Ploumen gaat Bengaalse kledingmarkt zuiveren
Lilianne Ploumen (PvdA, voorheen GroenLinks) is minister 'Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking' en in die functie houdt ze zich bezig met alle ditjes en datjes die in de trog blijven liggen als Fransie Timmermans (& co) uitgevreten is. Haar laatste briljante plan: Nederland gaat negen miljoen euro uittrekken om 'foute kleding' die wordt gemaakt onder slechte arbeidsomstandigheden in o.a. Bangladesh uit de winkels te houden. Negen miljoen! Dat is geen geld als je het niet zelf verdiend hebt. Maar er is meer: 'Nederland zal zich daarom 'de komende twee jaar' opwerpen als 'coördinator van alle donorinspanningen voor veilige arbeidsomstandigheden in de textielsector in Bangladesh'. Nou zeg, mooi man. Ploumen gaat zelf nog op bezoek ook! Zitten ze vast op te wachten daar in Bangladesh, afgedankte politici die gaan vertellen hoe je spijkerbroeken het beste in elkaar kunt naaien. Misschien kunnen we met die negen miljoen ook iets tegen de cyclonen doen in Bangladesh, als we dan toch zo lekker bezig zijn. De minister over het het initiatief: 'Veel kleding in Nederlandse schappen deugt nog niet. Dit moet veranderen. We mogen niet accepteren dat textielarbeiders enorme veiligheidsrisico's moeten lopen om voor ons spijkerbroeken en T-shirts te maken'. Brrr. Let op de woorden 'deugt niet', 'moet veranderen' en 'mogen niet'. De maakbaarheid en het idealisme are strong with this one. En dat terwijl de grootste textielketens ter wereld allang actie ondernemen zonder het wapperende vingertje van Ploumen. Wie durft mevrouw Ploumen uit te leggen dat het (blijkbaar, zie ook: realiteit) niemand een kinderarbeidertje kan schelen welke risico's de textielarbeiders lopen, zolang die broek maximaal twee tientjes kost?
PS: Nederland geeft ook 12 miljoen aan Mali. Lalala.