Geenstijl

Mutsaerts is dood. Maar dat zijn dus geen grappen. Is niet fatsoenlijk. Met de dood moet men niet spotten. Terwijl spotten met de dood juist moet, anders spot de dood met ons. Kunnen we niet laten gebeuren. Maar de stormvloed aan moralfaggende faalfappers die uit hun stofnesten te voorschijn kwamen gekropen na het verschijnen van dit topic dachten daar anders over. Ze krioelden zelfs met hun knullige kulredeneringen in de roze panelen. Viesbah. Ga lekker in je eigen webtoko lopen huiljanken met je kwetsgevoelens. Spotten met de dood en de foeizingers sturen meteen hun fatsoensfregatten de open zee op om zwaar hypocriet te hufterhunten. En dat is eng, heel eng. Net als Achmed Akkabi die bij interwebzTV BNN247 beweert dat fatsoen moet en op internet niet alles zomaar door iedereen gezegd mag worden. Afijn, tijd voor een overzicht. Even duidelijk maken dat tiranniek fatsoen de nagel aan de doodskist van de maatschappij is. Tien redenen waarom u fatsoen vooral niet moet doen. En voordat de onderknuppels van het internet weer beginnen te wijzen en lachen: dit is geen verbod, gewoon een mening. Kijk zelf maar wat u er mee doet. Wij zijn immers niet van het vingerwijzen.

10. Fatsoen is conformeren. Conformeren aan een tijd die niet meer bestaat, aan regels die niet meer relevant zijn en aan ethiek die vijftig jaar geleden al bespot werd. Fatsoen brullen is de koppen die boven het maaiveld uitsteken onthoofden. Alleen pissen tegen de hoge bomen. Krassen zetten op de SUV. Fatsoen is de bijtgrage herdershond die de kudde in gareel moet houden. 09. Fatsoen is discriminatie. Mensen die fatsoen afdwingen, denken daarmee de samenleving een plezier te doen. In plaats daarvan zijn ze aan intolerant aan het buitensluiten en andersdenkenden aan het discrimineren. De hufters die zich niet aan hun zelfbepaalde fatsoensregels houden, zijn minderwaardig, hebben minder rechten en zijn vogelvrij. Vraag maar aan Van Gogh. En aan Fortuyn. O nee, wacht. 08. Fatsoen is hypocriet. De grootste foeibrullers die mensen monddood willen maken, hanteren zelf meestal de meest gore tactieken in het bereiken van hun sinistere doelen. Zijn zelfs bereid om geweld te gebruiken tegen mensen die zich niet houden aan wat zij 'fatsoenlijk' achten. Dwangneurotisch speuren de moraalrukkers alle krochten van de samenleving af om mensen te schandpalen, uit te schelden en kapot te maken indien ze in hun ogen onfatsoenlijk gedrag waarnemen. Obsessieve engnekken zijn het. Allemaal. 07. Fatsoen is een mentaal keurslijf. Net als bij religie zijn de aanhangers van het fatsoen genoodzaakt om de praktijk constant te proppen in hun nauwe en naargeestige theorie. In plaats van andersom. Wat een belabberd leven heb je dan. De werkelijkheid gaat compleet aan je voorbij en je kunt alleen nog maar zien wat je wilt zien. Iedereen is gek, behalve jij. Fatsoen is een soort zelfopgelegde schizofrenie. En meestal ongeneeslijk. 06. Fatsoen is kuddegedrag. Mekkeren met de andere schapen. Ma-ah-ah-ah-ag nie-ie-ie-iet. Dat werk. Vanuit de kudde die éne pionier die het over het hekje klimt om de wereld te verkennen terug proberen te blaten. En dan gaan stigmatiseren als hij niet meer terugkomt. Met kudde die éne vrijbuiter kapot praten. Zorgen dat iedereen in de kudde die begrip toont voor de ontsnappeling wordt buitengesloten. Aldus is de methodiek der roteren van de fatsoensrukkers. 05. Fatsoen is haat. Je moet jezelf, de mensheid en anderen echt ontzettend haten om constant overal met een zwaaiend wijsvingertje ten tonele te verschijnen. Fatsoen afroepen en het menen kan alleen als je een brandend vuur van verterend haat in je hart hebt branden. De hardcore hohoho-roepers worden gedreven door een passionele haat. Hufters zijn voor de fatsoenspolizei wat joden zijn voor de nazi's. Het is zoals het is. 04. Fatsoen is humorloos. Wat vooral opvalt aan de moralfaggende fuckers is dat ze elk spoor van humor drastisch uit hun karakter en communicatie hebben gewist. En die keren dat ze humor proberen, faalt het meestal jammerlijk. Waarop uiteraard de schuld wordt gegeven aan de zogenaamde hufters. Fatsoen is nooit de grap snappen. Nooit ergens de humor van inzien. Ironie, cynisme en sarcasme niet kunnen onderscheiden van elkaar. Nergens om kunnen lachen. Humorlozer dan een zoutwoestijn met een postnatale depressie, die fatsoensfuckers. 03. Fatsoen is creatiefloos. Boeroepen tegen creativiteit, dat is wat de fatsoenrukkers doen. Bij compleet gebrek aan eigen identiteit, visie en passie constant de oude mores herhalen. Vernieuwing is namelijk geschreven en ongeschreven regels doorbreken, regels waar de moral fags zich met angst en beven aan vastklemmen. Is alle creativiteit geniaal, gevat en succesvol? Nee. Maar desalniettemin noodzakelijk voor een beetje leefbaarheid in de samenleving. 02. Fatsoen is angst. Angst voor het vreemde. Angst voor de ander. Angst voor het nieuwe. Angst voor innovatie. Angst om gezien te worden. Angst om de kudde te verlaten. Angst om risico te nemen. Angst voor het grote boze internet, waar iedereen zomaar zijn zegje mag doen. Fatsoen is voor bange schijterds waarvan de testikels bij het minste of geringste terugschieten in de onderbuik. Als je goed luistert, kun je dat zelfs horen. 01. Fatsoen is status quo. Alles bij elkaar opgeteld rest er maar één conclusie: fatsoen is anti-verandering. Alles houden zoals het is. Vooral niet vernieuwen. Vooral niet over de grenzen kijken. Gewoon van achter de geraniums heel hard foei blijven roepen tegen mensen die voorbij komen wandelen en wel ergens naar onderweg zijn. Een land onder het juk van fatsoenfascisten is een Amish-kolonie waar iedereen met ideeën, creativiteit en vooruitgangsdenken op de brandstapel eindigt.