Nobelprijs voor de Vrede: nee ga weg Malala
Je moet hem maar willen hebben, de Nobelprijs voor de Vrede. Obama *gniffel* en de EU *bulder* gingen u voor. Daarmee is de ooit zo gezaghebbende trofee verworden tot een policor schouderklopje voor conformistische mensen of organisaties met een betere PR-machine dan verdiensten voor de Wereldvrede. Ons jongste kanshebbertje bij de uitreiking van de prijs morgen is Malala Yousafzai, het Pakistaanse meisje dat door 'een groep mannen' (NOS Kinder-indoctrineerjournaal) oftewel talibankloodtzakken in haar hoofd werd geschoten omdat ze naar school wilde. Is Malala een eindbazend dapper meisje dat na een gruwelijke aanslag op haar leven strijdt voor een goede zaak? Jazeker. Moet zij de Nobelprijs voor de Vrede krijgen? Hell no. Malala is een geëxploiteerd juichaapje. Daar, we zeggen het. Wij krijgen een vieze smaak in onze mond van het circus rond Malala. Niet van het lieve kind zelf, maar van Malala. Een zorgvuldig geconstrueerde hype rond een door haar vader gedresseerd modelkind, dat predikt dat god haar genezen heeft van de talibankogel in haar hoofd. Joe, en bedankt Pakistaanse en Britse specialisten. Verder laat zij, of liever, haar team via haar, nooit na te benadrukken dat het Talibantuig dat haar bijna naar Allah schoot 'niets met de islam te maken heeft.' Braaf zo meisje, zo horen de correctfietsers van het Nobelcomité het graag. Zo lang iemand één van de grootste bronnen van agressie, oorlog, intolerantie, (vrouwen)haat en geweld niet kan of wil benoemen is het ontvangen van een Vredesprijs, zelfs in deze deplorabele, gedevalueerde staat, natuurlijk een gotspe. Daar kunnen een tranentrekkend interview bij Jon Stewart, de Kindervredesprijs en een Sacharov-award, een boek en politieke ambities weinig aan veranderen.