Bert Brussen kijkt Zomergasten afl. 5: Ionica Smeets
Je zult het zijn: gepromoveerd in de getaltheorie. En vrouw. Met een diamanten knopje in je neus, iets té rood geverfd haar en een haast maniakale lach die op je gezicht lijkt te staan gebeiteld. Wat zeg je dan op feestjes? En hoe vul je een Zomergasten-avond in? Gewoon, jezelf zijn en enthousiast, ongeremd, bijna op ADHD-niveau af doorpraten en doen alsof priemgetallen, de Fibonacci-reeks, Euclides, Kees Torn, Richard Feynman, Micha Wertheim en de uiterlijke structuur van een ananas of dennenappel pure kunst zijn, en exact datgene in je leven waardoor je de geheimen van het bestaan hebt kunnen doorgronden. Als gulden snede in de symmetrische structuur van het bestaan. Enter Zomergast Ionica Smeets: nerd, moeder, vrouw, wiskundemeisje en wetenschapsjournalist. Sans gene.
Het is maar goed dat Smeets ooit informatica is gaan studeren en niet heeft toegegeven aan de drang om naar de Toneelschool te gaan of zich over te geven aan haar kortstondige liefde voor de Kleinkunst. Anders had ze nu niet kunnen oreren over haar ongekend abstracte universum waar ook zomergastheer Wilfried de Jong zich uiteindelijk geen enkele raad mee wist. Die hield slechts het vuurtje brandende als assistent-stoker in de coulissen, door af en toe ja, ja, ja te zeggen, maar nee, nee, nee uit te stralen, en van tijd tot tijd plechtig en plichtmatig, alsof het een tête-à-tête met de majesteit zelf betrof, te lachen bij alle grapjes waarvan hij dacht dat het grapjes waren.
Niet dat het iets uitmaakte.
De liefde voor haar vak (wetenschap en wiskunde) is voor Smeets zo groot dat je ook met het geluid uit nog werd geënthousiasmeerd voor materie waarvan je altijd al had geweten dat het bestond maar waarover je nooit wat durfde te vragen.
Misschien is de wijsheid van de getallen haar inmiddels zo gewoon dat ze er zich iets te hautain door is gaan gedragen. Ze heeft dat licht arrogante, assertieve zelfingenomen, alsof het een kleine religieuze waarheid betreft, wat jonge wetenschappers soms even ondraaglijk als enigmatisch kan maken.
Wellicht is het gewoon de monomane, transparante spontaniteit van de nerd die haar die air van majestueuze zelfverzekerdheid gaf.
Of is het die lach, een milde grimas, met die ogen tjokvol energie, die, als de lach eenmaal verdween, hoe zeldzaam dan ook, ineens verschrikt als hertenogen gevangen in koplampen leken leken te zijn.
Opa De Jong begreep in elk geval de snelheid niet. De snelheid van het internet waar Smeets lyrisch over uitweidde was te snel, de wereld van de getallen was nog sneller en de abstrahering van alles tot onweerlegbare wiskundige waarheden ging zo snel dat opoe Zomergasten het maar opgaf en in coma zakte. Zomergasten-presentator Joris Luyendijk had ooit tenminste nog het lef om aan het einde van een drie uur durend college over Heidegger door Ad Verbrugge te vragen: Waar ben ik je kwijtgeraakt, Ad?
Maar bij De Jong schoten twee uur lang vraagtekens uit zijn kale hoofd en zag hij water branden terwijl het tegelijk in Keulen donderde.
Er is altijd een uitweg. Het laatste uur stond meer in het teken van het intermenselijk bestaan en minder uit a priori mathematische uitkomsten van formules.
Even aanhaken en doorpakken, dacht De Jong.
Dus vertelde Smeets over het snobistische blufpoker op de apenrots van de homo sapiens. Micha Wertheim gaf de voorzet, zij kopte in. En over het vrouw zijn in de bèta-wereld die nog altijd het geslacht man heeft. Genderstereotypering, ongelijke kansen en rollenpatronen, zo bleek. Tot opluchting van De Jong: daar kon hij dan wel weer wat mee.
Snel een vorkje meeprikken tijdens een uitstapje naar de cijferloze wereld van de waan en alledag waar de hyperratio een heel stuk minder vat heeft op het discours van de mens, dat emotionele dier.
Weten we nu veel over de mens Ionica Smeets? Eigenlijk wel, het is alleen te comprimeren tot een korte wiskundige vergelijking, die vervolgens voor eeuwig vaststaat. We weten echter niets over welk wezen er achter de eeuwige glimlach schuilgaat noch welke smart (en troost) het leven van de Zomergast ten deel vielen en mede vorm gaven.
Gelukkig is dat geen enkel probleem. De wetenschapper in Zomergasten is, haast traditioneel, tegelijk docent en explicateur. De bevrediging van de feiten en de bloemrijke uitleg, in hyperdrive, door een gepassioneerde nerd on speed zijn een openbaring op zich.
Wie na deze drie uur niet genoeg heeft aan nieuwe inzichten en toverlantaarnprojecties uit de Ideeënwereld waar getallen an sich bestaan, kan zich net zo goed blijven afvragen waarom de Mona Lisa toch zo verdomde onophoudelijk glimlacht en wie die vrouw nou in werkelijkheid is; alsof het daar om gaat bij een dergelijk kunstwerk.
Bovendien: de ananas groeit in Fibonacci-reeksen en Spongebob Squarepants woont in een te symmetrische ananas! Wie echt niet gelukkig wordt van dergelijke wetenswaardigheden heeft wellicht te weinig gevoel voor schoonheid in de orde der dingen.
De puurheid van de Gulden Snede der mathematische onweerlegbaarheid is uiteindelijk toch een theoretische werkelijkheid die je moet proberen te voelen.
Bert Brussen is hoofdredacteur van ThePostOnline en Zomergasten-veteraan.