GS wobt Toneelclub Rutte over de EU naheffing
Technisch topic voor de liefhebbers. We gaan weer Wobben. Gewoon, omdat het leuk is om keurige grotemensenbriefjes te sturen aan mensen & ministeries die zichzelf heel belangrijk vinden. En ook omdat we nogal een schurfthekel hebben aan het onophoudelijke gelieg, gedraai en toneelspel vanuit de regering. Het lijkt wel of de bewindslieden van de krakende en krampachtige gelegenheidcoalitie Rutte II werkelijk nergens meer eerlijk over zijn. Casus in kwestie: de 642,7 miljoen euro naheffing uit Brussel. In het Kamerdebat daarover bleek dat Dijsselbloem op 24 oktober tegenover de NOS-camera's had gelogen dat hij het bedrag niet kende. In Kamervragen had hij echter al erkend dat hij op 17 oktober al op de hoogte was. Ook werd er bij herhaling gezegd dat Rutte pas op 23 oktober op de hoogte was, niet eerder, maar uit diezelfde Kamervragen blijkt echter dat zowel Dijsselbloem als Rutte op 17 oktober al een brief van de Nederlandse ambassade (de Permanente Vertegenwoordiging) in Brussel hadden ontvangen waarin het exacte bedrag van 642,7 miljoen euro genoemd werd. Brussel bevestigde het bestaan van een tabel met dit bedrag zelf ook; de op 17 oktober gedateerde documenten stonden immers al online: General Statement (PDF), Gewraakte Bijlage (PDF). In het debat van donderdag stonden Mark & Jeroen daarom een paar keer met de mond vol tanden. Vooral de immer goedlachse premier Rutte stond tien minuten lang chagrijnig te schutteren, zo is te zien op deze ontluisterende beelden. Maar de memo van de PV weigerden ze te openbaren aan de Kamer. Nieuwe Kamervragen daarover had Dijs al op hufterige wijze ontweken door terug te verwijzen naar eerdere antwoorden. Ook schrijft Dijs dat de memo niet geopenbaard kan worden omdat het "noodzakelijke vertrouwelijkheid en de effectiviteit van het onderhandelingsproces zou ondermijnen." Wat een goedkope onzin: het was een memo met daarin een bedrag, geen diplomatieke strategie. Nou, dan doen wij wel een poging. Wob-verzoek aan niemand minder dan MinPres Rutte zelve na de breek. De onderste steen boven, Mark!
Ministerie van Algemene Zaken
T.a.v. Minister-President Rutte
Binnenhof 19
Postbus 20001
2500 EA Den Haag
Amsterdam, 17 november 2014
Betreft: Wob-verzoek inzake PV-memo over de EU naheffing
Geachte Minister-President Rutte,
Met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur verzoekt GeenStijl om kopie van hieronder te omschrijven documenten, die een zo volledig mogelijk beeld geven van de correspondentie tussen Brussel en Den Haag inzake de naheffing van 642,7 miljoen euro die Nederland moet betalen aan de Europese Unie.
Dit verzoek is in het kader van prudente omgang met belastingmiddelen, deugdelijk bestuur, integriteit, transparante democratie en algehele eerlijkheid tegenover het Nederlandse volk.
Inleiding op het Wob-verzoek
Uit het Kamerdebat over de Europese naheffing, d.d. 13 november 2014, bleek dat op 17 oktober een brief cq verslag was binnengekomen bij de Nederlandse regering, afkomstig van de Permanente Vertegenwoordiging, waarin melding gemaakt wordt van de aankomende naheffing. In die memo wordt, op basis van een bijlage bij het op 17 oktober door de EU gepubliceerde General Statement of Revenue, een voorlopig naheffingsbedrag van 642,7 miljoen genoemd. Dat zou enkele dagen later tevens het definitieve bedrag blijken te zijn. Uit het debat blijkt ook dat deze brief met bijlage bij het Ministerie van Financiën én het Ministerie van Algemene Zaken is binnengekomen. Toch heeft MinFin Dijsselbloem steeds volgehouden dat de Minister-President pas op 23 oktober, tijdens de Europese top, op de hoogte werd gebracht van het naheffingsbedrag, dat op die avond door de Financial Times werd gepubliceerd. Op 24 oktober ontkent MinFin Dijsselbloem zelfs nog voor de cameras van de NOS iets te weten van de betreffende tabel.
De uitspraken van MinFin Dijsselbloem tijdens het naheffingsdebat van afgelopen 13 november, alsook eerdere antwoorden op Kamervragen van de minister, zijn echter strijdig met die bewering. Ook vanuit de Europese Commissie in Brussel is gecommuniceerd dat Nederland op 17 oktober al op de hoogte was gesteld van de aankomende naheffing. De regering weigert echter de door de Permanente Vertegenwoordiging verzonden memo te openbaren, ondanks verzoek daartoe vanuit de Tweede Kamer. Aangezien het ministerie van Algemene Zaken niet groot is, en een brief over een enorm naheffingsbedrag uit Brussel zich niet licht over het hoofd laat zien, wil GeenStijl - met een beroep op de Wob - deze memo alsnog opvragen.
Het Wob-verzoek concreet
GeenStijl vraagt om kopie van alle documenten bij en onder u die betrekking hebben op de communicatie en correspondentie vanuit de Permanente Vertegenwoordiging in Brussel richting de Nederlandse regering (en vice versa) over de naheffing van 642,7 miljoen euro die Nederland aan de Europese Unie moet betalen. Specifiek vraagt GeenStijl om kopie van de memo die minister Dijsselbloem per Kamerbrief met kenmerk BFB 2014- 12150M (d.d. 13 november 2014) weigert te openbaren, ondanks verzoek daartoe vanuit de Kamer. Voor uw gemak hebben we deze brief ter herinnering als bijlage bijgesloten. (.doc)
GeenStijl vraagt daarnaast ook om kopie van andere brieven, memos, notas, verslagen en andere documentsvormen die tussen 17 oktober en heden (ex nunc) uitgewisseld zijn tussen de Nederlandse regering en de Permantente Vertegenwoordiging in Brussel, die betrekking hebben op de naheffing.
Kopje bezwaren wegwuiven
Stel dat u dit Wob-verzoek naast zich neer wilt leggen (wat wij ons niet voor kunnen stellen, want waarom zou de Minister-President van alle Nederlanders stiekem willen doen over zaken die alle burgers aan gaan?), dan willen we graag in herinnering brengen dat bijvoorbeeld artikelen 10.2.f (voorkoming van voorkennis), 10.2.g (onevenredige bevoor- of benadeling) en 11.1/2/3 (persoonlijke beleidsopvattingen) niet opgaan in dezen, omdat het gevraagde document een memo betreft, met daarin een verslag dat is opgesteld op basis van door de Europese Commissie openbaar gemaakte gegevens. Er kan derhalve geen sprake zijn van het ondermijnen van een onderhandelingsproces, zoals minister Dijsselbloem stelde in eerdergenoemde en bij dit verzoek bijgesloten Kamerbrief - temeer omdat Dijsselbloem al verklaard heeft dat Nederland de naheffing aan Brussel zal betalen en er dus geen sprake meer is van een onderhandelingsproces.
Mocht u ondanks dit vrij simpele en bijzonder heldere Wob-verzoek toch voornemens zijn om (delen van) documenten te weigeren, verzoek ik u dat per weigergrond, per document en per passage toe te lichten.
Voor zover het gevraagde zich bij en onder u in digitale vorm bevindt, verzoek ik om verstrekking van digitale kopieën. Bevindt het gevraagde zich bij en onder u in papieren vorm, verzoek ik u om papieren kopie.
Mocht dit verzoek bij u vragen oproepen, zijn we uiteraard beschikbaar voor overleg op onderstaand telefoonnummer of emailadres. Alvast hartelijke dank voor uw bereidwilligheid en medewerking, we kijken vol spanning uit naar de gevraagde documenten.
Met de meeste hoogachting,
[Van Rossem]
Redactie GeenStijl
[Adres][Mail][Telefoon]