#ZG13. De ontzaglijk onechte Wouter Bos
Wouter Bos. Een politieke paspop die zich fysiek verstopt achter stijlmiddelen als kleding, een (gedeclareerde) zonnebril en een vlotte, zakelijke houding. Politieke platitudes schudt hij losjes uit zijn mouw. Als auteur van het boek met de meest nietszeggende titel van de eeuw ('Dit land kan zo veel beter') verhult hij intellectuele tekortkomingen achter een nerveus lachje en het ontwijken van vragende blikken. Probeerde bij de VPRO nog één keer het grote eerlijke verhaal te vertellen, maar kwam wederom niet verder dan de kaft. Bos heeft dan ook geen grote politieke successen geboekt en dankt - volgens zijn eigen woorden - het partijleiderschap van de PvdA louter aan de moord op Fortuyn. OK, je zou de redding van een falend particulier bedrijf door de Staat een succes kunnen noemen. Maar vraag dan partijgenoot Dijsselbloem wel even wat ABN Amro anno 2013 nog waard is, en hoeveel verlies een verkoop de belastingbetaler zou kosten. Stel dezelfde vraag daarna nogmaals aan iemand die er géén politiek belang bij heeft om dat bedrag omhoog te fluffen. Inderdaad: een pijnlijk verlies. Zoals Bos als Zomergast ook een pijnlijk verlies bleek. Van een kostbare zondagavond, om precies te zijn. Wouter was te behoedzaam en te berekenend, en hield zijn kaarten aan de borst om zijn lege handen niet te hoeven tonen. In De Jong had hij een makkelijke opponent, want die pakte hem nergens op zijn bluf.
Zelfs de gekozen videofragmenten waren een vingeroefening in voorzichtigheid. Een 'blank' Zuid-Afrikaans rugbyfragment, om Mandela er met een omweg met de kroesharen bij te kunnen slepen. Uit de film Margin Call een scene die drijft op twee topacteurs (Jeremy Irons en Kevin Spacey), om de aandacht af te leiden van het onderwerp (de bankencrisis). Pak dan een scène uit het veel cynischere Inside Job, vooral als je daarna stoer gaat doen over het pokerspel met de Belgen rond de acquisitie van Fortis/ABN. Of het stukje Jezusgekweel uit The Passion: een musical, maar wel eentje waar heel Nederland naar kijkt. Niet elitair, maar ook niet platvloers - een subtiele middenweg om niemand voor het hoofd stoten. Aansluitend zelf wél duiken bij de logischerwijs volgende geloofsvraag, gesteld door een ontstellend zwakke De Jong, die de hele avond vragen van het kaliber 'Ben je een kattenmens?' niet wist te overstijgen.
Ook weet Wouter Bos, het best bewaarde vedergewicht van Nederland, elf jaar na de slachting van Fortuyn nog steeds niet waar de maatschappelijke schoen toen wrong, en waar diezelfde schoen nu nog steeds wringt. Hoewel de bestuursvoorzitter van het VUmc de symptomen van de socialistische ziekte precies weet te herkennen (meer aandacht besteden aan het lot van mensen ver weg dan aan mensen om je heen), lijkt hij blind voor het feit dat hij er zelf ook aan lijdt. Te correct, te naïef of te bang om de cynische realiteit onder ogen te zien? Of is het toch weer dat stijldingetje, de uiterlijke façade? Bij Zomergasten was Woutertje Bos, bankier, accountant, zorgbestuurder, gezinsman, maar bovenal de eeuwige politicus, voornamelijk bezig met het beperken van imagoschade voor de BV Wouter Bos. De man heeft te weinig lef om daar overheen te kunnen stappen en iets gewaagds of onberekenbaars te roepen. En dan dat fragment van de - toen nog - glorieuze Barack Obama, laat in de uitzending? Tssk. De enige overeenkomst tussen Bos en Barry is dat ze met de kennis van nu allebei hun voetstuk niet waard bleken te zijn. Wouter Bos is niets meer dan een format, een geluidsband met oneliners, een mal van De Ideale Politicus Met Het Grote Verhaal. Het maakte hem niet alleen doodsaai als Zomergast, het maakt hem onecht en ongeloofwaardig als mens.