achtergrond

Geenstijl

login

word lid

nachtmodus

tip redactie

zoeken

Hans Jansen - Beveiliging is tevens capitulatie

hj.jpgEen resto in het Amsterdamse Hilton. Tafel voor vier personen. De soep is net opgediend. Drie gangenmenu. Een eerste kennismaking tussen een uitgever, diens vrouw en een meisje uit Afrika. De ontmoeting is belegd door een jurist die zowel met de uitgever als met het meisje bevriend is. Nog voor de soep volledig is weggelepeld, grijpen geüniformeerde vechtsporttypes zonder veel beleefdheden of uitleg het meisje bij haar lurven. Ze snellen met haar naar de zwartblauwe Mercedes (donker éénrichtingsglas) die bij zo’n scène hoort. De rest van de maaltijd zal wel naar de hongerige kindertjes in Afrika gestuurd zijn. De voornaam van het meisje luidt Ayaan, het Somalische woord voor ‘meisje’. Ayaan werd uit het resto weggesleept omdat ze beschermd moest worden tegen religieuze moordzucht. Als zoiets één keer in je leven gebeurt, is het spannend. Maar na een paar keer begint het toch steeds aantrekkelijker te worden om naar een ander land te verhuizen. De meeste braafburgers die zoiets moeten meemaken, zouden na een paar keer in zo’n scène noodgedwongen een rol gespeeld te hebben, een langdurig beroep doen op de ziektewet wegens posttraumatische stress.
Pijnlijk is ook dat Ayaan lid was van de Tweede Kamer. Wanneer terroristen kamerleden willen overvallen vanwege hun meningen, dan wordt de politieke bewegingsvrijheid van het land door onbevoegde buitenstaanders ingeperkt. Hoe kunnen we weten dat andere kamerleden niet ook bedreigd of gechanteerd worden? Zodat ze uit angst of lafheid, of op grond van een combinatie van beide, hun ware opvattingen maar liever verzwijgen? Omdat ze hun soep rustig willen opeten, en ook grote verwachtingen hebben van het hoofd- en nagerecht? De meeste mensen die bedreigd worden, houden dat geheim. Dat is verstandig, want de Nederlandse braafburger kan zich niet voorstellen dat iemand die bedreigd wordt, niet iets heeft uitgevreten dat die bedreigingen dubbel en dwars rechtvaardigt. Door rond te bazuinen dat je bedreigd wordt, roep je automatisch twee verdenkingen op: dat je een aansteller bent die aandacht zoekt, of dat je inderdaad iets hebt uitgehaald. Voor een politicus allebei geen goede opties. Het was op 4 november precies negen jaar geleden dat de beveiliging van Geert Wilders begon. Hoeveel Nederlanders zouden tegen negen zulke jaren bestand zijn? Hoeveel beroepspolitici zouden er tegen kunnen? Zouden de schoften die op Geert Wilders jagen, werkelijk nooit hun aandacht richten op andere politici? We moeten het maar aannemen, maar het lijkt me gezond zo nu en dan een volksvertegenwoordiger of kabinetslid ervan te verdenken dat hij iets zegt, of juist iets niet zegt, omdat hij bang is. De gelijkmoedigheid waarmee de andere kamerleden de bedreigingen jegens Wilders accepteren, roept argwaan op. Het wordt tijd dat het kiezersvolk de gekozenen gaat vragen: ‘Neemt u in vrijheid uw standpunten in? Wordt u ook bedreigd, of bent u bang dat dat zal gebeuren als u uw mond opendoet?’. De westerse reactie op bedreigingen lijkt het meest op het gedrag, vroeger, van de inwoners van een stad die belegerd werd. De kwetsbare punten van de stad, tegenwoordig vliegveld, synagoge en parlementsgebouw, worden extra beveiligd maar de vijand die de stad belegert – die vijand zelf wordt ongemoeid gelaten. Dat valt buiten de macht van de stad. Zo lang de stadsmuur, de poorten en de torens nog overeind staan, kunnen we doen alsof er niets aan de hand is. Ooit zal de cavalerie wel komen, en de stad ontzetten. Maar de cavalerie komt niet. We zullen zelf met de belegeraars moeten afrekenen. Afkopen is een optie, maar wie van killers vrede koopt, krijgt de oorlog er gratis bijgeleverd. Het is voor het voortbestaan van de stad noodzakelijk om de commandanten van het belegeringsleger en hun opdrachtgevers op te sporen en uit te schakelen. Uitschakelen betekent hier ‘hen voorgoed de lust te ontnemen wie dan ook lastig te vallen’. De soldaten van het belegerende leger zijn nauwelijks een probleem wanneer hun commandanten er niet meer zijn. Degenen onder ons die zich voor het karretje van de belegeraars hebben laten spannen vormen wel een probleem. Ze hebben iets uit te leggen. Is lastig, maar oplosbaar, en minder erg dan dat iedereen de sigaar wordt van de roof- en moordzucht van de belegeraars. Zolang er nog één kamerlid niet vrij in zijn eigen land kan rondlopen, is de macht over de straat heimelijk overgedragen aan belegeraars en bedreigers. Het oude Nederland bestaat dan alleen nog uit een beperkt aantal beveiligde enclaves, de rest is bezet gebied. Zo lang er nog één kamerlid beveiligd moet worden, is het Nederlandse volk voor tirannen gezwicht – want dan hebben we de controle over de openbare ruimte aan killers weggegeven.

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.