voorbeeldig vrome man, kende de bijbel niet, kon de bijbel om chronologische redenen ook niet kennen, hij was geen christen en geen jood net als de moslims maar hij wordt toch door joden en christenen gezamenlijk vereerd.
Abraham, leert de islam, was een profeet die de oorspronkelijke islam predikte, en die de heilige Kubus in Mekka had gebouwd. Joden en christenen zaten er zélf naast, en werden vriendelijk verzocht te accepteren dat de islam de oorspronkelijke godsdienst van Abraham was. Voor zo ver een vriendelijk verzoek om de islam van Abraham en Mohammed te accepteren niet voldoende was, was daar altijd nog de jihad.
In de dialoog gebruik maken van de figuur van Abraham is een strategisch sterke zet om het christendom te overtroeven. Maar met dialoog heeft het niets te maken.