achtergrond

Geenstijl

login

word lid

nachtmodus

tip redactie

zoeken

Hans Jansen - Arm en Rijk

hj.pngDe belangrijkste reden waarom een maatschappij er niet in slaagt rijk en welvarend te worden, is de wurgmacht van de staat. Alleen in perioden waarin het overheidsgezag zwak en verbrokkeld was, hebben er mensen kans gezien aan de armoede te ontsnappen door uitvindingen te ontwikkelen waar iedereen wat aan had. Een opstapeling van kleine uitvindingen leidt tot toename van de welvaart – mits de overheid zijn handen thuishoudt. In antieke maatschappijen was het de roofzucht van de overheid die vooruitgang wist te beletten, en iedereen arm en hongerig hield. In de Derde Wereld is dat nog steeds het geval. Een eigentijds voorbeeld: Wie in een derde-wereld-land iets weet op te zetten, bijvoorbeeld een hotel, kan rekenen op regelmatig bezoek van de wijkagent, in uniform, en vergezeld van zijn neven. Die laten zich een maaltijd voorzetten. De uitbater zou wel kunnen aandringen op betaling, maar daar staat tegenover dat zijn vergunningen dan plotseling ongeldig zullen blijken te zijn. De enige die onder zo’n regime baat heeft bij een goedlopende bedrijf, is de overheid. Dit is van invloed op de werklust van ondernemers. Dat heeft gevolgen voor de welvaart.
U kunt op uw kop gaan staan, en doe dat vooral, maar ‘onze’ maatschappij, met de daarbij horende beschaving, techniek en natuurwetenschappen, kortom: onze cultuur, is een voortzetting van iets dat begonnen is in het antieke Griekenland toen daar geen oppermachtige centrale overheid was. De antieke Griekse stadstaatjes en eilanden waren niet bij machte de onderdanen klemvast in de tang te nemen, al was het alleen maar omdat het makkelijk was naar een ander stadstaatje te verhuizen. In die periode en in dat gebied moeten we Pythagoras, Plato en vele anderen lokaliseren. Wanneer de regio veroverd wordt door de vader van Alexander de Grote, in 338 voor Christus, is het zo goed als gedaan met de vrijheden en de creativiteit. Een paar eeuwen later maakt het Romeinse rijk zich meester van Griekenland. Al in de oudheid was het zichtbaar: Hoe meer overheid, hoe minder groei. Voor groei is vrijheid en vernuft nodig, en hoe meer overheid, hoe minder vrijheid. In antieke tijden leidde een beetje toegepast vernuft al snel tot vergroting van het karige voedselaanbod. Wie beter at, werd gezonder en intelligenter. Dat was vooruitgang. Het Romeinse rijk wordt in de eerste drie eeuwen van onze jaartelling zonder dat daar geweld voor nodig was, gekerstend. U kunt op uw kop gaan staan, en doe dat vooral, maar het christendom heeft zonder dat er de eerste drie eeuwen een leger aan te pas kwam, zoals bij een bepaalde andere godsdienst, het gebied rond de Middellandse zee veroverd. Toen Rome viel, 476, was de toenmalige cultuur een onontwarbare kluwen geworden van christelijke, joodse, Romeinse en Griekse elementen. Na de miraculeuze val van Rome bestond er geen centraal oppergezag meer. Er ontstaat weer een heilzame tot op het bot verdeelde bonte kluwen van elkaar beconcurrerende steden, staten en staatjes, dit maal in West-Europa. De welvaart daar wordt niet meer door een centraal oppergezag wegbelast, en stijgt weer gestaag. Wanneer islamitische horden vanuit Spanje het Frankenrijk willen veroveren, treffen ze dan ook een technisch superieur leger aan, onder Karel Martel, dat korte metten met deze straatrovers maakt. Slag bij Poitiers, 732. West-Europa heeft vervolgens eeuwenlang geen last meer van islamitische invasies. De Turken proberen het nog een paar keer, voor het laatst bij Wenen in 1683, waar ze ondanks hun getalsmatige overmacht op 11 september smadelijk verjaagd worden door Poolse militairen. Europa was sterker dan de islam, omdat Europa concurrentie en vernuft toeliet, of eigenlijk moest toelaten, omdat het centrale gezag niet krachtig genoeg was om vernieuwingen tegen te houden. De scheiding tussen kerk en staat sloot uit dat een westerse overheid de alleenheerschappij kon bemachtigen. Er waren altijd tenminste de kloosters en bisschoppen die genuanceerd tegenover de overheid stonden, en hun eigen weg gingen. Al snel daarnaast ook gilden, banken, universiteiten, handel. Alleen macht die beperkt wordt, laat de maatschappij ruimte om welvarend en rijk te worden. De sultans daarentegen waren absolute heersers. Hun onderdanen zaten machteloos en klemvast in de tang. In de islamitische wereld zijn de overheden nog steeds oppermachtig. De voorsprong van het Westen wordt dan ook al eeuwen lang alleen maar groter. Het verdeelde Europa, dat juist dankzij die verdeeldheid bruiste van concurrentie, vernuft, na-ijver, uitvindingen en welvaart, probeert tegenwoordig weer één centraal krachtig oppergezag te construeren voor dit ooit, vergeleken bij de rest van de wereld, zo gezegende werelddeel. In dat Nieuwe Europa zullen vrijheid, welvaart en rijkdom weer alleen weggelegd zijn voor het Centrale Gezag en zijn loopjongens. Doe er wat aan voordat u te arm bent om er nog wat aan te kunnen doen.

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.