Het is triest te constateren dat tien jaar nadat Theo van Gogh op straat werd afgeslacht door een moslim-terrorist de gemeente Delft blind bleek voor signalen van radicalisering binnen de eigen stadsmuren. “We waren ons er toen absoluut niet van bewust dat radicalisering een probleem is”, zegt een ambtenaar tegen NRC Handelsblad dat constateerde dat de gemeente in 2012 niks deed met signalen dat moslimjongeren die aan het radicaliseren waren. Die signalen kwamen nota bene van medewerkers van de moskee waar zulks geschiedde. Hoe kan het dat het Delft is ontgaan dat we sinds 11 september 2001 in een globale oorlog tegen het moslimterrorisme zijn verwikkeld? Sinds die zwarte dag in september worden we dagelijks geconfronteerd met terrorisme, ook binnen Nederland. De moord op Van Gogh en de permanente beveiliging van PVV-leider Geert Wilders zijn daar de meest tastbare voorbeelden van.

Maar ook wat er op dit moment gebeurt met de privacy van de (wereld)burger is een direct gevolg van de aanslagen in de Verenigde Staten. Parallel daaraan vindt een burgeroorlog plaats in Syrië die inmiddels heeft geleid tot de opkomst van ISIS. Beelden van greppels vol lijken die onvermijdelijk doen terugdenken aan de Einsatzgruppen van Adolf Hitler. Uitreizende- en terugkerende Nederlandse jihadgangers zijn van directe invloed op de binnenlandse veiligheid. Allemaal zaken die Delft ontgaan zijn; ‘Delft Kennisstad’ mijn grote witte behind. Diezelfde Geert Wilders komt nu met voorstellen die diezelfde oorlog tegen terrorisme ondermijnen. Zo wil hij de Haagse ISIS-sympathisanten het Nederlands paspoort afpakken en uitzetten. Volgens de huidige wetgeving is dat niet mogelijk, daarbij vergroot zijn voorstel de kans dat deze jongelui daadwerkelijk afreizen naar het Kalifaat in Opbouw en in naam van hun woestijngod van verwende prinsjes met een minderwaardigheidscomplex veranderen in zielloze moordmachines. In dat opzicht zegt Wilders hetzelfde als de ISIS-sympathisant die vanuit Syrië Nederland opriep ‘ons te laten gaan’. Conclusie: het uitzetten van potentiële jihad-strijders speelt het terrorisme alleen maar in de kaart. Daarbij maakt Wilders een denkfout. In zijn artikel in de Volkskrant schrijft hij: “Er volgden islamitische terreuraanslagen in Londen, Madrid, Bombay, Moskou, Nairobi, maar het laffe (Nederlandse, BP) beleid werd voortgezet.” Als Nederland een laf beleid zou voeren qua terrorismebestrijding hadden we in Nederland – op de gruwelijke aanslag op Van Gogh na – veel meer aanslagen moeten hebben meegemaakt. Maar dat is niet gebeurd. Sterker, inlichtingendiensten en politie zijn juist effectiever geworden sinds de moord op Van Gogh. Revu toonde deze week aan dat een aanslag op Wilders ontsproten aan het brein van een jihadist zonder armen is voorkomen. Dat wil niet zeggen dat Wilders géén punt heeft. Het beste voorbeeld daarvan is de levensgevaarlijke naïviteit van Delft. De grootste bedreiging voor Nederland is op dit moment het moslim-terrorisme. De oplossingen die Wilders biedt (administratieve detentie, uitzetten) zijn niet aanbevelenswaardig. Maar zijn roep om urgentie is absoluut verdedigbaar. Het door hem verlangde debat over de ontwikkelingen in de stad Den Haag komt er echter niet omdat het wordt geblokkeerd door onder meer VVD en PvdA. Het is teleurstellend en bovendien levensgevaarlijk dat deze partijen niet willen luisteren naar de zorgen van Geert Wilders. De man is tenslotte ervaringsdeskundige.